Per 1 januari 1915 vindt een grenswijziging plaats tussen de gemeenten Groningen en Haren. De wet, waarbij deze grenswijziging wordt geregeld, bevat ook enige bepalingen over een door de gemeente Haren te ontvangen compensatie. In dat verband is vooral artikel 5 van de wet van belang. Dit artikel luidt: “Door de gemeente Groningen zal, indien en zoodra zij de daarvoor vereischte Rijksconcessie en vergunning tot gebruik maken van den Rijksweg zal hebben verkregen, eene electrische tramverbinding worden gelegd tusschen Groningen vanaf het tegenwoordige eindpunt van de gemeentetram tot aan het einde der keibestrating in het dorp Haren en daarna door haar worden geëxploiteerd. Daarnaast zal, voor zoover van de gemeente Groningen afhangt, aan de Tramwegmaatschappij Zuidlaren - Groningen de gelegenheid verblijven de gemeente Groningen al of niet op eenigszins andere wijze dan thans plaats heeft, langs den openbaren weg tot het bestaande eindpunt te bereiken”. Vooral de tweede zin van het artikel vormt een tamelijk onbegrijpelijke ratjetoe van woorden. En dat zal de jaren die volgen blijken!
Om het enigszins begrijpelijk te maken eerst maar even een korte historie. In 1890 start de Tramwegmaatschappij Zuidlaren – Groningen (TMZG) met de aanleg van een paardentram vanaf Zuidlaren naar Groningen. Op 10 augustus 1892 wordt deze nieuwe verbinding feestelijk in gebruik genomen. In Groningen eindigt de lijn bij het Boschuis tegenover het Sterrebos. Dit is sinds april 1884 weliswaar niet meer de grens tussen de gemeenten Groningen en Haren, die ligt inmiddels bij de Nattebrug, maar het is nog wel het einde van de Rijks(straat)weg, en de TMZG heeft een concessie om van die Rijksweg gebruik te maken en het vervoerbedrijf van de gemeente Groningen, de Gemeentetram Groningen (GTG) heeft die concessie niet. Bij de grenswijziging in 1915 wordt de Rijksweg vanaf het genoemde Boschhuis tot de Esserweg aan de gemeente Groningen overgedragen (en vernoemd tot Verlengde Hereweg). De GTG kan dus zonder problemen de tramlijn verlengen tot de Esserweg, maar de deal met Haren vereist een verdere verlenging. In aanvulling op wat in de wet is geregeld komen de gemeenten Haren en Groningen in 1920 zelfs nog overeen, dat de elektrische tram niet zal eindigen in Haren, maar bij het (inmiddels verdwenen) station aan de Oude Schoolweg in Glimmen. Haren moet daarvoor wel een forse jaarlijkse vergoeding aan de GTG betalen.
Intussen denkt het bestuur van de TMZG op rozen te zitten. Men meent zelfs, dat niet het GTG, maar de TMZG de aanleg moet verzorgen van de nieuwe elektrische tramverbinding en dat – in de wet staat “het bestaande eindpunt” - tot ver binnen de grenzen van de gemeente Groningen. Ook droomt de TMZG van een verdere uitbreiding van het lijnennet richting Veendam. De gemeente Haren is aandeelhouder van de TMZG en verzet zich op allerlei manieren tegen de plannen van deze maatschappij. Haren heeft er geen enkel vertrouwen in, dat de TMZG tot een goede exploitatie in staat is en stelt onomwonden, dat de TMZG “ten doode is opgeschreeven”. Maar zolang de TMZG niet toegeeft, verleent het Rijk geen concessie aan het GTG en heeft Haren geen tram. De gemeente Groningen ziet dat allemaal rustig aan en stelt tevreden vast, dat voorlopig de hand nog op de (compensatie)knip kan worden gehouden. Van Groningse kant wordt de TMZG dan ook geen enkele handreiking geboden.
