Bij de aanleg van de wijk Mikkelhorst in 1995 zijn 12 kunstwerken van kunstenaars Gerard Groenewoud en Tilly Buij uit Leeuwarden geplaatst. Ze zijn te vinden langs de volgende route die begint op de hoek Warmoezerij -Bongerd.
- Onder bomen zwerfkei met melkpak
- Bruggetje over, links op grasveld leeuwensteen
- Parkje bij de jeu de boule baan rechts onder bank milkshakebeker
- Eindje verder rechts omgevallen stoel
- Pleintje af, Oude Borg rechts in heg vuilniszak
- Weg oversteken Erfpad links in boomwal wagenwiel
- Erfpad volgen, rechtsaf slaan hoek Erfpad Oude Middelhorst melkbus
- Tussen de bomen langs wandelpaadje Oude Middelhorst klokbeker
- Linksaf De Ree, links op hoek bij de singel petroleumblik
- Borgsingel tweede paadje rechts achterin pak oud papier
- Teruglopen links de Borgsingel, rechts aanhouden Jufferpad, over bruggetje rechtdoor Jonkerpad links, Bongerd volgen op de bank handschoen
De kunstenaars hebben in 2001 de volgende toelichting geschreven:
Als we ons interesseren voor de geschiedenis van een bepaalde plek dan gaan we meestal naar een plaatselijk museum om te kijken wat er aan historische informatie te vinden is. We kunnen ons daar op de hoogte stellen van dat wat kenmerkend is voor een plaats, het ontstaan, de ontwikkelingen en gebeurtenissen die zich in het verleden afgespeeld hebben. Om het verhaal kracht bij te zetten zijn er ook bewijsstukken te zien, historische voorwerpen, archeologische vondsten, dingen uit het dagelijks leven van vroeger tijden. Die voorwerpen zijn bijzonder, ze staan niet zelden in vitrines omdat we ze niet aan mogen raken. Ze zijn immers uniek en soms kunnen ze ons een hand reiken bij het beleven en begrijpen van het verleden. Ze vertegenwoordigen als het ware de mensen die er niet meer zelf zijn om hun verhaal te vertellen. In die zin zijn ze onze link met die mensen, ons contact. Waren zulke voorwerpen voor de toenmalige bezitters ook bijzonder? Of waren het gewoon gebruiksvoorwerpen, nuttig of noodzakelijk maar vervangbaar als ze versleten waren? Haalde of maakte men gewoon een nieuwe zoals wij met onze tv's en koelkasten omgaan? Misschien waren sommige dingen dierbaar, omdat ze ook toen uniek waren of omdat er herinneringen aan kleefden. In een historisch museum vind je zowel voorwerpen die? overbodig of niet langer functioneel? Weggegooid en vergeten zijn om pas veel later weer opgegraven te worden, als ook voorwerpen die van generatie op generatie bewaard zijn gebleven omdat ze altijd al bijzonder waren.
Als je door de wijk Mikkelhorst wandelt, loop je op het sediment van de geschiedenis. Letterlijk, omdat ieder tijdperk hier zijn laag heeft afgezet. De Ijstijd, die het zand van de Hondsrug ophoopte op deze plek, opeenvolgende getijden die klei en leem aanvoerden, bewoners die het land cultiveerden en er hun structuur in aanbrachten, en tenslotte de stad die, net als het ijs van de gletsjers indertijd, met zijn uitbreidingen het land langzaam overspoelt. Ook die beweging zal ongetwijfeld zijn sporen nalaten. Behalve de landschappelijke restanten van de oude Mickelhorst vinden we van vroegere bewoners geen directe bewijzen in de vorm van voorwerpen terug. Wellicht is er in de grond nog van alles aanwezig. Dingen die ooit afgedankt werden, in het water gekieperd of in een kuil en daarna vergeten. De stadsreiniging zoals wij die kennen is tenslotte nog maar enkele decennia oud. Je vraagt je af of de huidige bewoners ook iets achter zullen laten, en zo ja wat. Afval is inmiddels een product geworden met een economisch belang. Tegelijkertijd bloeien de rommelmarkten als nooit tevoren en voor een decennium goed en wel voorbij is, is het alweer opnieuw in de mode, zo gretig zijn we in het herbeleven van onze eigen geschiedenis. De stap van afval naar antiek lijkt steeds kleiner te worden.
Wat wij met ons kunstwerk willen, is de gebruiksvoorwerpen die je in een museum achter glas bewondert, of die daar ooit te bewonderen zouden kunnen zijn, weer terugbrengen tot hun oorspronkelijke staat. Dat wil zeggen, de toestand waarin ze zich bevonden op het moment dat ze de geschiedenis (of de vergetelheid) ingingen. Weggegooid in de slootkant, achter de struiken gedumpt of domweg verloren onderweg. Precies dat moment dat hun belang voor de mens ophield, en ze in het niemandsland terecht kwamen van de tijd voor ze herontdekt werden. Een staat ook waarin er nog geen bewustzijn is van de toekomstige opwinding als iemand er een vondst in ziet, een verzamelobject met waarde, een ding dat een verhaal vertelt. En we willen de voorwerpen op dat punt allemaal gelijkstellen, uit welke tijd ze ook stammen. Dus ook dingen van vandaag de dag, die we nu nog enkel als afval kunnen zien. Wat kom je bijvoorbeeld tegen als je door de wijk dwaalt? Een handschoen, verloren op straat; een stuk kinderspeelgoed, vergeten in de opwinding van het spel; een bal die te water is geraakt; een milkshake-beker achteloos weggemikt. Allemaal sporen van menselijke aanwezigheid die in een keurige nieuwbouwwijk ongetwijfeld spoedig opgeruimd zullen zijn. In dit geval zal een aantal van die voorwerpen, stammend uit verschillende historische periodes, nauwkeurig worden afgegoten in brons. Her en der zal iets te vinden zijn, op een logische en vaak onopvallende plaats. Sommige dingen zullen pas in de herfst, als de bladeren vallen, zichtbaar(der) worden. Bij andere zal een argeloze voorbijganger bukken om te proberen ze op te rapen. Een enkele nieuwe bewoner zal de reinigingsdienst bellen. Langzamerhand zullen ook de hedendaagse voorwerpen naar de geschiedenis verglijden.
Dit artikel hoort bij de column 'Á LA RECHERCHE DU TEMPS PERDU' van Ali Bakker.
Februari 2001
Gerard Groenewoud en Tilly Buij - Leeuwarden