Recent verwelkomde de gemeente Haren haar 20.000ste inwoner. Veel meer inwoners zullen er voor de opheffing per 1 januari 2019 niet bijkomen. Bij haar ontstaan in 1811 telt Haren zo'n 1300 ingezetenen. Haren was destijds een agrarische gemeente maar aan het begin van de twintigste eeuw probeerde het bestuur een graantje mee te pikken van het opkomend forensendom.
Tuinstad Haren Het eerste plan dateert van 1910 toen de ambitieuze burgemeester Boerema aantrad: tuinstad Helpman Haren, waarmee gemikt werd op welvarende stadjers, rentenierende boeren en oud-Indiëgangers. Het was overduidelijk niet de bedoeling om 'mingegoeden' te trekken. Een vijf jaar durende strijd resulteerde erin dat Haren Helpman in 1915 aan Groningen verloor. Als tegenprestatie verzag Groningen in een goede verbinding met de stad, de electrische tram die cruciaal is gebleken voor de groei van Haren, en een brug in Waterhuizen. Boerema ging door met de plannen voor tuinstad Haren. Na zijn plotseling overlijden zette burgemeester Nauta het werk voort. Het villapark was succesvol maar stelde de gemeente voor onverwachte problemen: er moest werk gemaakt worden van een goede waterleiding en afvalafvoer in de nieuwbouw, de vraag naar telefoonaansluitingen was groter dan de kabel aankon.
Tuindorp Onnen Was de tuinstad Haren in de visie van Boerema en Nauta voor de elite bedoeld, voor tuindorp Onnen (tuindorp Haren) gold dit niet. Deze wijk, aan de andere kant van het spoor, is gesticht rond 1920 voor de werknemers van het rangeerterrein van de Staatsspoorwegen. In die tijd zijn ook elders in Nederland tuindorpen gebouwd naar de utopie van de Engelsman Howard, zelfvoorzienend met eigen winkels, een soort dorphuis en een school. Het mooiste voorbeeld is 't Lansink in Hengelo. Werkgevers voelden zich verantwoordelijk voor de huisvesting van werknemers, in een vriendelijke groene omgeving waar rijk en arm door elkaar wonen en in harmonie samenleven.
Ingrid Smit voor de Harense Historische Vereniging Old Go Dit artikel is gepubliceerd in Haren de Krant februari 2019
Er is heel veel (geschied)geschreven over Haren, Noordlaren, Onnen en Glimmen en andere bijzondere plekken in de gemeente Haren. Zo’n honderd publicaties op zijn minst en alles doorbladerend vindt men maar heel weinig informatie over hoe de decemberfeesten gevierd werden. Drie boeken noemen iets specifieks, te weten ”Rondom het haventje in Haren”, ”Noordlaren van vroeger” en “Van Tuindorp tot Oosterhaar”. En dan gaat het eigenlijk alleen maar over Oud en Nieuw omdat dat feest in een agrarische gemeenschap die de gemeente Haren vroeger was meer gevierd werd dan Kerst en vooral meer buitenshuis.
Bijzonder is wanneer men bij oudere inwoners uit Haren informeert naar het Kerstgebeuren er verhaald wordt over een niet al te grote kerstboom in huis, al dan niet zelf uit het bos gehaald en vlak voor Kerstmis versierd met eenvoudige glazen kralen kettingen en glazen ballen, waarbij zilver de boventoon voerde en tot ver in de jaren vijftig voorzien van echte kaarsjes ( wie kent niet de ijzeren kaarsjeshoudertjes, een soort knijpertjes in miniatuur schelpvorm, en de stearinekaarsjes uit het bekende Gouda kaarsendoosje ) die nooit rechtop wilden blijven staan en daardoor drupten en de emmers met zand en water bij de kerstboom om een potentiele beginnende brand te kunnen blussen. En verder wordt er verteld dat er ook veel ‘hetzelfde’ is gebleven: de warme chocolademelk, de musket-, schuim- en chocoladekransjes, een kerstmannetje van chocola in zilverpapier en de grote kerstbomen in de hal van school of in de kerk.
