Toen ik de bouwtekeningen van het huis van opa en oma aan de Meerweg bestudeerde ontdekte ik dat de architect Eelkema was. Dat is toch de architect van de dienstwoning van Sassenhein (1922) en het Helperzwembad (1925), beide Rijksmonumenten? Wonderlijk dat Eelkema bijna niet bekend is in Haren maar wel in Helpman. Daar heeft hij veel huizen ontworpen, hele straten zelfs (zie “Stadjerspaleizen”, ISBN 978905402209).
Maar wie was hij, wat heeft hij in Haren gebouwd en waar dan? Ik ben op onderzoek uitgegaan. Eelkema is in Westerbork geboren, opgeleid in Groningen. Als architect A.J. Sanders in 1909 plotseling overlijdt neemt de 26 jarige Eelkema het bedrijf over. Hij trouwt in 1910 in Haren met de Helpense Hermina Jacoba Suers en krijgt twee dochters. Eelkema is beïnvloed door de architectuur van de Amsterdamse School. De Groningse stijl is een "verstrakte variant" met minder decoraties en golvende lijnen. Hij zag het als "beeldhouwen in architectuur". Eelkema is in 1930 op 46 jarige leeftijd overleden.
Onderzoek in het archief van Haren leverde op dat Eelkema tussen 1915 en 1925 in Haren 50 panden ontworpen heeft : twee winkelpanden, vrijstaande woningen, dubbele woningen, herenhuizen, beneden- en bovenwoningen. Ze staan aan de Rijksstraatweg (19), Julianalaan (4), Lutsborgweg (1), Westerse Drift (4) en Meerweg (20). In 1919 heeft Eelkema hotel café Promenade (voormalige Handy, tegenwoordig villa Aaf) verbouwd tot een beneden- en bovenwoning.
Alle woningen in het centrum zijn winkelpanden geworden. Voortuintjes en erkers aan Rijksstraatweg en Meerweg zijn verdwenen, bovenverdiepingen hebben vaak nog wel een woonfunctie. Aan de Rijksstraatweg zijn 5 voormalige woonhuizen cafetaria, herenkledingzaak, winkel in verlichting en chinees restaurant (vroeger kruidenier Meijer later Wakker) geworden. Drie panden zijn afgebroken. Aan het begin van de Meerweg zijn 5 winkels gekomen, grenzend aan de modezaak. Dit pand is altijd winkel geweest en was jarenlang sigarenwinkel. Aan de Westerse Drift is één woning een meubelwinkel.Kenmerkende panden zijn o.a. Huize Welkom, hoekpand Julianalaan, vrijstaande woning Westerse Drift, twee niet gelijktijdig gebouwde samengevoegde woningen en twee dubbele woningen met geïntegreerde schoorsteen aan de Meerweg.
Op de website www.oldgo.nl staan foto’s van alle panden inclusief korte toelichting.
Hermien Noordhoff voor de Harense Historische Vereniging Old Go
Dit artikel is gepubliceerd in Haren de Krant januari 2020
In 2019 is het honderd jaar geleden, dat het boek ‘Herfsttij der Middeleeuwen’ verscheen. Eén van de bekendste boeken over de historie van ons land, geschreven door Johan Huizinga.
Johan Huizinga wordt geboren in de Oosterstraat te Groningen in 1872. Na zijn gymnasiumopleiding in Groningen gaat Huizinga eveneens in Groningen studeren. In 1897 verhuist hij naar Haarlem. Hij trouwt in 1902 met jonkvrouw Marie Vincentia Schorer. Zij komt uit de omgeving van Middelburg, waar zij is opgegroeid op het landhuis ‘Toornvliet'. Een huis dat al twee eeuwen toebehoort aan haar familie.
In 1905 wordt Huizinga benoemd tot hoogleraar middeleeuwse en nieuwe geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij gaat dan wonen aan de Jozef Israelsstraat en later aan het Emmaplein. In 1911 verhuist Huizinga met zijn vrouw en vier kinderen naar Helpman. Hier heeft Huizinga een huis gekocht aan de Rijksstraatweg (nu Verlengde Hereweg 183). Dit huis werd in 1905 gebouwd en heette aanvankelijk ‘Villa Helena’, daarna kreeg het de naam ‘Trenthe Walda’ (zie de foto uit 1910). Een oude benaming voor het gebied, dat we nu aanduiden als het Gorecht. De Huizinga’s noemen hun nieuwe huis ‘Klein Toornvliet’ naar het geliefde landhuis bij Middelburg, en die naam heeft het huis nog steeds.
Helpman maakt in 1911 nog deel uit van de gemeente Haren. In 1912 wordt in de gemeente Haren het vijfde kind in het gezin Huizinga geboren. Maar twee jaar later valt er een zware schaduw over het gezin: moeder Marie overlijdt op 21 juli 1914. Op 1 januari 1915 wordt Huizinga door de inlijving van Helpman bij Groningen weer inwoner van die gemeente, maar dat blijft hij niet lang. In maart 1915 vertrekt hij naar Leiden om daar hoogleraar te worden.
De uitgave van oktober 2019 van Het Nieuw Letterkundig Magazijn, een uitgave van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, is geheel gewijd aan het feit, dat Huizinga’s beroemdste boek 100 jaar geleden verscheen. In dit tijdschrift heeft Korrie Korevaart een bijdrage geschreven onder de titel ‘Het laatste huis, over de graven van Johan Huizinga’. Dit artikel is de eigenlijke aanleiding voor deze bijdrage.
Mevrouw Korevaart heeft de graven van de familie Huizinga bezocht en beschreven en die zoektocht bracht haar ook naar de begraafplaats de Eshof aan de Rijksstraatweg in Haren. Hier heeft Huizinga in 1914 zijn eerste vrouw Marie begraven. Mevrouw Korevaart omschrijft de vindplaats als volgt: "sectie I, meteen na de ingang het tweede graspad links op de rotonde, voor het grafmonument van de familie Ruules heen, achter een rij eiken". Het monument is redelijk bijzonder. Niet uitgesloten wordt, dat Huizinga de steen zelf ontworpen heeft.
Johannes Huizinga is ruim dertig jaar na zijn vrouw in 1945 overleden. Hij is toen niet bij zijn vrouw in Haren begraven. Hij was in 1937 namelijk hertrouwd en wilde aan zijn eerste vrouw geen voorkeur geven boven zijn tweede vrouw. Hij is daarom begraven bij zijn jong overleden zoon Dirk in Oegstgeest. Op dit graf staat een grafsteen die identiek is aan de steen op de Eshof in Haren. Mevrouw Korevaart vermoedt, dat de vorm van de grafsteen verwijst naar het stamhuis van de familie Huizinga, het huis ‘Melkema’ te Huizinge.