Soms is ook het tafereel op een tamelijk recente foto al historie. Op de bovenstaande foto uit 2009 presenteren burgemeester Marc Boumans (links) en wethouder Jeroen Niezen (rechts) plannen voor de invulling van het Raadhuisplein na afbraak van het op de achtergrond nog aanwezige in 1975 geopende raadhuis. Voor de oostwand van het plein waren er drie alternatieven uitgewerkt in piepschuim. Belangstellenden konden die naar eigen keuze op de juiste plaats schuiven. Na Jeroen Niezen kwamen er andere wethouders die allemaal aankondigden de klus van de invulling van het Raadhuisplein wel even te zullen klaren. Maar u kent het resultaat: nihil.
En nu worden er weer nieuwe plannen aangekondigd. Daarbij doet zich de situatie voor dat de bomen op en aan het Haderaplein inmiddels 15 jaar ouder geworden zijn en nu bij de besluitvorming een rol van betekenis lijken te gaan spelen. Het is altijd een interessante tegenstelling geweest: de meeste gebouwen mag je niet zonder vergunning bouwen, maar wel zonder vergunning afbreken, terwijl je de meeste bomen zonder vergunning mag planten, maar niet zonder vergunning mag kappen. We wachten de ontwikkelingen vol spanning af. Laat ik me maar richten op de historie van het plein.
Als we kaarten van 200 jaar geleden bekijken, zie we dat ook toen aan de Rijksstraatweg ter hoogte van het huidige Raadhuisplein sprake was van een onderbroken gevellijn. Vanaf de Rijksstraatweg tot aan het tracé van de huidige Hortuslaan lag een weiland. Het weiland was begin 1830 grotendeels eigendom van de landbouwer Jan Swartwold (1762-1830). Vanaf 1781 tot 1813 was deze Jan Swartwold ook schoolmeester geweest in Haren. Een klein strookje van het weiland langs de Rijksstraatweg was niet van Swartwold, maar van de coöperatie ‘De 24 boeren van Haren’. Deze coöperatie was een overblijfsel van de voor 1800 al opgeheven marke in Haren en bezat in Haren vooral wegen en stukjes woeste grond. Mogelijk was het strookje langs de straatweg een overblijfsel van de oorspronkelijk volledige eigendom van de marke van deze straat.
Het strookje langs de Rijksstraatweg is interessant, omdat op dat strookje in 1842 een eerste ontwikkeling plaats vindt. De coöperatie is dan bereid een deel van het perceel aan de gemeente af te staan ten behoeve van de aanleg van een brandkom met bijbehorende omheining. Mijn vermoeden is dat de bij het graven van de kom vrijgekomen grond toen op het achterliggende weiland is gestort, waardoor daar de later zo kenmerkende bult is ontstaan. In 1845 wordt bij de brandkom een huisje geplaatst voor het stallen van de brandspuit.
In 1892 wordt Roelf Abels (1847-1929) eigenaar van het gehele weiland. Hij is dan nog eigenaar, bewoner en exploitant van de schuin tegenover het perceel (huidige hoek Rijksstraatweg/Vondellaan) gelegen herberg De Jagtwagen. In 1895 bouwt de gemeente een nieuw huisje voor het opbergen van de brandspuit achter het in 1884 gebouwde gemeentehuis op de hoek van de Rijksstraatweg en de Meerweg. Dit maakt voor Roelf Abels de weg vrij om aan de Rijksstraatweg een villa te bouwen boven op de al gememoreerde bult en daarom in het dorp al snel bekend als het ‘witte huis op de bult’. De vrijgezelle Roelf Abels gaat hier rentenieren met zijn twee eveneens ongetrouwde zusters. Hun vader Roelf Abels (1800-1878) is twee keer getrouwd geweest en heeft uit die twee huwelijken negen kinderen gekregen. Daarvan trouwt er slechts één, Jantien Abels (1831-1872).