Het maken van een omzetsel voor een Verkade-waxinelichtje van grijs karton waaruit een kerkje geprikt werd met raampjes van rood doorschijnend sitspapier en witte watten op de dakranden geplakt op de kleuter(bewaar)school of het figuurzagen en met een brandpen bewerken van kerstfiguren op de hobbyclub/ zondagschool. Met name de kerstsamenzang en het zondagschoolfeest op Tweede Kerstdag worden herinnerd en dan met name de cadeautjes: een grote navel sinaasappel in vloeipapier (een gewild verzamelobject-onder het feest werd er al druk geruild) en een boekje van W.G van der Hulst met titels als Gerdientje, Het klompje dat op het water dreef, Brammetje enz.
Maar dan Oud en Nieuw In het haventje was men vanaf half december al druk doende met een flinke carbidbus en werd er net als in Tuindorp tijdens Oudjaarsnacht heel veel versleept (en in tegenstelling tot deze tijd niets vernield!) : er werden torens op kruispunten van gebouwd, dingen werden op daken gehezen, het liefst op een schooldak en bij de Tuindorpschool was het elk jaar raak, de hele maand januari stonden er nog spullen op het dak die (nog) niet opgehaald waren (zie foto). Ook het eilandje midden in de Tuindorpvijver was een geliefde verzamelplaats wanneer het gevroren had maar het terughalen van spullen bij een plotseling invallende dooi was een groot probleem.
De inzet van de politie tijdens deze nacht is erg verschillend ervaren, er waren veldwachters die er danig op los sloegen en wilden verhinderen dat de schoolbelklok om twaalf uur geluid werd hetgeen toch elk jaar weer lukte, maar ook dat een politieman met motor met zijspan behulpzaam was tijdens het verslepen (het gezegde “De politie is je beste vriend” werd hier meer dan waargemaakt). In Tuindorp was het bovendien de gewoonte dat de jeugd bij alle huizen langs ging om iedereen een gelukkig nieuwjaar te wensen om vervolgens een cent te krijgen, met 132 huizen leverde dat dus bijna een daalder op! Het bakken van oliebollen en appelflappen bepaalde samen met het verbranden van kerstbomen de geur in de buurt omdat vaak in het schuurtje of onder het afdak op een gasvlinder met Buta-gas gebakken werd.
Op Nieuwjaarsdag gingen vooral de mannen langs bij allerlei buren om op een ‘jonkje’ getracteerd te worden terwijl op het platteland ook ‘boerenjongens’ geschonken werd. En het was daar ook dat bakkers langs kwamen met twee grote ‘stoetkorven’ gedragen aan een schouderjuk met allerlei lekkernijen zoals ‘oude wijven’, streepjeskoek en poffjes (kadetten met een krent er op) en een gratis krentestoet (bij 3 bakkers in Noordlaren b.v. betekende dat dus 3 gratis stoeten in de hoop dat de grootste en de lekkerste zou leiden tot klandizie voor het komende jaar).
Gertjan Hakkaart voor de Harense Historische Vereniging Old Go Dit artikel is gepubliceerd in Haren de Krant januari 2019
Wat Tuindorp in Haren is, dat weten we, maar wie was H.W. Middendorp en wat hebben ze met elkaar te maken? Hendrik Willem Middendorp, geboren in Steenwijk in 1842, kwam uit een artsenfamilie; hij studeerde voor arts en vervolgde zijn studie in Berlijn. Na terugkomst promoveerde hij in Groningen in juli 1867. Al in zijn studententijd maakte hij veel preparaten en werd daarmee bekend en beroemd; ook zijn proefschrift ondervond veel waardering, met name in het buitenland. Hij wees in 1870 een benoeming aan de Hogeschool van Osaka, Japan af, omdat hem een lectoraat aan de Groningse Universiteit was toegezegd. Dat werd hij in februari 1871, maar al in juli daarop werd hij tot professor benoemd in algemene ziektekunde en ontleedkunde. Hij was vrijgezel en kocht een buitengoed aan de rand van Haren en tegen Onnen aan gelegen. Op een topografische kaart uit 1903 is dat aangegeven als ‘De Koepel’, maar er was meer zoals uit de verkoopadvertentie van notaris Quintus uit 1913 blijkt: het wordt aangeprezen als ‘een rustig aangenaam gelegen wildrijk jachtterrein, met een grote visvijver en een jachthuis, schuren en nog twee kampen grasland en een prachtig wandelpark’, etc. totaal bijna 5 ha.
