Het trieste einde van Willem Jans Harms

Het trieste einde van Willem Jans Harms

Willem Jans Harms woonde in 1830 met zijn vrouw Aaltje Jans en vier kinderen aan de Oosterweg in Haren. Ongeveer tegenover de huidige Grootslaan. Willem was in 1777 geboren te Glimmen en op 16 maart 1777 gedoopt in de kerk te Noordlaren. Ook zijn vrouw Aaltje Jans kwam uit Glimmen. Hij was met haar in 1803 getrouwd in de kerk te Noordlaren. De burgerlijke stand bestond toen nog niet, zodat de registratie van geboorten (via de doop) en huwelijken een kerkelijke aangelegenheid was.

Willem en Aaltje hadden het niet breed. Dat kunnen we afleiden uit een briefwisseling tussen schoolmeester Nicolaas Dekker van de school aan de Kerkstraat in Haren en het gemeentebestuur. Een belangrijke inkomstenbron voor de schoolmeester waren de schoolgelden die de ouders van de leerlingen betaalden. Voor onvermogende en minvermogende ouders betaalde de gemeente het schoolgeld. In 1824 werd dochter Geesje Harms het gehele jaar voor rekening van de gemeente onderwezen en in 1825 gold dat zelfs voor drie kinderen van Willem en Aaltje, maar toen alleen voor de zes wintermaanden. Waarschijnlijk moesten de kinderen de andere maanden met hun ouders op het land aan het werk.

Tussen 1830 en 1834 zal Willem Jans Harms met zijn gezin verhuisd zijn naar een woning tussen Haren en Onnen. Helaas is niet duidelijk waar precies. De akte van overlijden dd 20 januari 1834 van Willem had daar duidelijkheid over kunnen geven, maar in die akte wordt slechts vermeld dat Willem is overleden in Wijk A van het dorp Haren zonder vermelding van het huisnummer. Woningen aan het huidige Felland vallende onder wijk A van Haren waren er toen nog niet. Willem zal met zijn gezin dus waarschijnlijk hebben gewoond aan de huidige Onnerweg in Haren.

Het overlijden van Willem Jans Harms is de aanleiding voor dit verhaal. Hij kwam namelijk nogal triest aan zijn einde. We lezen dat in een brief gedateerd 19 januari 1834 van de burgemeester aan de gouverneur (= Commissaris van de Koning). “Ik heb de eer u kennis te geven, alsdat op laatste zaterdag den 18 dezer in de agtermiddag tusschen 4 en 5 uren, de persoon van Willem Harms oud 56 jaren, in mijne gemeente woonachtig en wel tusschen Haren en het karspel Onnen, zijnde gehuwd en hebbende vier kinderen, arbeider van beroep en overigens zeer behoeftig, juist op het ogenblijk dat hij in zijne deur stond door een ongelukkig geweerschot zodanig aan het hoofd is getroffen geworden, dat de dood onmiddellijk daarop volgde”. De burgemeester meldt verder, dat hij zich na het eerste bericht daarover dadelijk naar de plek des onheils heeft begeven en dat er nog met geneeskundige hulp is getracht het leven van Willem Harms te redden, maar tevergeefs.

Dan is vervolgens uiteraard de vraag: wat is daar gebeurd? Wie is verantwoordelijk voor de dood van Willem Jans Harms? De officier van justitie in Groningen bemoeit zich nu ook met de zaak en hij concludeert op grond van een verhoor van de jachtopziener, dat er waarschijnlijk een afgedwaalde kogel tijdens een vossenjacht Willem noodlottig is geworden. Een aantal deelnemers aan die vossenjacht zou op de 18e januari 1834 aanwezig zijn geweest in de herberg van een zekere Essing te Onnen. De burgemeester krijgt opdracht deze Essing daarover te verhoren. Uit onderzoek van de burgemeester blijkt dat met de persoon Essing de voerman, landbouwer en kastelein Kars Eisses bedoeld zal zijn. Deze heeft een herberg net ten zuiden van het dorp Onnen (huidig adres Dorpsweg 56 te Onnen). De burgemeester kan op 22 januari 1834 het proces verbaal van het verhoor van Kars Eisses toezenden aan de officier van justitie. Hij verklaarde “dat hij dien gansche dag niet in huis is geweest, dat hij in den morgen van die dag was uitgegaan met paard naar den Middelhorst agter Haren om hout te vervoeren, dat hij eerst tegen den avond huiswaarts was gekeerd, dat hij op zijne terugreis het huis van Willem Harms was voorbij gereden, toen reeds het ongeluk aldaar had plaats gehad, waarvan men hem ter plaatse had kennis gegeven, alwaar den comparant niet wiste van het gezelschap hetwelke zich ten zijne huize heeft bevonden, dat zijne huisvrouw Aaltje Oosterveld op den dag te huis was geweest, doch aan hem niets meer had verklaard, dan dat er vossejagers waren geweest”.

