Gij zijt strontzakken

Gij zijt strontzakken

“Gij zijt strontzakken”, dat krijgen de rijksveldwachters Pieter Tadema en Walradus Dalmolen uit Groningen te horen van Geertruida Vrieling als zij in de nacht van 30 op 31 januari 1863 in haar tapperij in het dorp Haren proces verbaal opmaken vanwege overtreding van het sluitingsuur. Uiteraard pikken de beide veldwachters die aantijging niet en zo volgt nog een tweede proces verbaal. Dit keer voor het wanbedrijf van belediging door woorden van beambten in de uitoefening hunner functie aangedaan om hun eer of kieschheid aan te randen. Dat is nog wel even een graadje zwaarder dan de overtreding van het sluitingsuur en Geertruida moet dan ook voorkomen bij de rechtbank te Groningen. Dat gebeurt op 19 februari 1863. Geertruida voert nog aan, dat ze het gezegde niet speciaal bedoeld had voor de beide veldwachters, maar aan dat verweer hechten de rechters geen waarde. Een week later hoort Geertruida het vonnis. Voor de boosaardiglijke belediging van de veldwachters krijgt ze een boete van f.8,- en een veroordeling tot betaling van de kosten van het proces ten bedrage van f.1,58. Sneu geld.

En dan is het uiteraard interessant te weten: wie was Geertruida Vrieling en waar was haar tapperij in Haren?

Om met het eerste te beginnen. Geertruida wordt op 12 december 1824 te Haren geboren als dochter van Jan Gerrits Vrieling en Janna Geerts Buining. Haar ouderlijk huis stond aan de Kromme Elleboog op de hoek met de Kerklaan. Dus ongeveer op de huidige rotonde. In 1848 trouwt Geertruida met Geert Suurveen (ook wel gespeld als Zuurveen). Geert is schoenmaker te Groningen en daar gaat het jonge stel ook wonen. In de jaren die volgen worden vijf kinderen geboren. Maar dan slaat het noodlot toe. Een half jaar na de geboorte van het jongste kind overlijdt Geert op 11 augustus 1857 op 34-jarige leeftijd. Geertruida is dan weduwe met de zorg voor vijf jonge kinderen. Dat zal een moeilijke tijd voor haar geweest zijn.

In 1860 blijkt Geertruida te zijn terug gekeerd in Haren. Ze heeft een nieuwe partner gevonden in de persoon van Berend Berends, die – verwarrend genoeg – ook wel wordt vermeld als Berend Berends de Jonge. Berend is weduwnaar. Zijn vrouw Geessien Mannes is op 28 maart 1853 overleden in het kraambed na de geboorte van hun eerste dochter Hendrikje. Samen met zijn dochtertje woont Berend Berends bij zijn schoonouders Geert Mannes en Henderkien Berends Peulinga aan de Biksweg 2 te Onnen. Maar dan volgt in 1860 de nieuwe relatie met Geertruida Vrieling. Waarschijnlijk al iets eerder, want in 1859 koopt Berend Berends een pand aan de Rijksstraatweg van Roelf van der Es. Het gaat om het huidig adres Rijksstraatweg 158, tegenwoordig ook bekend als het restaurant Yugo.

Hoe nu het verder verloop precies is, is mij nog wat onduidelijk. Vast staat, dat Berend en Geertruida op 24 maart 1860 in het huwelijk treden en dat op 1 oktober 1860 hun zoon Hendrik wordt geboren. Het bevolkingsregister vermeldt echter, dat Geertruida vanaf december 1859 alleen met haar kinderen aan de Rijksstraatweg woonde en dat Berend Berends pas in april 1862 bij haar introk, dochter Hendrikje achterlatende bij opa en oma in Onnen. Dat is uiteraard allemaal een beetje vreemd. Vanaf april 1862 is de situatie in ieder geval duidelijk. Geertruida en Berend wonen dan met de vijf kinderen uit het eerste huwelijk van Geertruida en hun zoontje Hendrik aan de Rijksstraatweg. Vervolgens krijgen zij op 14 september 1862 nog een zoon Gerrit en op 12 juli 1864 een dochter Marchien. Ik neem aan, dat Berend vanuit het pand een klein landbouwbedrijf bestierde en dat Geertruida een winkel annex tapperij aan huis had. In het bevolkingsregister wordt zij in 1860 aangeduid als koopvrouw. Een dergelijke rolverdeling tussen man en vrouw was in die tijd tamelijk normaal.

