Hotel Suurd

In 1830 is de schoenmaker Hendrik Jans Woldring eigenaar van de panden aan de noordzijde van de kerk te Haren. Het gaat om een behuizing aan de straatweg en om een kleine behuizing daarachter. Woldring zal zelf aan de straatweg hebben gewoond. In het kleine huisje daar achter woont vanaf ca 1810 de uit het Duitsland afkomstige kleermaker Hendrik Haverding. Zoals in die tijd gebruikelijk werken beide ambachtslieden gewoon vanuit huis. Het is niet uitgesloten, dat de familie Woldring al erg lang eigenaar van de panden op deze locatie is. Eén van de oudste vermeldingen in het doopboek van de kerk te Haren luidt: “19-12-1708; Eijse, kind van Jakob en Jantien, ouders achter de kerk op Woldringkot”. Blijkbaar bewonen Jakob en Jantien een primitief hutje op het terrein van Woldring.

Omstreeks 1865 verkoopt de familie Woldring het aan de straatweg gelegen pand aan Otto Hoenderken. Hoenderken is daarvoor landbouwer geweest op de boerderij Lusthorst aan de Oosterweg (tot voor enige tijd nog in gebruik als manege), maar maakt nu een carrièreswitch naar de horeca. Otto Hoenderken is verantwoordelijk voor de bouw van het markante pand, dat we zien op de foto. Overigens is van het functioneren van zijn hotel annex café niet zoveel bekend. Otto Hoenderken overlijdt op 6 april 1890, hij is dan 73 jaar.

In mei 1891 neemt Reinder Suurd het logement en koffiehuis naast de kerk te Haren, zoals het dan in een advertentie wordt omschreven over van de erven van Otto Hoenderken. Het Nieuwsblad van het Noorden schrijft lovend over de door hem aangebrachte verbeteringen : “menig wandelaar welke dit café voor mei bezocht zal vreemd opzien naar de verandering welke het na dien tijd heeft ondergaan”. Suurd is van huis uit timmerman en heeft zich in 1880 als zodanig in Haren gevestigd. Ook na de overname van het café blijft hij zijn timmerbedrijf uitoefenen. Hij zal ook lid zijn geweest van het Harener brandweerkorps, want in 1899 volgt zijn benoeming tot opperbevelhebber van de brandweer in de gehele gemeente Haren. Die functie zal hij ruim tien jaar vervullen.

Ook met zijn café timmert Suurd behoorlijk aan de weg. Hij organiseert allerlei festiviteiten. Zo is er op 3juli 1892 muziek voor en na het vuurwerk ter gelegenheid van het 40-jarig ambtsjubileum van burgemeester Theodorus Jorissen. Een jaar later is er op zondagavond 5 november muziek en bal met daarbij het optreden van “een flinken Hollandschen komiek”. Vele verenigingen kiezen café Suurd met de ruime bovenzaal als hun vergaderlocatie. Het etablissement van Suurd zal een geduchte concurrent geweest zijn van het veel oudere café de Jagtwagen. De aanleg van de paardentramlijn naar Zuidlaren geeft een extra impuls aan de bereikbaarheid van Haren voor bezoekers vanuit Groningen. Suurd speelt handig op deze ontwikkeling in. Op één van de uithangbordjes vermeldt hij “wachtruimte voor de tram”.

De foto toont het café omstreeks 1900. Links in de straat zijn de rails te zien van de paardentram. Het laatste pand links (bij de paard-en-wagen) is het gemeentehuis op de hoek van de Rijksstraatweg en de Meerweg.

In 1918 koopt Suurd het achter het hotel gelegen pandje van Kars Woldring. Op 10 november 1921 overlijdt hij. Zijn vrouw Margootje Gerritsen zet de exploitatie van het café voort met zoon Herman en dochter Margaretha. In 1948 zijn Herman en Margaretha de 60 jaar royaal gepasseerd en verkopen zij de zaak aan Gunster van der Woude. Het café maakt in deze periode een verlopen indruk. De bovenzaal wordt in 1954 door de Sint Nicolaasschool gebruikt als eerste leslocatie. Van der Woude verkoopt het pand in 1955 en overlijdt kort daarop. Dit is de aanzet tot een enerverende laatste periode.