Het perceel achter het huis blijft intussen gewoon in gebruik als weiland. Een mooie illustratie daarvan is te zien op pagina 39 van het recent verschenen stickerboek Historisch Haren in beeld. U vindt daar en op de volgende pagina’s meer foto’s die bij dit verhaal passen. Overigens wordt het weiland nu en dan ook voor andere doeleinden gebruikt. Zo zijn er bij de opening van de elektrische tramlijn in april 1921 grote feestelijkheden in het dorp. Op het terrein van de familie Abels achter het witte huis op de bult wordt dan een grote kermis gehouden. “Door een nauwen toegangsweg - 'het laantje van dokter Takens' geheeten in de volksmond - moest de menigte zich wringen om het kermisterrein te betreden”, lezen we in de krant. Dokter Takens woont dan op het adres Rijksstraatweg 156 te Haren. Dit pand is in de jaren ’70 afgebroken ten behoeve van de bouw van de zuidgevel van het Raadhuisplein.
In maart 1939 overlijdt Maria Lucretia Abels als laatste lid van de familie in het witte huis op de bult. De gemeente Haren koopt dan het huis en het achterliggende perceel van de dochter van de boven genoemde Jantien Abels. Dit met de bedoeling hier aan de Rijksstraatweg een nieuw gemeentehuis te bouwen. Ook koopt de gemeente de al genoemde woning Rijksstraatweg 156. Maar dan wordt het oorlog en komt van de nieuwbouwplannen van een raadhuis weinig terecht. Na de oorlog wordt het witte huis op de bult eerst verhuurd als woning, vervolgens komt het postkantoor erin en daarna de gemeentepolitie. Naast het huis, aan ‘het laantje van dokter Takens’, wordt een houten keet geplaatst ten behoeve van de bibliotheek en helemaal achter op het terrein aan de in de jaren ’30 aangelegde Hortuslaan komt nog tweede houten keet voor de jeugdsociëteit, al snel ‘De Barak’ genoemd.
Pas in de tweede helft van de jaren ’50 lijkt er wat beweging te komen in wat we sindsdien het dossier Raadhuisplein mogen noemen. Op 7 februari 1956 stelt de gemeenteraad een krediet beschikbaar voor de uitwerking van een stedenbouwkundig plan voor het gebied inclusief de bouw van een nieuw gemeentehuis. Burgemeester Van Ketwich Verschuur heeft voor de gemeenteraad nog wel een waarschuwing. “Men staat hier als het ware aan het begin van een avontuur, dat meevallers en tegenvallers kan opleveren en het zal zaak zijn met kracht te trachten die tocht zo snel mogelijk te laten verlopen”. Profetische woorden, maar de snelheid is in de jaren daarna ver te zoeken. In 1968 komt een nieuw postkantoor gereed en dan uiteindelijk per 1 juli 1975 wordt een nieuw raadhuis opgeleverd. Het witte huis op de bult wordt afgebroken en de politie verhuist naar een semipermanent gebouw aan de Vondellaan (huidige locatie Vondelflat).
De voorbereiding van de bouw van het nieuwe raadhuis heeft ongeveer 35 jaar geduurd en dat blijkt ook de levensduur van het gebouw. Het gemeentebestuur kiest in 2009 namelijk niet voor een zeer ingrijpende en dure verbouw om aan brandveiligheidsvoorschriften en arbo-eisen te voldoen, maar voor afbraak en nieuwbouw. Die nieuwbouw kan plaats vinden op de locatie van het in 1968 gereedgekomen maar inmiddels buiten gebruik gestelde postkantoor. En zo start in 2009 een nieuwe discussie over de invulling van het Raadhuisplein. Ook voor dit proces geldt de waarschuwing van burgemeester Van Ketwich Verschuur. Gebruiken we de vorige procedure als referentie dan zijn we nu ongeveer halverwege de uitwerkingsfase en kunnen we pas na 2040 nieuwbouw verwachten (maar dan zijn de bomen wel weer ruim vijftien jaar ouder).
De columns ‘Harener Historie’ worden geschreven door Eppo van Koldam. Iedere twee weken verschijnt een nieuwe column. De eerste 78 columns zijn verschenen in het Harener Weekblad. De serie is per 1 april 2020 voortgezet op www.oldgo.nl. Dit is digitale column nr. 93.