Beeld je eens in. Het is 26 mei 1925 en jij bent Mr. Dirk Boerema, 45 jaar oud en al 15 jaar burgemeester van de gemeente Haren. Je bent indertijd in Haren enthousiast ontvangen, want men was na de vorige burgemeester Cornelis Henric Quintus, die op 31 maart 1910 80 jaar oud in functie overleed, wel toe aan wat nieuwe inbreng. De start was trouwens hectisch, want je was nauwelijks benoemd of je kreeg al te maken met een claim van de gemeente Groningen op het dorp Helpman. Je hebt geprobeerd de grensverlegging te beperken tot villa Gelria, maar dat is niet gelukt. Tegen de samenwerking van provincie en gemeente Groningen kon je niet op. Wel is het je gelukt compensatie voor de annexatie van Helpman te krijgen. De lijn van de elektrische tram is doorgetrokken naar Glimmen. Iets wat je, ondanks de aanvankelijke gedane beloften, trouwens nog heel wat moeite heeft gekost. Maar die tramlijn is belangrijk, want daardoor wordt het mogelijk in Haren te wonen en in Groningen te werken. En dat past bij wat je tot je missie hebt gemaakt: Haren omvormen van een lelijk boerendorp tot een mooie forensenplaats. Daar doe je alles voor. Je hebt er voor gezorgd, dat langs de boerenzandwegen in de gemeente bomen zijn geplant. Die wegen worden nu al mooie lanen. Het heeft je zelfs de bijnaam ‘Derk Gruin’ opgeleverd. Stiekem ben je daar best een beetje trots op. Inmiddels zijn er langs een aantal van die nieuwe lanen al woningen gebouwd. De parel is het Julianapark. Zelf woon je daar in je mooie ambtswoning pal naast.
Maar wat is je nu overkomen? Vanmorgen heb je met de wethouders het voorstel inzake de naamgeving van een tweetal straten besproken. De Molenweg en de Luizebergsweg. Je durft het bijna niet hardop uit te spreken “Luizebergsweg”. En dat moet een laan worden, waaraan bemiddelde personen uit Groningen een huis willen bouwen. De wethouders snappen er helaas niets van. Goed, de naam schijnt historisch verantwoord te zijn, maar dat is dan ook het enige. Wat moet je hier nu aan doen? Je voelt al de hoon van je collega’s bij de maandelijkse burgemeesterskring, “hé Dirk, heb jij nog veel jeuk van die luizen”. Het laat je niet los.
Maandagavond 1 juni 1925. Morgen is de raadsvergadering en het is je nog steeds niet gelukt om het voorstel van tafel te krijgen. Moedeloos ga je met je vrouw naar bed, maar het blijft malen in je hoofd. En dan ineens, terwijl je al bijna in slaap bent gevallen, flitst het door je hoofd. Dat kan het zijn! Je sluipt je bed uit en je gaat weer naar beneden. Op zoek naar het plakboek van de reis, die je twee jaar geleden met je vrouw hebt gemaakt naar het Duitse waddeneiland Norderney. Je bent toen vanuit Delfzijl de Eems overgestoken en daarna heb je in Greetsiel het geboortehuis van Ubbo Emmius bezocht. De eerste overnachting was in Norden. Wacht eens even, hier is het. Bingo! En nu nog dat verhaal van je collega in Ulrum laatst over de Asinghaborg en de bewoners daarvan. Je bent je bewust dat een gemeen glimlachje over je gezicht komt. Maar ja, soms heiligt het doel de middelen. Je drinkt nog een glaasje en je gaat tevreden naar bed.
Dinsdagavond 2 juni 1925. De raadsleden druppelen de vergaderzaal binnen. Nu rustig blijven. Gelukkig ontstaat er een ontspannen weer. De kist met de sigaren gaat rond. En ook de koffie met koek vindt gretig aftrek. Alleen oppassen voor mevrouw Mansholt van de SDAP. Die kan soms behoorlijk fel zijn. En dan is het moment daar. “Nu stel ik het voorstel aan de orde over de straatnaamgeving. In afwijking van wat gebruikelijk is, wil ik daar eerst zelf nog wat over zeggen. Het voorstel luidt om de zandweg van Haren richting het Hemrik de naam Luizebergsweg te geven. Inderdaad sluit dat aan bij hoe de weg momenteel door de aanwonenden genoemd wordt. Bij nader onderzoek is me echter gebleken, dat dit komt door onkunde. Men is vergeten, dat de adellijke familie Von Inn- und Knyphausen hier vroeger grond in eigendom had. Deze familie stamt van de Lütetsborg ook wel Lutsborg genoemd bij Norden in Duitsland. De naam Luizebergsweg is een verbastering van Lutsborgsweg. De familie zal de weg vroeger naar het kasteel in Norden vernoemd hebben. Ik stel dus voor de weg niet Luizebergsweg te noemen maar Lutsborgsweg”. Zo, die zit. En u afwachten. De raadsleden kijken wat verbaasd om zich heen. Niemand vraagt direct om het woord. Mevrouw Mansholt knikt begrijpend toe. Dan ook doorpakken. “Ik begrijp, dat niemand over dit voorstel verder het woord wenst. Dan is het met inachtneming van de door mij voorgestelde wijziging aangenomen”. En dan de bevrijdende klap met de hamer en over naar het volgende agendapunt.
Is het bovenstaande verhaal onzin? Niets daarvan, het is historisch volstrekt verantwoord. Leest u er het boek ‘Driften, stegen, lanen; straatnamen in Haren’, geschreven door Dr. F. Ketelaar (deel 7 in de Harener Historische Reeks) maar op na. Of anders de notulen van de besloten raadsvergadering op 2 juni 1925. Had de familie Von Inn- und Knyphausen dan iets met Haren? Een heel klein beetje. In onze provincie zijn twee takken van de familie terecht gekomen. De tak op Nienoord was verreweg de grootste en belangrijkste. Een kleinere tak woonde inderdaad op de Asinghaborg in Ulrum. Hendrik Ferdinand von Inn- und Knyphausen van deze laatste tak huwt op 22 juni 1693 te Haren met Aurela Jarges. Via haar ouders is Aurelia in het bezit gekomen van een deel van de Hof te Hemmen. Zij verkoopt dit bezit in 1707. Grond aan de Lutsborgsweg heeft ze waarschijnlijk nooit bezeten. En de luizen? Ketelaar haalt in zijn boek de veldnamendeskundige J. Naarding aan. Volgens deze duidt de benaming Lusebarg op uitgeput en slecht land. Niets luizen dus. En toch denk ik, dat veel bewoners van de Lutsborgsweg de eigengereide burgemeester Boerema dankbaar zijn.
De columns ‘Harener Historie’ worden geschreven door Eppo van Koldam. De eerste 78 columns zijn verschenen in het Harener Weekblad. De serie is per 1 april 2020 voortgezet op www.oldgo.nl. Deze column is eerder gepubliceerd in het Harener Weekblad op 31 mei 2017.