Zomervakantie voor de jeugd ruim een halve eeuw geleden

Nu deze augustusmaand qua weer doet denken aan de mooie zomers van vroeger een stukje over hoe de jeugd zo’n 60 jaar geleden de zomervakantie doorbracht. Hutten bouwen in het Scharlakenbos en bij de Tuindorpvijver was een aangenaam tijdverdrijf, vooral voor jongens. En dan werd er  ‘oorlogje gevoerd’ met eigen gemaakte katapulten, pijl-en-bogen (de pijlen werden van riet uit het zogeheten waggelgebied-riet dat aan de rand van het veen groeide-gesneden) en proppeschieters.
De meisjes deden minder gevaarlijke spelletjes zoals tollen, blikspuit en verstoppertje.

En er werd veel gezwommen, soms in de Drentse Aa maar veel meer in het natuurbad van Appelbergen met badhokjes en een kiosk, in de mid-dertiger jaren geopend en na veertig jaar opgeheven toen het buitenbad Scharlakenhof werd open gesteld en gelegen op de plek waar nu een zanderige parkeerplaats voor auto’s is waar wandelaars die het Appelbergerbos aandoen gebruik van maken. Dat buitenbad dat na krap vijftien jaar alweer in 1990 gesloten werd en nu als een vierkante ‘vijver’ in het bos ligt waarin zelfs gevist en heel soms wat gevangen wordt. En er kon gezwommen worden in het Paterwoldsemeer aan de Meerweg in zwembad de Lijte.
Minder vaak werd er in de Boerema-parkvijver, bij Sassenhein en in de spoorsloot achter de Watertoren gezwommen; op de laatste plek leerden wel veel met name jonge Tuindorpers zwemmen.

Er werden vliegers gemaakt van een frame van dunne latjes (opgehaald bij de plaatselijke aannemers zoals Kwant en Swaving) en vliegertouw beplakt met gekleurd sitspapier en een staart met ‘strikken’ crêpepapier-hoe groter de vlieger, hoe meer strikken.
Met wedstrijden wie de vlieger het langst in de lucht kon houden en welke vlieger het hoogst stond, redelijk objectief vast te stellen; onmin en ruzie kon ontstaan over wie de mooiste vlieger gemaakt had. Met de Drentse Aa en een aantal vijvers en plassen in de buurt werd er ook gevist vaak met eigengemaakte hengels: een bamboe bonenstok en een dobber van een kurk aan een ganzenveerschacht gestoken.

Het summum was een dagje uit naar de speeltuin van de Twee Provinciën met zijn ‘vuurtoren’ aan het Paterswoldsemeer, met zijn beroemde kettingbrug en de mini-speedbootjes.

Op vakantie gaan kwam in die jaren veel minder voor en de 13-/ 14-jarigen zochten vakantiewerk in de buurt: kersenplukken bij een Harense kersenteler en bij enkele groentekwekerijen wortelen, uien, kool, e.d. oogsten.
Kinderen uit boerengezinnen hoefden geen vakantiewerk te zoeken, zij werden als vanzelf sprekend ingezet bij werkzaamheden die in de zomermaanden plaatsvonden zoals het hooien. En wanneer er op vakantie gegaan werd was dat voor hedendaagse begrippen vaak ‘primitief’: een vader die als vrachtwagenchauffeur werkte kreeg van zijn baas een huif om over de open laadruimte te spannen; in de laadruimte alles wat men tegenwoordig in een camper heeft, voor een week op naar het ‘verre ’Limburg. “Mijn mooiste vakantie ooit!” aldus het nu inmiddels 74-jarige ‘kind’.

Ook schrijver van dit stukje kan met enige weemoed terug denken aan de zomervakanties van weleer: er werd veel met moeder gefietst en in de pauze voor een dubbeltje bij Jamin een vierkante schijf roomijs tussen twee wafeltjes gekocht.

Gertjan Hakkaart 

Dit artikel is verschenen in Haren de Krant augustus 2024

 

 

Avondlicht (nu de Dilgt) in oorlogstijd

Op 1 mei 1934 verhuisden de eerste bewoners van huize Avondrust aan de Korreweg naar huize Avondlicht aan de Dilgtweg. Men was tot het inzicht gekomen dat “massale koude verzorging, een opeenhooping van oude menschen in grootte ongezellige ruimten, veelal in uniforme kleding” de individuele mens tekort deed. Daarom werd in Haren acht hectare grond gekocht (grond was goedkoop in Haren) en werd Avondlicht gebouwd volgens de nieuwste inzichten. Hoewel het gebouw nog lang niet bewoonbaar was, inrichting, personeelsbezetting en werkverdeling waren nog niet op orde, ging de verhuizing toch door omdat Avondrust al werd afgebroken i.v.m. het uitbreidingsplan van Groningen.
Op 3 november 1934 werd Avondlicht officieel geopend. Het eerste lustrum werd sober gevierd omdat op 28 augustus 1939 de mobilisatie werd afgekondigd. Op 10 mei 1940 raakte Nederland betrokken bij de oorlog.

