Op 1 mei 1934 verhuisden de eerste bewoners van huize Avondrust aan de Korreweg naar huize Avondlicht aan de Dilgtweg. Men was tot het inzicht gekomen dat “massale koude verzorging, een opeenhooping van oude menschen in grootte ongezellige ruimten, veelal in uniforme kleding” de individuele mens tekort deed. Daarom werd in Haren acht hectare grond gekocht (grond was goedkoop in Haren) en werd Avondlicht gebouwd volgens de nieuwste inzichten. Hoewel het gebouw nog lang niet bewoonbaar was, inrichting, personeelsbezetting en werkverdeling waren nog niet op orde, ging de verhuizing toch door omdat Avondrust al werd afgebroken i.v.m. het uitbreidingsplan van Groningen.
Op 3 november 1934 werd Avondlicht officieel geopend. Het eerste lustrum werd sober gevierd omdat op 28 augustus 1939 de mobilisatie werd afgekondigd. Op 10 mei 1940 raakte Nederland betrokken bij de oorlog.
Men probeerde zo goed mogelijk de oorlog door te komen. Maar de moeilijkheden stegen bij de dag in verband met voedsel- en kolenvoorziening, luchtbeschermings- en verduisteringsmaatregelen, prijsstijgingen, verscherpte distributiemaatregelen en verzendmogelijkheden. De was moest daarom intern gedaan worden terwijl er een personeelstekort was, mannen werden opgeroepen voor het leger, om voor de Duitsers te werken of doken onder. Financiële moeilijkheden omdat bank en giro geblokkeerd werden en leveranciers contante betaling eisten. Avondlicht had geen contant geld. De wandeltuin werd groentetuin. Een welkome aanvulling omdat groente niet altijd voldoende te krijgen was. Voor de slacht hield men varkens. Begin 1944 kreeg Avondlicht een boete omdat het toegestane elektriciteitsrantsoen was overschreden.
Na de vordering van het blindeninstituut in maart 1944 leek het erop dat Avondlicht een noodziekenhuis zou worden, maar dat gebeurde niet. Op 12 september 1944 ’s avonds om 9 uur werden gebouw en inventaris gevorderd. Het gebouw moest snel worden ontruimd. Door onderhandelingen werd bereikt dat alleen de linkervleugel en de hal binnen 24 uur overgedragen moesten worden, en later de personeelsafdeling, de kerkzaal en een deel van de ziekenzaal. Een aantal inwoners ging naar familie. De meesten bleven en moesten kamers delen.
Avondlicht was na de bevrijding weer snel op orde. De schade viel mee. De gevangen genomen NSB-vrouwen hadden het bezette gedeelte van het gebouw bezemschoon gemaakt; schilders, stukadoors en behangers deden de rest.
Hermien Noordhoff
Foto: Avondlicht met op de achtergrond de Dilgtweg omstreeks 1950,
Dit artikel is verschenen in Haren de Krant juni 2024