Het pand komt in eigendom van een belegger, die plannen ontwikkelt voor de bouw van appartementen ter plaatse. Op 16 november 1956 breekt plotseling brand uit in het pand, dat dan alleen nog wordt bewoond door een 21 jarige medewerker van de beleggingsmaatschappij. Reeds tijdens de brand wordt gedacht aan brandstichting. De bewoner en de directeur van de stichting Nederlandse Bouw- en Exploitatiemaatschappij te Assen worden kort daarop gearresteerd. De zaak komt landelijk in het nieuws, want de directeur blijkt een goede bekende. Hij is bij de laatste verkiezingen lijsttrekker geweest voor de Nederlandse Oppositie Unie en heeft een dubieus oorlogsverleden met daarna nog een dubieus optreden in Indonesië. De communistische krant De Waarheid kopt dan ook open en bloot: “Fascist Galliard staat terecht wegens brandstichting”. Men rekent hem zwaar aan, dat door de brandstichting mensenlevens in gevaar zijn gebracht.

Intussen wordt de puinhoop aan de Rijksstraatweg opgeruimd en wordt er door de fa Noorman een nieuw winkelpand gebouwd. In 1964 neemt de fa Bertram deze winkel over. Dat duurt tot 1889. Bertram verhuist dan naar een andere plek aan de Rijksstraatweg en het winkelpand wordt verbouwd ten behoeve van de nieuwe fusiebank ABN-AMRO. Een paar jaar later verhuist Bertram opnieuw. Nu naar een nieuw pand aan de Brinkhorst. Ongeveer op de plek van het Woldringkot en daarmee is de cirkel van dit verhaal weer rond.

De columns ‘Harener Historie’ worden geschreven door Eppo van Koldam. De eerste 78 columns zijn verschenen in het Harener Weekblad. De serie is per 1 april 2020 voortgezet op www.oldgo.nl. Deze column is eerder gepubliceerd in het Harener Weekblad op 22 februari 2017. 

Featured

Zwembad De Bam

Begin jaren 1960 staan er in het bouwblok Jachtlaan, Lokveenweg, Poorthofsweg en Stationsweg tussen veel nieuw gebouwde huizen nog drie oude boerderijen: Jachtlaan 18 (de ‘Jessicahoeve’) van de familie Jansen, Jachtlaan 34 bewoond door de familie Prins en Poorthofsweg 3 bewoond door de familie Alberts. De beide laatste percelen kennen een lange historie. In 1823 behoren ze tot de nalatenschap van Hendrik Adolfs en Fennechien Brouwer. Jachtlaan 34 wordt dan de ‘Zuiderkamp’ genoemd en wordt toebedeeld aan zoon Jan Adolfs. Dochter Fennegien Adolfs, die is gehuwd met Hendrik Vedder verkrijgt Poorthofsweg 3 (de ‘Noorderkamp’). In de huisnummering van 1830 heeft Jachtlaan 34 het nummer 23A en Poorthofsweg 3 het nummer 36. Het ‘A’ nummer duidt er op, dat Jachtlaan 34 is gebouwd na 1807. Poorthofsweg 3 (de ‘Noorderkamp’) zal het oudst zijn. Waarschijnlijk heeft een advertentie in de Groninger Courant van 5 januari 1798 betrekking op deze boerderij. Het gaat dan om de verkoop bij opbod van “een boeren behuisinge en schuire, alsmede een arbeiders woninge en schuire, met de vaste beklemminge van alle derzelver onderhorige hooy, bouw en weidelanden, alles tot Haren staande en gelegen en wordende door Hindrik Adolfs en Sikke Lucas meijerwijze gebruikt”.

Na 1925 verliezen de boerderijen geleidelijk hun functie. Steeds meer gronden worden verkocht voor woningbouw. In eerste instantie vindt de woningbouw plaats aan de bestaande straten, zoals de Jachtlaan (toen nog Onnerweg geheten) en de Stationsweg. Na 1935 worden de Lokveenweg en de Poorthofsweg aangelegd en raken de boerderijen nog meer ingesloten. De Noorderkamp komt zelfs achter de bebouwing aan de Poorthofsweg te liggen. Het is duidelijk, dat de exploitatie een aflopende zaak is. Iets waar de eigenaren van de boerderijen door de verkoop van grond trouwens zelf aan mee werken.

In 1960 koopt de Gereformeerde Stichting voor Huisvesting en Verzorging van Bejaarden de boerderijen Jachtlaan 34 en Poorthofsweg 3, alsmede een perceel weiland achter Jachtlaan 18. Het is de bedoeling van de stichting hier een verzorgingstehuis te bouwen. Deze plannen lijden in 1962 echter schipbreuk, omdat de Directie Volkshuisvesting en Gedeputeerde Staten niet willen meewerken aan bouw op deze locatie. Zij zien de bouw van een tehuis op zo ’n door andere woningbouw omsloten locatie niet zitten. Niet helemaal onbegrijpelijk, want de stichting beschikt dan alleen over de zuidelijke ontsluiting naar wat we nu de Bamshorn noemen. De stichting slaagt er vervolgens in om met de gemeente Haren overeenstemming te bereiken over een grondruil. De stichting verkrijgt grond in de Molenbuurt en de gemeente krijgt de percelen aan de Jachtlaan en de Poorthofsweg. Op het perceel in de Molenbuurt bouwt de stichting vervolgens ‘De Zonnehof’.