Men probeerde zo goed mogelijk de oorlog door te komen. Maar de moeilijkheden stegen bij de dag in verband met voedsel- en kolenvoorziening, luchtbeschermings- en verduisteringsmaatregelen, prijsstijgingen, verscherpte distributiemaatregelen en verzendmogelijkheden. De was moest daarom intern gedaan worden terwijl er een personeelstekort was, mannen werden opgeroepen voor het leger, om voor de Duitsers te werken of doken onder. Financiële moeilijkheden omdat bank en giro geblokkeerd werden en leveranciers contante betaling eisten. Avondlicht had geen contant geld. De wandeltuin werd groentetuin. Een welkome aanvulling omdat groente niet altijd voldoende te krijgen was. Voor de slacht hield men varkens. Begin 1944 kreeg Avondlicht een boete omdat het toegestane elektriciteitsrantsoen was overschreden.

Na de vordering van het blindeninstituut in maart 1944 leek het erop dat Avondlicht een noodziekenhuis zou worden, maar dat gebeurde niet. Op 12 september 1944 ’s avonds om 9 uur werden gebouw en inventaris gevorderd. Het gebouw moest snel worden ontruimd. Door onderhandelingen werd bereikt dat alleen de linkervleugel en de hal binnen 24 uur overgedragen moesten worden, en later de personeelsafdeling, de kerkzaal en een deel van de ziekenzaal. Een aantal inwoners ging naar familie. De meesten bleven en moesten kamers delen.

Avondlicht was na de bevrijding weer snel op orde. De schade viel mee. De gevangen genomen NSB-vrouwen hadden het bezette gedeelte van het gebouw bezemschoon gemaakt; schilders, stukadoors en behangers deden de rest.

Hermien Noordhoff

Foto: Avondlicht met op de achtergrond de Dilgtweg omstreeks 1950,

Dit artikel is verschenen in Haren de Krant juni 2024

Wat moest de gemeente met Glimmens rioolwater?

Riolering
Vanaf 1948 wilde de voormalige gemeente Haren in Glimmen actie ondernemen tegen de vervuiling van sloten en grondwater door geloosd afvalwater van huishoudens en zuivelfabriek De Toekomst. Ook moest het winnen van drinkwater door het waterleidingbedrijf De Punt veilig blijven.

Gekozen werd voor een riool dat het afvalwater in dezelfde leiding afvoert, geen aparte voor regen- en afvalwater. Er 'mag geen water uit de riolering in de polder worden geloosd. Zuivering is voorshands niet nodig bij afvoer naar openbaar water.' Lees: Drentse A. Het is de gemeente onduidelijk of de A 'ongezuiverd rioolwater zou mogen ontvangen'. Vanwege het asfalteren van en ter voorkoming dat de Rijksstraatweg weer opgebroken moest worden, worden in 1959 alvast delen van het riool aangelegd.

Zuiveringsinstallatie Nieuwe Kampsteeg
In 1949 komt de gemeente-architect met een nieuw ontwerp voor mechanische reiniging van het rioolwater. Het 'verloren stukje terrein' tussen Nieuwe Kampsteeg 14 en 20 is 'uitermate geschikt', wordt aangekocht en de bouw goedgekeurd door de gemeenteraad (januari 1958) en de provincie (maart 1959). Aangezien de zuiveringstechnieken veranderden, het terrein moeilijk vergroot kon worden en dan te dicht bij woningen zou komen liggen, het aantal inwoners van Glimmen zou stijgen en de Provinciale Planologische Dienst het eigenlijk geen geweldige plek vond, verdween het plan blijkbaar in de ijskast.

Zuiveringsinstallatie Oosterbroekweg

Na jaren van twijfel en andere zienswijzen werd in 1961 eindelijk doorgepakt. Er kwam het raadsbesluit om een ander perceel aan te kopen en wel aan de Oosterbroekweg, langs de Drentse A om daar een zuiveringsinstallatie te bouwen. 'Keurig verscholen achter de Glimmer bossen,' vermeldt het Nieuwsblad van het Noorden en door de toen aangeplante bossage. Zie afbeelding. Uiteindelijk wordt het, volgens het NvhN 'een Pasveer-installatie, gebaseerd op het vereenvoudigd idee van een biologische reiniging'. Het gezuiverde water wordt in de A geloosd. Het achtergebleven slib is mest voor de plantsoenen en kwekerijen. Een aangebrachte rode lamp, die tot in Haren te zien is, meldt storingen.

