Wie waren ze, het interessante en creatieve maar tegenwoordig nog weinig bekende echtpaar: Sevensma en Sevensma-Themmen?Ze woonden in het rietgedekte huis aan de Meentweg 1, Glimmen, dat in hun opdracht in 1934 is gebouwd, tien jaar na hun huwelijk. Het kreeg de inspirerende, maar ook eigenlijk onbekende naam: 't Huys ten Brinck.
Ze waren zeer godsdienstig: gereformeerd, kregen drie kinderen en reden in een Saab. Het echtpaar verhuisde midden jaren 60 naar Apeldoorn. Beiden zijn begraven op de Eshof, Haren. Moeder en de vroeg overleden zoon in graf 03/01/G/03, vader in graf 03/03/Z/09. Gezina (Gé) Sevensma-Themmen (Groningen 14-8-1896 – Apeldoorn 18-12-1967), deed een opleiding aan de Kweekschool met den Bijbel en werd lerares aan de Industrieschool voor meisjes.
Ze begon haar schrijverscarrière bij het christelijke weekblad De Spiegel (uitgegeven tussen 19061969). Tegen de Emmer Courant zei ze in 1954 dat “een verhaal meestal onbewust klaar ligt in de schrijver.” Later ging ze boeken schrijven met een duidelijke christelijke inslag. Haar inspiratie voor de meisjesboeken zal ze gevonden hebben in haar dagelijkse omgang met meisjes, als lerares. Door haar bekendheid als schrijfster werd ze gevraagd in heel Nederland, kwam in de redactie van o.a. het christelijk maandtijdschrift Kentering (1924), het blad voor christelijke jongelui, en gaf, door heel Nederland, lezingen en voordrachten. Op de landelijke radio, NCRV, heeft ze in juni 1934 in een “literair halfuurtje” over de “vrouwenbeweging in den roman” verteld.
Volgens het Nieuwsblad van het Noorden had ze een “boeiende manier van vertellen” en volgens De Zondagsbode (1929) “steekt ze ver boven het middelmatige uit.” Volgens de Emmer Courant (1954) “bleven (tijdens lezingen) de meegebrachte breiwerken in de schoot rusten.” Haar boeken lagen vroeger in bibliotheken, boekwinkels en bij de Vereniging ter bevordering van Christelijke Lectuur (VCL).
Wybren Sipke Sevensma (Sneek 13-10-1896 – Apeldoorn 19-4-1974) was leraar aan het meisjesnijverheidsonderwijs te Groningen. Ook hij schreef, o.a. een boek over kostuums: “Beknopte geschiedenis van het kostuum, met de ontwikkeling van het kostuum van vroeger tot 1950”, met veel door hem zelf gemaakte illustraties: een belangrijk boek voor het nijverheidsonderwijs. Ook schreef hij o.a. het boek: “Ethisch-Aesthetisch” (1930), dat Klaas Heerema, pseudoniem van de dichter en taalkundige Muus Jacobse (19091972), recenseerde. Als filosofische verhandeling vond de recensent het interessant en prettig om te lezen, maar Sevensma slaagde echter niet in zijn poging om christelijke kunstcritici een leidraad te geven voor de toepassing van de begrippen ethisch en esthetisch in alle kunsten.
Hun zoon, IJsaäk Wybren (1-10-1925 – 23-8-1952) was marine-officier en verscheen vaak in vol ornaat in de kerkdienst. Hij stierf al op 26-jarige leeftijd aan jeugdkanker en is met militaire eer begraven. De stoet liep met de lijkkoets en begeleid door een marinierskapel vanuit het ouderlijk huis over de Rijksstraatweg naar de Eshof.
Henk Bakker voor de Harense Historische Vereniging Old Go
Bronnen: neocalvinisme.nl, familie Bakker, delpher.nl, dbnl.org
Foto: ZB Krantenbank Zeeland, Maas- en Scheldebode, 23 februari 1935, p. 6.
Dit artikel is geplaatst in Haren de Krant oktober 2022.