Na de Tweede Wereldoorlog is er in ons land een grote woningnood. In de laatste jaren van de oorlog zijn er nauwelijks nog nieuwe woningen gebouwd en door het oorlogsgeweld zijn ook nog behoorlijk wat woningen vernield. Startende jonge gezinnen moeten na de oorlog meestal bij anderen inwonen. Vaak bij de (schoon)ouders, maar soms ook bij wildvreemden. Veel babyboomers, waaronder ook ik zelf, zijn in de jaren 1945-1952 in zo’n inwoonsituatie geboren. In onze provincie is er vooral een groot tekort aan goedkope arbeiderswoningen.
Voor burgemeester Huib Ottevanger van Ulrum is deze situatie aanleiding om te komen met een bijzonder initiatief: het bouwen van dezelfde woningen in een groot aantal gemeenten. Het idee van het 1000 Woningenplan is geboren. En Ottevanger slaagt in zijn opzet. Binnen een paar maanden is er een ontwerp voor de woningen van het architectenbureau Kuiler en Drewes en hebben 30 gemeenten in de provincie hun medewerking toegezegd. In augustus 1950 wordt in Ulrum gestart met de eerste woning en in mei 1952 wordt in Hoogkerk de duizendste woning opgeleverd. In totaal worden er ruim 1150 woningen gebouwd. Nog steeds geldt het plan van Ottevanger als één van de grootste woningbouwprojecten in Nederland. Door het grote aantal kunnen de woningen gebouwd worden voor de helft van de normale prijs. Dit maakt een lage huur mogelijk. Dit jaar is er door tentoonstellingen, lezingen en publicaties veel aandacht voor het 1000 Woningenplan. Voor Haren verwijs ik naar de website van Maria Staal (wederopbouwarchitectuurinharen.nl)
Ook Haren doet mee aan het initiatief van Ottevanger. In totaal worden in Haren 42 woningen gebouwd. Hiervan komen er 18 aan de Tuindorpweg en 24 aan de Torenlaan. Ik beperk me hier tot deze laatste woningen. In het gebied, dat wordt begrensd door de Meerweg, Westerse Drift, Emmalaan en Rijksstraatweg is in 1950 nog geen bebouwing. Een luchtfoto van ca 1930 geeft de situatie goed weer. Prominent op de foto zijn de haven en het havenvaartje te zien. Nu is dit het terrein van gemeentewerken en de brandweer. Achter de huizen aan de Westerse Drift oostzijde liggen nog drie grote percelen weiland. Het linker (smalle) perceel ligt achter het pand Westerse Drift 10. Jan van der Veen heeft hier zijn brandstoffenhandel, eerst turf en later kolen. Van der Veen woont zelf aan de Rijksstraatweg 143-149 in het pand waar nu het eetcafé Uniek en Primera Ennes gevestigd zijn. De gemeente koopt het perceel in 1949 van Van der Veen. Het middelste perceel is eigendom van de familie Mekel. Bij dit perceel behoren twee panden aan de Rijksstraatweg. Deze panden zijn in gebruik bij F. Konings (elektricien) en J. Smit (rijwielhandelaar). De gemeente verwerft dit perceel in 1950. Het rechter perceel is door projectontwikkelaar Bakker gekocht van de erven van notaris Lohman. Vanaf 1951 worden alle drie percelen bebouwd. De fa Bakker bouwt op het voormalig perceel Lohman de huizen aan De Holten. In samenwerking met een andere ontwikkelaar bouwt de gemeente op het middenterrein huizen aan de Kroonkampweg, Hondsrugstraat, Gorechtstraat en Torenlaan zuidzijde.
Het linker perceel (Torenlaan noordzijde) wordt door de gemeente bestemd voor de 24 woningen van het 1000 Woningenplan. De bouw door de Stichting Harener Woningbouw vindt plaats in 1951. Naar onze huidige maatstaven zijn het kleine woningen, maar voor veel jonge gezinnen zijn deze woningen in 1951 de hemel op aarde. Eindelijk een eigen huis! De meeste woningen van het plan worden gebouwd met drie witte blokjes boven de voordeur. Deze blokjes verwijzen naar het getal 1000. In Haren ontbreken deze blokjes echter. Haren doet wel mee aan een aan het project verbonden kunstopdracht: een tegeltableau van de keramist Anno Smith met de wapens van de deelnemende gemeenten. Dit tableau wordt ingemetseld in de zijgevel van het eerste huis Torenlaan 7. In de woningen komen onder andere medewerkers van gemeentewerken te wonen, die ook een rol hebben bij de brandweer (mij bekende namen zijn Sikma, Kamsta, Harms en Haaijema). Een bekende bewoonster is de schrijfster/dichteres Lidy van Eijsselsteijn. Zij woont jarenlang op nr. 7. In 1971 krijgt Van Eijsselsteijn de cultuurprijs (Hendrik de Vries-prijs) van de provincie Groningen. Vlak na de oorlog schrijft zij “De ballade van de kerkklok” over de diefstal van de torenklok door de Duitsers. Nico Bulder maakt hierbij gravures. In 500-voud wordt deze rijmprent verspreid onder de schooljeugd van Haren. Wellicht hangt er hier en daar nog een aan de muur. Een afbeelding is te vinden in “Bezetting en bevrijding van Haren”, Harener Historische Reeks, nummer 9, pag. 73.
De meeste van de woningen van het 1000-woningenplan zijn inmiddels al weer afgebroken. Zo ook in Haren. De woningen aan de Torenlaan worden in 1998 afgebroken en die in Tuindorp in 2003. Het tegeltableau is nu ingemetseld naast de entree van het nieuwe appartementengebouw op de hoek Torenlaan/Kroonkampweg. In Oosterhoogebrug is een rijtje woningen aangewezen als beschermd stadsgezicht. Helemaal verdwijnen zal de successtory van Ottevanger dus niet.
De columns ‘Harener Historie’ worden geschreven door Eppo van Koldam. De eerste 78 columns zijn verschenen in het Harener Weekblad. De serie is per 1 april 2020 voortgezet op www.oldgo.nl. Voorafgaand aan de serie in het Harener Weekblad zijn in 2016 ook al enige columns gepubliceerd in het toen in het dorp Haren uitgeven blad Ons Haren. Deze column is eerder gepubliceerd in Ons Haren op 2 november 2016.