Emmink en Emmerich te Noorderhoogebrug krijgen in 1963 de bouwopdracht voor ongeveer twee ton.
In 1964 is het klaar. Omstreeks 1996/1997 is de zuiveringsinstallatie gesloten en het riool aangesloten op die van Eelde.

Henk Bakker

Gebruikte bronnen: Groninger Archief en Delpher

Dit artikel is verschenen in Haren de Krant mei 2024

Yesse en burgemeester Evert van Ketwich Verschuur

Het is geen voor de hand liggende combinatie, een middeleeuws klooster en een burgemeester die dit jaar (op 19 april) precies 100 jaar geleden overleed.

Maar als je zoals ik voortdurend op zoek bent naar verhalen over het voormalig Harens klooster Yesse (Essen), dan kijk je soms te ver. Dichtbij is er ook altijd wel wat.

Jaren geleden deed ik eens mee aan een rondleiding over dit kerkhof en hoorde daar het bijzondere verhaal over het afscheid van burgemeester Van Ketwich Verschuur van Groningen, in 1924. De burgemeester zou zelf het Esserveld openen en vroeg zich, vermoedelijk tijdens voorbereidingen, volgens het verhaal hardop af wie als eerste daar begraven zou worden. Niet lang daarna werd hij dat zelf, nadat hij plotseling tijdens zijn werk op kantoor in zijn stoel was overleden. Hoe bizar kan het gaan. Overigens was het kerkhof toen nog niet officieel geopend.

Inmiddels was mij ook duidelijk geworden dat het grondgebied van het Esserveld ooit kloostergrond was. Kortgeleden verzorgde Adrie van der Laan de jaarlijkse Kloosterlezing over een Yesser handschrift dat in Groningen weer aandacht kreeg door Prof. Dr. J.J. (Jos) Hermans. Ook hij ligt begraven op ditzelfde Esserveld.

En om nu alle mogelijke verwarring even voor te zijn: Evert van Ketwich Verschuur was burgemeester van Groningen van 1917 tot 1924, hij stierf op de leeftijd van 45 jaar. Zijn zoon Frank Willem zou, nadat hij enkele jaren in Kamp Vught gevangen had gezeten, in 1947 benoemd worden tot burgemeester van Haren. Hij bekleedde deze functie tot zijn pensioen in 1974.

De nonnen konden dit nooit weten, maar omgekeerd zullen we ook nooit weten of de burgemeesters ooit geweten hebben dat vader Evert in kloostergrond zou rusten…

Annemiek Bos

Foto: Beeldbank Groningen
Begrafenis Evert van Ketwich Verschuur, Esserveld, 1924

Dit artikel is verschenen in Haren de Krant april 2024

Subcategorieën

Old Go

De Harense Historische Vereniging Old Go is opgericht in januari 2010 en houdt zich bezig met de geschiedenis van de voormalige gemeente Haren. De gemeente bestond uit de dorpen Haren, Glimmen, Onnen en Noordlaren en de buurtschappen Essen, Dilgt en Hemmen. Op 1 januari 2019 is de gemeente Haren in het kader van de gemeentelijke herindeling samengegaan met de gemeenten Groningen en Ten Boer. 

Gevarieerd aanbod

Lezingen en excursies

Organisatie Open Monumentendag 

Uitgave van Harens Old Goud, 2x per jaar, een tijdschrift met een breed aanbod van artikelen en oude foto's

Publicaties in Haren de Krant

Presentatie en promotie op evenementen.

Info-centrum

Kom eens langs in het Info-centrum van Old Go! Elke eerste donderdag van de maand kunt u van 14.00 tot 16.00 uur bij ons terecht voor inzage in ons archief. We hebben een luisterend oor voor uw (oude) verhalen met of zonder foto’s. Voor vragen en informatie kunt u mailen naar info@oldgo.nl. Het adres is: Oude Brinkweg 12A, Haren; de trap op naar boven.   

Contact

Wilt u lid worden?  Zie ons aanmeldingsformulier. 

Heeft u een algemene vraag of opmerking:  info@oldgo.nl

Wilt u een artikel of foto's aanbieden voor Harens Old Goud: redactie@oldgo.nl