Na een aantal jaren van veel overleg worden de verhoudingen er op zijn zacht gezegd niet frisser op. Harens burgemeester Mr. H. Boerema brengt zelfs naar voren, dat de betrokken ambtenaar op het ministerie van Waterstaat onder een hoedje speelt met een bestuurder van de TMZG, die een familielid van hem is. In het gemeentearchief van Haren bevindt zich het concept van een brief van Boerema aan de Minister van Waterstaat. Waarschijnlijk is de brief niet verzonden en dat is gelet op het taalgebruik begrijpelijk. Boerema moet duidelijk stoom afblazen over de president commissaris van de TMZG “een man die verandert als een blad aan de boom, die chicaneert en een tot stand gekomen overeenkomst weet te behandelen als scheurpapier”.
Uiteindelijk wordt de TMZG inderdaad geliquideerd. Al gaat ook dat weer op een bijzondere manier. Zo vindt op 24 november 1919 een vergadering plaats in hotel Willems te Groningen. Omdat er geen quorum is, kunnen geen beslissingen worden genomen. Uit antwoorden op vragen van de wel aanwezige Boerema blijkt, dat gebouwen die getaxeerd waren op ruim f.73.000,- verkocht zijn voor slechts f.38.000,-. Boerema is daar furieus over en raakt over deze zaak stevig in de clinch met zijn collega’s van Zuidlaren en Anloo, maar hij krijgt te weinig steun om een vuist te maken.
Ook voor Haren heeft de manier van liquidatie nog gevolgen. De TMZG had ten behoeve van de bouw van een transformatorstation de huidige percelen Rijksstraatweg 209 tm 213 gekocht van landbouwer Hemmo Hemmes. Boerema wil dat de TMZG deze percelen overdoet aan de GTG, maar het bestuur van de TMZG heeft de percelen al onderhands doorverkocht aan de kooplieden Everhard Botjes en Albertus Sebo van der Veen in Groningen. In een besloten raadsvergadering op 2 september 1919 geeft Boerema aan, dat deze beide heren al bij hem zijn geweest en hebben aangegeven op het perceel drie woningen te willen bouwen. Hij heeft hun echter meegedeeld dat dit niet zou worden toegestaan. Hij wil nog trachten het perceel in handen te krijgen door in ruil daarvoor een ander terrein aan te bieden. “Het wil hem echter voorkomen deze zaak niet geheel zuiver is”. Zijn zin krijgt Boerema overigens niet. Voor de GTG moet een ander terrein worden gezocht en de heren Botjes en Van der Veen bouwen gewoon de door hen gewenste woningen.
Dat andere terrein voor de GTG wordt iets zuidelijker aan de Rijksstraatweg gevonden. De gemeente Groningen koopt daar het perceel genaamd De Talenkamp en bouwt daar vervolgens een omvormingsstation en dienstwoning (zie de afbeelding). Nu staan op dit perceel aan de Rijksstraatweg het Total benzinepompstation en aan de Westerse Drift drie dubbele woningen (nrs. 42 tm 52) en daar tussenin het zorgcentrum Westerholm met de nieuw gebouwde vleugel aan de Beatrixlaan. Deze nieuwbouw wordt op 24 september a.s. officieel in gebruik genomen. Ik mag die gebeurtenis opluisteren met een ‘historische wandeling’ rond het zorgcentrum. Een aantal keren lopen we in ca 3 kwartier het rondje Irenelaan, Westerse Drift, Wilhelminalaan en Beatrixlaan. Een tocht vol historische verrassingen. Zie over de mogelijkheden tot deelname www.oldgo.nl.
De columns ‘Harener Historie’ worden geschreven door Eppo van Koldam. Iedere twee weken verschijnt een nieuwe column. De eerste 78 columns zijn verschenen in het Harener Weekblad. De serie is per 1 april 2020 voortgezet op www.oldgo.nl. Dit is digitale column nr. 65.