Loopgraven in Essen

Vorig jaar op 1 mei 2019, stond er een artikel in het Harener Weekblad waarin Rika Buist, in 1945 woonachtig in Essen, een brief schreef over de laatste oorlogsdagen. Een van de zaken die ze noemt is, dat haar broer Jan door de Duitsers is gevorderd om loopgraven te helpen aanleggen rond het buurschap Essen, een intrigerende opmerking. 
                                                                                                    
Recent zag ik een deel van een afbeelding van door de bezetter aangelegde loopgraven in Essen. De volledige afbeelding van de Duitse verdedigingswerken rond de stad Groningen in 1944-1945 (Groningse Volksalmanak, historisch jaarboek voor Groningen 1976-1977) laat veel meer hiervan zien rond de Stad. 
Rond Essen zien we hele rijen loopgraven met aan de meest noordelijke zijde mitrailleurnesten en prikkeldraad mitrailleurstellingen. Deze laatste liep ongeveer richting zuidwest-noordoost, kruiste beide spoorlijnen iets ten zuiden van de splitsing bij Helpman, en liep tot aan het Winschoterdiep, om daar aan te sluiten op vergelijkbare verdedigingswerken ten oosten van de Stad. De meest zuidelijke liep door de weilanden tussen Essen en de Oosterweg. Rond Essen richting de Rijksstraatweg en vooral ook aan de westzijde daarvan het zelfde beeld. 
 
Wat verder duidelijk wordt is dat er ten oosten van Essen grote gebieden onder water waren gezet: vanaf het Winschoterdiep naar het westen, en over de spoorlijn Groningen-Hoogezand heen een groot deel van het gebied ‘De Vork’ en verder naar het zuiden tot (vermoedelijk) Waterhuizen en verder de polders in. Het oostelijke gedeelte van de loopgraven lag in het onder water gezette gebied, wat het gebruik niet eenvoudiger gemaakt zal hebben.
Of ze überhaupt gebruikt zijn is overigens maar de vraag. De schrijver in de Almanak, Chr. Van Welsenes, geeft ook aan dat het hier een nat en venig gebied betreft en dat deze zo duidelijk zichtbare werken mogelijk de geallieerden naar een andere aanlooproute moesten lokken, wat ook gebeurd is. ‘Tante Rika’ schreef ook al dat er in Haren en Essen ‘weinig gebeurd’ zou zijn.
 
De loopgraven in het noordelijk gebied waren voor Haren zeker niet uniek. Het boekje ‘Belevenissen en herinneringen uit de oorlogsjaren 1940-1945 en rond de bevrijding van Haren op 14 april 1945’ leert ons dat in elk geval ook in Noordlaren en Onnen en in het Geertsema’s bos tankvallen en/of loopgraven geweest zijn. In het bos zijn ze ook nu nog zichtbaar.
 
Ik kan geen conclusies over gebruik van de loopgraven en hun belang bij de verdediging van de Stad of het verloop van de bevrijding geven, maar voor Essen is het duidelijk: niet alleen in 1594 toen Schotse legers in het klooster Yesse bivakkeerden maar ook in 1945 heeft het of een rol gespeeld in, of geleden onder oorlogsgeweld. Wat 4 cijfertjes al niet kunnen betekenen…
 
Annemiek Bos voor de Harense Historische Vereniging Old Go 
Dit artikel is gepubliceerd in Haren de Krant december 2020

H. Peters en de toren van de Dorpskerk

Cornelis Hendriks Peters, beter bekend als C.H. Peters, Rijksbouwmeester, Groningen 1847, den Haag 1932, ging naar het stedelijk gymnasium met de bedoeling predikant te worden, maar veranderde van gedachte en trad in dienst bij een architect in Sneek. Later mocht hij zijn opleiding vervolgen in Amsterdam bij het bureau van de bekende architect Pierre Cuypers, werkte ook op het Roermondse bureau van hem en dank zij diens invloed werd hij bouwkundige bij het rijk. Hij werd later directeur voor het noordelijke deel van de rijksdienst landsgebouwen en kwam weer in Groningen terecht.