Maar wat wil de gemeente met het verkregen perceel? Dat weet de gemeente zelf ook nog niet. Ook nog niet als de gemeente in 1964 de Jessicahoeve aankoopt van de familie Jansen. Wel wordt dan de mogelijkheid genoemd hier de Hervormde School te bouwen. Dat plan gaat echter niet door, want die school komt aan de Oude Brinkweg. De ontwikkeling van de gemeente gaat snel in deze jaren. Het inwonertal groeit en ook de algemene welvaart. Daarmee groeit ook de behoefte aan nieuwe voorzieningen, zoals een sporthal en een overdekt zwembad. Vanaf 1965 zet de gemeente er op in, deze voorzieningen aan de Jachtlaan te realiseren. Allereerst de sporthal. Die komt in 1968 klaar en krijgt de naam ‘De Bam’. De naamgevingscommissie is tot deze naam gekomen, omdat ‘De Bam’ in Drenthe de naam is voor de plaats ‘waar je vrij bent en waar je onkwetsbaar bent in het spel’. En Haren is ook een beetje Drents, dus. Nu het zwembad nog. Bij de opzet van de sporthal is hier al rekening mee gehouden. De ingang is zo gesitueerd, dat die zowel geschikt is voor de sporthal (links) als het zwembad (rechts). Eind 1968 wordt er krediet verleend voor de uitwerking van de zwembadplannen en een jaar later is er een plan met een maquette. De pers bericht hier uitvoerig over (zie de foto met bijschrift uit het Nieuwsblad van het Noorden van 23 december 1968). Het wachten is nog op de financiering. Er wordt gedacht aan steunacties vanuit de bevolking.

En dan plotseling in 1971 verandert de gemeente de plannen radicaal. Het openluchtbad in de Appelbergen zal niet worden gerenoveerd, maar worden gesloten. En er komt geen overdekt zwembad bij de Bam. Er moet een gecombineerd buiten- en binnenbad komen bij het Scharlakenbos. En dat komt er een paar jaar later.

De columns ‘Harener Historie’ worden geschreven door Eppo van Koldam. De eerste 78 columns zijn verschenen in het Harener Weekblad. De serie is per 1 april 2020 voortgezet op www.oldgo.nl. Deze column is eerder gepubliceerd in het Harener Weekblad op 8 februari 2017. 

Annexaties en herindelingen

De officiële omschrijving van het gemeentewapen van Haren luidt als volgt: ‘in azuur een zilveren klok en in en vrij-kwartier van goud een dubbele adelaar, hebbende op de borst een schildje van zilver met een dwarsbalk van snopel’. De klok verwijst naar de zelfstandige boermarken, waaruit de gemeente is opgebouwd. De dubbele adelaar verwijst naar het feit, dat die zelfstandigheid eeuwenlang maar relatief is geweest, omdat de stad Groningen bestuurlijk de lakens uitdeelde.

Je kunt het wapen ook anders interpreteren: de klok verwijst naar het zelfstandig functioneren als gemeente en de adelaar naar de Groningse behoefte aan expansie. De historie leert ons dan, dat de Groningse behoefte aan expansie – mits goed onderbouwd - steeds tot een concreet resultaat heeft geleid. Dit in tegenstelling tot discussies over het al dan niet zelfstandig kunnen functioneren als gemeente. Die discussies zijn steeds verzand en, terugkijkend met de kennis van nu, terecht.

De eerste Groningse claim op Harens grondgebied komt in 1880 als de linie van Helpman wordt afgebroken. Deze linie ligt tussen het Helperdiepje en het Sterrebos. De stad wil een deel van de linie gebruiken als drekstoep (stortplaats voor fecaliën) en wil daar ook het bestuur over hebben. Haren verzet zich, maar stemt uiteindelijk in met een grenswijziging. Het gebied tot en met het Helperdiepje gaat in 1884 over naar Groningen.