Nu kennen we dus de situatie, zoals die was toen de beide veldwachters hun opwachting maakten en van Geertruida de volle laag kregen. Maar hoe ging het verder? In mei 1870 verhuizen Geertruida en Berend met de kinderen naar Glimmen. Waarschijnlijk naar het Glimmense deel van Harenermolen. Berend wordt dan weer vermeld als landbouwer. Vanuit Glimmen zal het gezin eind jaren ’70 verhuisd zijn naar Kielwindeweer. Daar overlijdt Geertruida op 15 mei 1883. Ze is ruim 58 jaar oud geworden. Berend is dan kastelein. Waarschijnlijk in een herberg nabij de molen van Kielwindeweer. Uiteindelijk keert Berend terug naar Haren. Hij overlijdt daar, 84 jaar oud, op 16 augustus 1906. Zijn kleinzoon Berend Eisses doet aangifte van zijn overlijden. Mogelijk woonde Berend bij hem in huis. Berend Eisses was toen eigenaar/bewoner van een boerderijtje ten oosten van de Oosterweg (ongeveer op het huidig kruispunt Essenlande/Oldenborg), dat reeds in 1934 is afgebroken.

Het pand Rijksstraatweg 158 te Haren wordt in 1870 gekocht door Egbert Meijer, geboren op 12 maart 1819 op een boerderij te Dilgt, maar – waarschijnlijk door zijn huwelijk met Alberdina Alberts – al lange tijd als middenstander actief in Haren. Hij wordt vermeld als landbouwer, voerman en rijtuigverhuurder, maar zal stellig ook de tapperij hebben voortgezet. Zijn zoon Roelof Meijer staat bekend als kapper, caféhouder en rijtuigverhuurder. In 1931 verkoopt de familie Meijer het pand aan de Rijksstraatweg aan Jan Pama. Deze richt zich geheel op de exploitatie van het café. Als hij ca. 1952 stopt blijft de eigendom van het pand nog tot 1987 in de familie. In 1954 is J. Meijer de exploitant van het café, dat dan de naam ‘Amicitia’ heeft gekregen. Vanaf 1961 neemt Klaas Hofman de exploitatie over. Als hij stopt komt er een chinees-indisch restaurant onder de naam King Wah. Over dat restaurant staat op 5 januari 1972 in het Nieuwsblad van het Noorden: “In het sinds 24 december geopende Chinees-Indisch restaurant King Wah aan de Rijksstraatweg in Haren ontstond gistermorgen een begin van brand in de keuken, toen een pan met vet in brand vloog. De eigenaar van het restaurant, de heer Liang Ping Cheng, probeerde tevergeefs het vuur met water te doven. De brandweer van Haren kon erger voorkomen, door de vlammen met koolzuursneeuw te blussen. De schade is gering”.

Op de foto bij de neergelaten markies het pand Rijksstraatweg 158 te Haren. U ziet, dat ook jaren na de euveldaad van Geertruida het pand door de Hermandad nog steeds nauwlettend in de gaten wordt gehouden.

De columns ‘Harener Historie’ worden geschreven door Eppo van Koldam. Iedere twee weken verschijnt een nieuwe column. De eerste 78 columns zijn verschenen in het Harener Weekblad. De serie is per 1 april 2020 voortgezet op www.oldgo.nl. Dit is digitale column nr. 53.

Old Go

De Harense Historische Vereniging Old Go is opgericht in januari 2010 en houdt zich bezig met de geschiedenis van de voormalige gemeente Haren. De gemeente bestond uit de dorpen Haren, Glimmen, Onnen en Noordlaren en de buurtschappen Essen, Dilgt en Hemmen. Op 1 januari 2019 is de gemeente Haren in het kader van de gemeentelijke herindeling samengegaan met de gemeenten Groningen en Ten Boer. 

Gevarieerd aanbod

Lezingen en excursies

Organisatie Open Monumentendag 

Uitgave van Harens Old Goud, 2x per jaar, een tijdschrift met een breed aanbod van artikelen en oude foto's

Publicaties in Haren de Krant

Presentatie en promotie op evenementen.

Info-centrum

Kom eens langs in het Info-centrum van Old Go! Elke eerste donderdag van de maand kunt u van 14.00 tot 16.00 uur bij ons terecht voor inzage in ons archief. We hebben een luisterend oor voor uw (oude) verhalen met of zonder foto’s. Voor vragen en informatie kunt u mailen naar info@oldgo.nl. Het adres is: Oude Brinkweg 12A, Haren; de trap op naar boven.   

Contact

Wilt u lid worden?  Zie ons aanmeldingsformulier. 

Heeft u een algemene vraag of opmerking:  info@oldgo.nl

Wilt u een artikel of foto's aanbieden voor Harens Old Goud: redactie@oldgo.nl