Voor zichzelf begonnen als architect restaureerde hij o.a. de Marktpleinkerk in Winschoten 1905-1907 en bezocht de Dorpskerk van Haren. Hij maakte er een verslag van en publiceerde dat in de Groningsche Volksalmanak voor 1894. Voor dat verslag maakt hij ook tekeningen van hoe naar zijn visie het kerkgebouw en de toren er in vroeger tijd uit zou hebben gezien. Daarvoor had Peters een spits ontworpen en het siermetselwerk van de spitsaanzet hersteld. Ook maakte hij een tekening van het interieur van de kerk die laat zien hoe de het huidige koor van de kerk met gewelf en de oostgevel van het gebouw ervan binnenuit uitzag zonder het stucwerk.

Rond 1913 werd Peters gevraagd de restauratie van de toren te leiden. De opdracht voor Peters werd verstrekt door de gemeente Haren als eigenaar van de toren. De kerk bleef buiten beschouwing. Peters ontwierp een nieuwe spits, bracht een gewelf aan in de toren ter hoogte van de eerste vloer, concludeerde dat de steunberen konden verdwijnen en ommuurde de hele toren met nieuw metselwerk van bakstenen die hij ook in Winschoten had gebruikt en van een fabriek in Limburg afkomstig waren.

De ingang door de toren is in 1714 ontstaan, daarvoor kon je de kerk binnenkomen door de manneningang aan de zuidzijde en de vrouweningang aan de noordzijde, deze ingangen zijn na 1714 gedicht, maar de aanzetten ervan zijn buitenom nog steeds te zien.

Roelof van Wijk voor de Harense Historische Vereniging Old Go 
Dit artikel is gepubliceerd in Haren de Krant november 2020

Tuindorp Onnen

In een ver hoekje van de oude marke Onnen werd tussen 1920 en 1925 het tuindorp Onnen gebouwd. De spoorwegen richtten voor de huisvesting van de werknemers van het rangeerterrein de woningstichting Onnen op. Het personeel kwam van elders. Het was de tijd van de stoomtreinen er was veel meer personeel nodig dan nu: machinisten, stokers, remmers. Het goederenvervoer, vooral van landbouwproducten groeide toen sterk.  

De spoorwegen voelden zich verantwoordelijk voor de huisvesting van hun werknemers, in een vriendelijke groene omgeving waar rijk en arm door elkaar wonen en in harmonie samenleven, de gedachte achter een tuindorp. Zo gemengd was het overigens niet. Management, middenkader en lager personeel hadden elk een eigen woningtype, in aparte straten.
 
De oprichting van de openbare Tuindorpschool leidde ertoe dat de openbare school in Onnen moest sluiten. In het dorp kwamen een badhuis, een buurthuis en vier winkels: een groente- annex viswinkel, een slagerij, een manufacturenwinkel. De kruidenier met brooddepot was een filiaal van de coöperatieve Productie- en Verbruikersvereniging De Toekomst uit Groningen, met o.a. een vestiging in de Oosterparkwijk. De Toekomst maakte deel uit van een veel bredere, landelijke en zelfs internationale coöperatieve beweging, die nauw verbonden was met de socialistische beweging. Voor het overwegend agrarische Haren, maar vooral voor het christelijke Onnen moet dit een vreemde wereld geweest zijn, daar aan de andere kant van het spoor. De winkel heeft maar kort bestaan: geopend in 1925, gesloten in 1934 toen de klandizie terugliep omdat het landbouwproduct verminderde, het rangeerterrein grotendeels gesloten en het personeel overplaatst werd. Het terrein bleef eigendom van de spoorwegen die hier in 1985 de lijnwerkplaats Onnen openden.

Was de woningstichting Onnen bedoeld voor spoorwegpersoneel, gaandeweg werkten steeds minder bewoners bij de NS en waren veel woningen privébezit. In 1958 werd de stichting opgeheven. Van het overgebleven geld werd een café aangekocht en verbouwd tot buurtcentrum Mellenshorst. Het oude Tuindorp lag ver van de dorpskern van Haren. Met de bouw van Oosterhaar werd het de bebouwde kom ingetrokken.
 
