Zaterdag 14 september a.s. is het weer Open Monumentendag! Net als andere jaren zullen er dan in de gemeente Haren weer een aantal monumentale gebouwen de deuren openen voor het publiek.
Het thema van de Open Monumentendag is dit jaar Macht & Pracht. Hierbij is te denken aan bestuurlijke en kerkelijke macht en pracht, zoals gemeentehuizen en kerken, maar ook aan herenboerderijen, notariskantoren en de kantoren van de waterschappen. Uiteraard zijn ook de borgen een symbool van macht en pracht.
Tot aan de Open Monumentendag staat er iedere week op deze website een monumentaal gebouw centraal als Monument van de Week. Als eerste de Dorps- of Nicolaaskerk in Haren.
DORPS- OF NICOLAASKERK, HAREN
Midden in het centrum van het dorp Haren is de Dorps- of Nicolaaskerk te vinden, een van de twee oude Groninger kerken die de gemeente Haren rijk is.
Het werd zo rond 1200 gebouwd op het hoogste gedeelte van het dorp Haren en was in die tijd omgeven door een aantal boerderijen. Ook lag het pal aan de belangrijkste doorgaande route van Groningen naar het zuiden.
Hoewel er nooit bewijs voor is gevonden, bestaat de mogelijkheid dat de Dorpskerk werd gebouwd op de overblijfselen van een oud heidens heiligdom, iets dat niet geheel ongebruikelijk was na de kerstening.
Het huidige gebouw heeft een bewogen geschiedenis achter de rug. Zo werd de toren een aantal keren in de brand gestoken tijdens gevechten tussen Groningers en Saksen en werd het in de tachtigjarige oorlog nogal eens door inwoners van Haren als schuilplaats gebruikt. Ook zou 'Bommen Berend', de Bisschop van Munster, tijdens het beleg van Groningen in 1672, de toren als uitkijkpost hebben gebruikt.
In eerste instantie was de Dorpskerk een Roomskatholieke kerk, gewijd aan Sint Nicolaas. Daar kwam tijdens de reformatie verandering in, toen in 1594 tijdens de reductie van Groningen, de 'gereformeerde' religie werd ingevoerd. Dit werd later de Hervormde kerk.
Door deze geschiedenis is er aan het uiterlijk van de Dorpskerk het een en andere veranderd. Ook hebben latere verbouwingen en restauraties hun sporen nagelaten.
De Dorpskerk werd zo rond 1220 gebouwd in de romano-gotische bouwstijl. Het had een eenvoudige rechthoekige plattegrond. Het aangebouwde koor was iets smaller dan het schip, met een lager dak. De muren van de kerk werden gemetseld in grote bakstenen, ook wel kloostermoppen genoemd. Oorspronkelijk had de kerk kleine ramen met een ronde boog. Een aantal daarvan zijn nog over. De andere, grotere, ramen werden in latere eeuwen aangebracht.
De oostgevel van het koor is voorzien van siermetselwerk. Helaas is dit door de aanbouw van de latere consistoriekamer grotendeels aan het oog onttrokken. Een klein beetje is hiervan nog zichtbaar in de topgevel van het koor.
De toren heeft, zoals vermeld, in het verleden heel wat te lijden gehad. De toren zoals wij die nu kennen met achtkantige spits is tot stand gekomen na een restauratie in 1914. Daarvoor had het een zadeldak. Deze is op oude foto's nog te herkennen. De westgevel van de toren werd tijdens die restauratie geheel opnieuw opgemetseld, waarbij ook de twee zware steunberen werden verwijderd
Het interieur van de kerk is sinds de reductie van 1594 nog een aantal keren aangepast. Sinds die tijd zijn de muren witgekalkt, waar ze eerst mogelijk voorzien waren van muurschilderingen. Ook moesten de mensen vroeger tijdens de kerkdienst staan, maar werden er later banken geplaatst.
Het schip heeft een eenvoudig houten plafond, maar het koor is overwelfd door een meloen gewelf. De doorgang tussen het koor en schip heeft een sierlijke spitsboog gekregen.
De preekstoel heeft rijk- met de vier evangelisten versierde houten panelen. Het dateert uit 1725.
Het merendeel van de banken in het schip is van jongere datum, maar een aantal oude exemplaren zijn in het koor bewaard gebleven. Het gaat hierbij om twee eikenhouten kerkbanken met deurtjes die vermoedelijk dateren van rond 1600. Deze dragen de wapens van de families Alberda en Schatter, wonende op het Hof te Hemmen. Verder zijn er in de kerk nog banken te vinden van rond 1660, waarschijnlijk gebruikt door Rudolf De Sitter (burgemeester van Haren, die woonde op Voorveld) en een bank uit 1725 met het wapen van de familie Gockinga die de borg Mickelhorst bewoonde. Ook de ouderlingen en diaken banken, die wel in het schip een plaats kregen, zijn bewaard.
Het orgel in de kerk is een ouder orgel dat in 1770 ingrijpend door Hinsz is gerestaureerd. Toen kreeg het ook de huidige vorm.
In en om de kerk zijn een aantal oude graven terug te vinden. Zo zijn die van J. Rummerink uit 1616 en R. Warmolts uit 1720 te zien in de vloer van de kerk. Het graf van een Scato Gockinga bevindt zich aan de zuidzijde van kerk. De sterk verweerde zerk op dat graf dateert uit 1833. Aan de zuidzijde bevinden zich ook drie graven van de familie Reiger, die in 't Huis de Wolf woonden.
Sinds 1973 is Dorpskerk een rijksmonument.