In 1908 komt het gemeentebestuur van Groningen met een veel zwaardere claim. Groningen wil Helpman tot de Esserweg voor woningbouw en Euvelgunne, Gideon en Den Hoorn voor de aanleg van havens en industrieterreinen. Haren stribbelt tegen en wil vooral de annexatie van Helpman beperken. ‘Tot Villa Gelria’, is de inzet van Haren. De stad krijgt echter volledige steun van de provincie. Haren delft het onderspit en kiest ten slotte voor medewerking in ruil voor schadevergoeding. Die schadevergoeding bestaat uit het doortrekken van de elektrische tram naar Glimmen en een brug over het Winschoterdiep bij Waterhuizen. Met ingang van 1915 wordt de grenswijziging een feit.

Kort daarop – in 1920 - komt het provinciaal bestuur met de mededeling, dat het wenselijk is te komen tot een groter aantal krachtige gemeenten, welke in staat moeten worden geacht ten volle hun plichten te vervullen. Haren valt naar de mening van de provincie niet in de categorie krachtig genoeg en moet maar worden opgegeven. De stad Groningen meldt zich direct voor inlijving van Haren. Er ontstaat grote beroering en verzet. Ook burgemeester Boerema spant zich zeer in om het onheil af te wenden. In 1923 haalt het provinciaal bestuur bakzeil. De herindeling gaat niet door.

In 1960 komen weer plannen voor een Groningse expansie aan de orde. Groningen denkt snel uit te groeien tot een stad met 265.000 inwoners en daar is ruimte voor nodig. Ook grote delen van, ja liefst de gehele gemeente Haren. Met andere omliggende gemeenten schakelt Haren een deskundig instituut in. Dit instituut oordeelt dat de onderbouwing van de Groningse claim irreëel is. Een grote grenscorrectie is daarmee van de baan. Wel krijgt Groningen er per 1 januari 1969 nog enige gebieden ten noorden van het Paterswoldsemeer bij.

In 1996 wordt er landelijk weer aangedrongen op minder en grotere gemeenten. De stad Groningen reageert direct met een claim op Haren en Eelde, maar het loopt anders. Er ontstaat een nieuwe vorm van samenwerking : de Regiovisie Groningen-Assen 2030. Haren krijgt forse taakstellingen betreffende de woningbouw en bedrijventerreinen. Inmiddels zijn die taakstellingen al weer volledig achterhaald en in plaats van op het gaspedaal trapt het provinciaal bestuur nu stevig op de rem.

En nu anno 2016 is Haren volgens het provinciaal bestuur weer niet in staat zelfstandig goed te functioneren. Of is Groningen niet groot genoeg? Gaat het nu om de klok of de adelaar?

Bij de foto: vanuit het (nog) Harense Helpman kijken we uit op het in 1884 door Groningen geannexeerde gebied.

De columns ‘Harener Historie’ worden geschreven door Eppo van Koldam. De eerste 78 columns zijn verschenen in het Harener Weekblad. De serie is per 1 april 2020 voortgezet op www.oldgo.nl. Deze column komt echter niet uit de serie in het Harener Weekblad, maar is eerder gepubliceerd in de Gemeentegids 2017 Haren. 

Raadsvergadering, zaterdag 8 oktober 1836

“Zo”, tevreden kijkt Roelf Abels de opkamer van zijn herberg De Jagtwagen nog eens rond. Zes jaar geleden heeft hij de herberg gekocht en de zaken gaan goed. Helemaal nu het gemeentebestuur vorig jaar besloten heeft om zijn herberg als permanent huis der gemeente te kiezen en niet meer elk jaar van herberg te wisselen. Deze zaterdagmiddag is er weer een raadsvergadering. De heren zullen het wel niet te lang maken, want ze willen graag voor het donker weer thuis zijn. Voor burgemeester van Trojen is dat niet nodig, want sinds hij het buitenhuis Zorgvrij aan de Oosterweg heeft verkocht, heeft hij zijn intrek genomen in De Jagtwagen. Tenminste als hij niet in zijn huis aan de Herestraat in Groningen is. Van Trojen heeft net nog de geboorteaangifte opgenomen van Jantje Nijdam. Vader Roelf Nijdam, bakker aan de Hoornschedijk, trakteert nu de beide meegekomen getuigen op hun welverdiende afzakkertje. Van Trojen voert in de gelagkamer nog even overleg met veldwachter Roelf Rademaker.

Daar komt Willem Homan al aan uit Noordlaren. Hij heeft de sjees mogen lenen van zijn zwager Reinder Cluiving Hoenderken. De stalknecht van Abels ontfermt zich over het paard. Cornelis Hornhuis uit Onnen is nog even bij zijn zwager wethouder Jan Vos aan de Straatweg langs geweest. Ze komen nu samen met wethouder Roelf Koops, die vlak om de hoek woont, aanlopen. Jan Wuffen heeft een stevige wandeling achter de rug. Hij is uit Helpman komen lopen.