Die constructie, waarbij de vrouw des huizes feitelijk de tapperij bestierde en de man elders aan het werk was, was in de 19e eeuw heel normaal in de gemeente Haren. Uiteraard verhoorde de burgemeester vervolgens ook Aaltje Oosterveld, de vrouw van Kars Eisses. Zij bevestigt dat op de bewuste dag een groep vossenjagers bij haar is geweest en noemt als namen van deelnemers: Egbert Abbring, Jan Folkerts de Vries, Tonnis Houwing, Jan Bos, Hendrik Berends de Jager en Roelf Pieters. Ook waren er nog acht studenten. Voorts verklaart ze dat het gezelschap ongeveer een uur bij haar is geweest, dat ze uit de richting van Noordlaren gekomen waren, maar dat ze niet weet in welke richting ze vertrokken zijn.

Blijkbaar heeft de officier van justitie ook zelf verder onderzoek gedaan, want hij komt met een lijstje namen van personen die mogelijk ook bij de vossenjacht betrokken waren en dat waren niet de eerste de besten: wethouder Jan Vos en zijn schoonzoon (en later wethouder) Lucas Rummerink, twee zonen van wethouder Roelf Koops, Chirstoffer van Boekeren, voormalig exploitant van de herberg De Jagtwagen in Haren, landbouwer Egbert van Hemmen en de zoon van Jan Veltman, burgemeester van Noorddijk. De burgemeester hoort ook al deze personen en stuurt de processen verbaal daarvan op 27 januari 1834 naar de officier van justitie.

En dan? Helaas horen we dan niets meer van de zaak. Geen van de in 1834 door de rechtbank te Groningen gewezen vonnissen heeft op de dood van Willem Jans Harms betrekking. De officier van justitie zal de zaak wel geseponeerd hebben bij gebrek aan bewijs richting een mogelijke dader en van zijn archief is niets bewaard gebleven. Zo zullen we nooit weten wie verantwoordelijk was voor het trieste einde van Willem Jans Harms en zo eindigt ook dit verhaal een beetje in mineur. De enige die wellicht garen spon bij de hele affaire was Reintje de Vos en daarom mag hij op de foto.

De columns ‘Harener Historie’ worden geschreven door Eppo van Koldam. Iedere twee weken verschijnt een nieuwe column. De eerste 78 columns zijn verschenen in het Harener Weekblad. De serie is per 1 april 2020 voortgezet op www.oldgo.nl. Dit is digitale column nr. 87.

Old Go

De Harense Historische Vereniging Old Go is opgericht in januari 2010 en houdt zich bezig met de geschiedenis van de voormalige gemeente Haren. De gemeente bestond uit de dorpen Haren, Glimmen, Onnen en Noordlaren en de buurtschappen Essen, Dilgt en Hemmen. Op 1 januari 2019 is de gemeente Haren in het kader van de gemeentelijke herindeling samengegaan met de gemeenten Groningen en Ten Boer. 

Gevarieerd aanbod

Lezingen en excursies

Organisatie Open Monumentendag 

Uitgave van Harens Old Goud, 2x per jaar, een tijdschrift met een breed aanbod van artikelen en oude foto's

Publicaties in Haren de Krant

Presentatie en promotie op evenementen.

Info-centrum

Kom eens langs in het Info-centrum van Old Go! Elke eerste donderdag van de maand kunt u van 14.00 tot 16.00 uur bij ons terecht voor inzage in ons archief. We hebben een luisterend oor voor uw (oude) verhalen met of zonder foto’s. Voor vragen en informatie kunt u mailen naar info@oldgo.nl. Het adres is: Oude Brinkweg 12A, Haren; de trap op naar boven.   

Contact

Wilt u lid worden?  Zie ons aanmeldingsformulier. 

Heeft u een algemene vraag of opmerking:  info@oldgo.nl

Wilt u een artikel of foto's aanbieden voor Harens Old Goud: redactie@oldgo.nl