Ingrid Smit voor de Harense Historische Vereniging Old Go
Dit artikel is gepubliceerd in Haren de Krant oktober 2020

Hooien en oogsten in Noordlaren

Tot zo’n honderd jaar geleden kende Noordlaren, waar in polders gehooid werd en op zandgrond geoogst, een bijzondere vorm van samenwerken. Vóór de hooi- en oogsttijd kwamen alle boeren, “de boer”, ongeacht grootte van het bedrijf, eigen- of keuterboeren, bijeen onder de linden bij de kerk. Opgeroepen door hoorngeblaas door vier “hoornboeren”, jaarlijks gekozen door alle boeren: twee uit het noord-einde, twee uit het zuid-einde. Op de bijeenkomst werd bepaald wanneer werd begonnen met het maaien (“in de bouw gaan”) en het binnenhalen van hooi en rijp koren (“beginnen van de intrekkeltijd”). Het zogeheten schuttelbier stroomde rijkelijk.
 
Het eigenlijke werk werd door klokgelui begeleid en kende een vaste dagindeling. Om 6 uur werd er geluid om naar de eigenboeren te gaan voor een aonbiet en om naar de werkplek te gaan. Om 7 uur wordt er opnieuw geluid, beantwoord door het blazen op de boerhoorn  en mag het werk beginnen. Om 12 uur weer klokgelui om naar huis te gaan voor het middagmaal, om 2 uur opnieuw klokgebeier om het werk te hervatten. Om 4 uur wordt koffie en stoet gebracht (“vesper”). Om 8 uur klokgeklep en hoornblazen ten teken van het einde van de werkdag. Buiten de afgesproken werktijden is het niet toegestaan om op de werkplek aanwezig te zijn behalve de maaier die na 8 uur door mag maaien totdat zijn zeis (“zwa”) stomp is.
 
Het werk bestaat uit maaien, wellen (het gemaaide in garven opzalten),  (samen)binden van de garven en hokken (in hokken zetten van de gebonden garven).
Binnenhalen van hooi en koren moest binnen dezelfde tijden gebeuren. Behalve als tijdens het luiden en hoornblazen van 8 uur ’s avonds al begonnen was met het opladen (“voer”) dan mocht die lading nog naar huis gereden worden. In het reglement stond: “Stoort iemand zich, gedurende de bouw- en intrekkeltijd, niet aan de gegevene teekenen, druischt hij in een of ander opzigt tegen de bestaande gebruiken, gewoonten of bepalingen aan, dan verbeurt hij eene halve ton bier, ten voordele van de boer.” Het samenwerken en kleinschalige ‘boeren’ wordt tegenwoordig gepropageerd in het circulaire ‘boeren’; niets nieuws onder de (hete) zomerzon.
 
Gertjan Hakkaart voor de Harense Historische Vereniging Old Go  
Dit artikel is gepubliceerd in Haren de Krant september 2020

Old Go

De Harense Historische Vereniging Old Go is opgericht in januari 2010 en houdt zich bezig met de geschiedenis van de voormalige gemeente Haren. De gemeente bestond uit de dorpen Haren, Glimmen, Onnen en Noordlaren en de buurtschappen Essen, Dilgt en Hemmen. Op 1 januari 2019 is de gemeente Haren in het kader van de gemeentelijke herindeling samengegaan met de gemeenten Groningen en Ten Boer. 

Gevarieerd aanbod

Lezingen en excursies

Organisatie Open Monumentendag 

Uitgave van Harens Old Goud, 2x per jaar, een tijdschrift met een breed aanbod van artikelen en oude foto's

Publicaties in Haren de Krant

Presentatie en promotie op evenementen.

Info-centrum

Kom eens langs in het Info-centrum van Old Go! Elke eerste donderdag van de maand kunt u van 14.00 tot 16.00 uur bij ons terecht voor inzage in ons archief. We hebben een luisterend oor voor uw (oude) verhalen met of zonder foto’s. Voor vragen en informatie kunt u mailen naar info@oldgo.nl. Het adres is: Oude Brinkweg 12A, Haren; de trap op naar boven.   

Contact

Wilt u lid worden?  Zie ons aanmeldingsformulier. 

Heeft u een algemene vraag of opmerking:  info@oldgo.nl

Wilt u een artikel of foto's aanbieden voor Harens Old Goud: redactie@oldgo.nl