Van Trojen opent de vergadering. Geconstateerd wordt dat de heer Jonkheer Duco Gerald Rengers Hora Siccama afwezig is. “Alweer”, bromt Roelf Koops. “Hij is er bijna nooit”, durft nu ook Willem Homan in te brengen. Na enig rekenwerk stellen de heren vast, dat Hora Siccama sinds zijn benoeming tot raadslid op slechts drie van de achttien vergaderingen aanwezig is geweest. “Mijne heren, dit geeft geen pas”, zegt Van Trojen. “Bovendien kan ik melden, dat de heer Hora Siccama mij mondeling heeft laten weten, dat hij niet meer in de gemeente woonachtig is en dus ontslag neemt als raadslid. Ik stel voor dat wij een voordracht maken van twee personen, waaruit Gedeputeerde Staten dan een nieuw raadslid kunnen benoemen”. Met eenparigheid van stemmen wordt daarop besloten de landbouwers Jan Bos en Teunis Houwing uit Glimmen op de voordracht te plaatsen.

Van Trojen leest de notulen van de vorige vergadering voor en stelt vervolgens de ingekomen stukken aan de orde. Er zijn weer heel wat reglementen en ordonnanties ontvangen van Gedeputeerde Staten en de gouverneur des Konings. Onder andere wordt gewaarschuwd voor rondtrekkend gespuis. Van Trojen deelt mee, dat hij veldwachter Rademaker al strikte instructies heeft gegeven. Jan Wuffen geeft aan, dat in Helpman de nachtwacht een extra ronde loopt. Er is ook een brief van bakker Doll Havinga aan de Straatweg. Samen met zijn buurman Jan Brink doet hij beklag over het gedrag van Roelf van Dam. Deze heeft een stookplaats bij zijn huis, die voor veel overlast zorgt. Besloten wordt dat wethouder Koops dit uit zal zoeken en in de volgende vergadering rapport uit zal brengen.

“Heren, mijn dank voor uw aanwezigheid“. Van Trojen heeft de vergadering nog niet gesloten, of de heren zijn al druk in overleg over andere zaken. Wuffen denkt op de Zuidlaardermarkt twee paarden te kunnen verkopen en Hornhuis heeft gehoord, dat in Drenthe weer runderpest voorkomt. Glimlachend ruimt Abels de kamer op en schenkt de heren nog een glaasje in, voordat ze weer vertrekken.

Bij de foto: de herberg ‘De Jagtwagen’, oftewel het gemeentehuis van Haren is het pand links op de foto.

De columns ‘Harener Historie’ worden geschreven door Eppo van Koldam. De eerste 78 columns zijn verschenen in het Harener Weekblad. De serie is per 1 april 2020 voortgezet op www.oldgo.nl. Deze column komt echter niet uit de serie in het Harener Weekblad, maar is eerder gepubliceerd in de Gemeentegids 2017 Haren. 

Old Go

De Harense Historische Vereniging Old Go is opgericht in januari 2010 en houdt zich bezig met de geschiedenis van de voormalige gemeente Haren. De gemeente bestond uit de dorpen Haren, Glimmen, Onnen en Noordlaren en de buurtschappen Essen, Dilgt en Hemmen. Op 1 januari 2019 is de gemeente Haren in het kader van de gemeentelijke herindeling samengegaan met de gemeenten Groningen en Ten Boer. 

Gevarieerd aanbod

Lezingen en excursies

Organisatie Open Monumentendag 

Uitgave van Harens Old Goud, 2x per jaar, een tijdschrift met een breed aanbod van artikelen en oude foto's

Publicaties in Haren de Krant

Presentatie en promotie op evenementen.

Info-centrum

Kom eens langs in het Info-centrum van Old Go! Elke eerste donderdag van de maand kunt u van 14.00 tot 16.00 uur bij ons terecht voor inzage in ons archief. We hebben een luisterend oor voor uw (oude) verhalen met of zonder foto’s. Voor vragen en informatie kunt u mailen naar info@oldgo.nl. Het adres is: Oude Brinkweg 12A, Haren; de trap op naar boven.   

Contact

Wilt u lid worden?  Zie ons aanmeldingsformulier. 

Heeft u een algemene vraag of opmerking:  info@oldgo.nl

Wilt u een artikel of foto's aanbieden voor Harens Old Goud: redactie@oldgo.nl