In dat buiten was ook een koepel (de weilandjes achter de koepel werden verhuurd) en hij verbleef daar soms een paar dagen. Er was ook een eilandje in een vennetje waar hij volgens sommigen in een ´theehuisje met gekleurd glas ´ in afzondering verblijf hield. Als hij dan weer terug ging naar zijn huis in de stad, moest zijn huisknecht eerst het paard ophalen. ‘Denk er om dat je er naast blijft lopen’ en ‘niet er op gaat zitten’ zo werd de knecht toegesproken.
Dat was niet zonder reden want in mei 1889 reed een eerdere knecht, een oud-cavalerist Nicolaas de Boer uit Steenwijk, op een paard ter hoogte van huize De Kamp aan de Rijksstraatweg in volle vaart tegen een laaghangende boomtak, viel van het paard en overleed. Middendorp had hem kort er voor nog gewaarschuwd voor laaghangende boomtakken.
Na zijn overlijden in mei 1918 werd zijn huis aan de Emmasingel in Groningen ter koop aangeboden en was het buitengoed reeds verkocht. Architect Philippus (Flip) Jacob Hamers (1882-1966) uit Bussum maakte in 1919-1920 een plan voor een Tuindorp met de bouw van woningen en een lagere school voor spoorwegmensen op het terrein naast het rangeerterrein en zo ontstond in fasen Tuindorp (via de woningbouwvereniging Onnen).
Sinds 1811 staat er een Openbare School in Glimmen aan de Rijksstraatweg. Na een heuse schoolstrijd kwam er een school bij. Ds. Petersen was de grondlegger en de initiatiefnemer voor de eerste vergadering om tot de oprichting van een christelijke school te komen (1930).
De Openbare school vond dit niet nodig. Er ontstond een heftige strijd en de Christelijken wonnen. Er kwam een Christelijke Nationale School bij aan de Nieuwe Schoolweg (1932). In 1963 werd er een kleuterschool bijgebouwd aan de Beukenlaan. De strijd werd door de kinderen nog jaren doorgezet. Ze scholden elkaar nog jaren uit voor ‘Cockse Mieghommels’ en ‘Openbaren Klapsigaren’.
In 1985 werd de basisschool ingevoerd en kreeg de school de naam de Marke. De kleuterschool aan de Beukenlaan werd gesloopt. Het schoolhoofd Janny Offeringa had zelf op de school gezeten en is jarenlang de directeur van de school geweest. Sinds 2013 zijn de beide scholen samen gegaan onder naam de Quintusschool. Het gebouw aan de Nieuwe Schoolweg werd gekozen als locatie.
Persoonlijke herinnering Ik heb van 1950- 1962 op deze school gezeten. Op de kleuterschool had ik juf Jullens. In de eerste en tweede klas haar zus, ook juf Jullens. In klas drie en vier meester Viet en in klas vijf en zes meester van Altena. In 2005 hadden we een reünie: een groot feest van herkenning. In de Gereformeerde kerk tegenover de school was de ontvangst. Wat een geborgenheid, wat een warmte voelde ik. Ook de generaties vloeiden samen; we hadden allemaal op dezelfde school gezeten en bijna het zelfde personeel gedeeld.
Literatuur Harener Historische Reeks: Naar school in Haren. Deel 8 Geschreven door H. Polman. 75 jaar Christelijke School in Glimmen. Een boek vol herinneringen.
De Harense Historische Vereniging Old Go is opgericht in januari 2010 en houdt zich bezig met de geschiedenis van de voormalige gemeente Haren. De gemeente bestond uit de dorpen Haren, Glimmen, Onnen en Noordlaren en de buurtschappen Essen, Dilgt en Hemmen. Op 1 januari 2019 is de gemeente Haren in het kader van de gemeentelijke herindeling samengegaan met de gemeenten Groningen en Ten Boer.
Gevarieerd aanbod
Lezingen en excursies
Organisatie Open Monumentendag
Uitgave van Harens Old Goud, 2x per jaar, een tijdschrift met een breed aanbod van artikelen en oude foto's
Publicaties in Haren de Krant
Presentatie en promotie op evenementen.
Info-centrum
Kom eens langs in het Info-centrum van Old Go! Elke eerste donderdag van de maand kunt u van 14.00 tot 16.00 uur bij ons terecht voor inzage in ons archief. We hebben een luisterend oor voor uw (oude) verhalen met of zonder foto’s. Voor vragen en informatie kunt u mailen naar info@oldgo.nl. Het adres is: Oude Brinkweg 12A, Haren; de trap op naar boven.