Er is heel veel (geschied)geschreven over Haren, Noordlaren, Onnen en Glimmen en andere bijzondere plekken in de gemeente Haren. Zo’n honderd publicaties op zijn minst en alles doorbladerend vindt men maar heel weinig informatie over hoe de decemberfeesten gevierd werden. Drie boeken noemen iets specifieks, te weten ”Rondom het haventje in Haren”, ”Noordlaren van vroeger” en “Van Tuindorp tot Oosterhaar”. En dan gaat het eigenlijk alleen maar over Oud en Nieuw omdat dat feest in een agrarische gemeenschap die de gemeente Haren vroeger was meer gevierd werd dan Kerst en vooral meer buitenshuis.
Bijzonder is wanneer men bij oudere inwoners uit Haren informeert naar het Kerstgebeuren er verhaald wordt over een niet al te grote kerstboom in huis, al dan niet zelf uit het bos gehaald en vlak voor Kerstmis versierd met eenvoudige glazen kralen kettingen en glazen ballen, waarbij zilver de boventoon voerde en tot ver in de jaren vijftig voorzien van echte kaarsjes ( wie kent niet de ijzeren kaarsjeshoudertjes, een soort knijpertjes in miniatuur schelpvorm, en de stearinekaarsjes uit het bekende Gouda kaarsendoosje ) die nooit rechtop wilden blijven staan en daardoor drupten en de emmers met zand en water bij de kerstboom om een potentiele beginnende brand te kunnen blussen. En verder wordt er verteld dat er ook veel ‘hetzelfde’ is gebleven: de warme chocolademelk, de musket-, schuim- en chocoladekransjes, een kerstmannetje van chocola in zilverpapier en de grote kerstbomen in de hal van school of in de kerk.
Het maken van een omzetsel voor een Verkade-waxinelichtje van grijs karton waaruit een kerkje geprikt werd met raampjes van rood doorschijnend sitspapier en witte watten op de dakranden geplakt op de kleuter(bewaar)school of het figuurzagen en met een brandpen bewerken van kerstfiguren op de hobbyclub/ zondagschool. Met name de kerstsamenzang en het zondagschoolfeest op Tweede Kerstdag worden herinnerd en dan met name de cadeautjes: een grote navel sinaasappel in vloeipapier (een gewild verzamelobject-onder het feest werd er al druk geruild) en een boekje van W.G van der Hulst met titels als Gerdientje, Het klompje dat op het water dreef, Brammetje enz.
Maar dan Oud en Nieuw
In het haventje was men vanaf half december al druk doende met een flinke carbidbus en werd er net als in Tuindorp tijdens Oudjaarsnacht heel veel versleept (en in tegenstelling tot deze tijd niets vernield!) : er werden torens op kruispunten van gebouwd, dingen werden op daken gehezen, het liefst op een schooldak en bij de Tuindorpschool was het elk jaar raak, de hele maand januari stonden er nog spullen op het dak die (nog) niet opgehaald waren (zie foto). Ook het eilandje midden in de Tuindorpvijver was een geliefde verzamelplaats wanneer het gevroren had maar het terughalen van spullen bij een plotseling invallende dooi was een groot probleem.
De inzet van de politie tijdens deze nacht is erg verschillend ervaren, er waren veldwachters die er danig op los sloegen en wilden verhinderen dat de schoolbelklok om twaalf uur geluid werd hetgeen toch elk jaar weer lukte, maar ook dat een politieman met motor met zijspan behulpzaam was tijdens het verslepen (het gezegde “De politie is je beste vriend” werd hier meer dan waargemaakt). In Tuindorp was het bovendien de gewoonte dat de jeugd bij alle huizen langs ging om iedereen een gelukkig nieuwjaar te wensen om vervolgens een cent te krijgen, met 132 huizen leverde dat dus bijna een daalder op! Het bakken van oliebollen en appelflappen bepaalde samen met het verbranden van kerstbomen de geur in de buurt omdat vaak in het schuurtje of onder het afdak op een gasvlinder met Buta-gas gebakken werd.
Op Nieuwjaarsdag gingen vooral de mannen langs bij allerlei buren om op een ‘jonkje’ getracteerd te worden terwijl op het platteland ook ‘boerenjongens’ geschonken werd. En het was daar ook dat bakkers langs kwamen met twee grote ‘stoetkorven’ gedragen aan een schouderjuk met allerlei lekkernijen zoals ‘oude wijven’, streepjeskoek en poffjes (kadetten met een krent er op) en een gratis krentestoet (bij 3 bakkers in Noordlaren b.v. betekende dat dus 3 gratis stoeten in de hoop dat de grootste en de lekkerste zou leiden tot klandizie voor het komende jaar).
Gertjan Hakkaart voor de Harense Historische Vereniging Old Go
Dit artikel is gepubliceerd in Haren de Krant januari 2019