Dit begrip is niet alleen een eeuwenoude aanduiding dat men op een bepaalde plaats zijn domicilie heeft maar het is ook een oud volksrecht waarop in vroeger jaren nogal eens een beroep werd gedaan. Het domicilie was de plaats waar de haard brandde in de haardstee, een niet los te denken onderdeel van de woning en belangrijk voor de belastinginner omdat men aangeslagen werd op het aantal haardsteden in huis.
Het oude volksrecht hield in wanneer men in één etmaal een ‘huis’ wist te bouwen en er kwam rook uit de schoorsteen voordat de volgende dag de zon opkwam, dan was er niemand die de bouwer nog van die plaats kon verdrijven.
Men moet niet denken dat het hier echte huizen betrof, het was eerder een plaggenhut: wat palen van dennenhout in de grond met wilgentenen vlechtwerk en aangesmeerd met leem en mest met een dak van heideplaggen met in de midden een rookgat. Op de vloer een cirkel van zwerfkeitjes die als ‘haardstee’ dienst deed.
De woning moest op gemeenschappelijke grond van de boermarke gezet worden en er moest jaarlijks wel een kleine vergoeding (erfpachtrecht) betaald worden meestal door de diaconie van de kerk.
In het boekje “Noordlaren van vroeger” van A. Timmer wordt de bouw van zo’n woninkje met voornaam en toenaam beschreven: de timmerlieden uit het dorp bouwden vanuit de noaberplicht het ‘huis’ binnen de gestelde tijd en toen de rook uit de provisorische schoorsteen kwam ging de jeneverfles rijkelijk rond om dit heugelijke feit te vieren, waarbij de veldwachter van tevoren de nodige jenevertjes aangeboden kreeg om een oogje toe te knijpen tijdens de bouw.
Op enig moment moest volgens sommige oude regelingen voor elke haarstede, waarbij roock hier voor de haard staat, een belasting in natura betaald worden aan de stad Groningen in de vorm van hoenders die zo groot moesten zijn dat ze in staat waren om op een omgekeerde emmer te vliegen.
Deze regeling werd later afgekocht door een bepaald bedrag te betalen, het zogenaamde roockgeld dat later werd vervangen door de belasting die haardstedengeld of haardgeld werd genoemd.
Gertjan Hakkaart
Dit artikel in gepubliceerd in Haren de Krant van augustus 2023