In mijn vorige aflevering ‘Roddelpraat uit Glimmen’ kwam de boerderij Weerdenbras, Rijksstraatweg 136 te Glimmen al ter sprake. Aanleiding om nog eens wat nader in te gaan op deze boerderij, die tegenwoordig trouwens geen boerderij meer is, maar uitsluitend nog een woonfunctie heeft.
Weerdenbras
De naam van de boerderij is afgeleid van een versterking met deze naam, die vroeger enige tijd achter het naastgelegen pand Rijksstraatweg 138 te Glimmen (‘Huis de Groninger Punt’) heeft gelegen. We moeten de naam opvatten als ‘weert den bras’ oftewel houdt het geboefte tegen. Je zou dan denken, dat de stad Groningen hier het gespuis uit Drenthe tegen wilde houden, maar het is precies andersom. De versterking is aangelegd door de hertog van Saksen en graaf Edzard van Ost-Friesland om de toegang naar de stad Groningen af te sluiten. Ook op andere plaatsen rond Groningen werden dergelijke versterkingen aangelegd en met resultaat: Groningen gaf zich in 1506 over en erkende Edzard als heer. De versterking is kort daarop gesloopt. Later werd op dezelfde plaats nog wel weer een nieuwe versterking gebouwd, maar die heette Punterschans. Toen Groningen eenmaal was ingelijfd bij de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden bestond (na ca 1600) ook aan deze schans geen behoefte meer.
De boerderij is erg oud
De boerderij op deze locatie is erg oud en is lange tijd in bezit geweest van de familie Abbring. Mogelijk koopt Luichien Abbring de boerderij ca 1590 van de familie In de Woert. De eerste Abbring, die ik met redelijke zekerheid kan relateren aan de boerderij is Luichiens zoon Albert Abbring, geboren ca 1580. Hij wordt opgevolgd door zijn zoon Jan en die weer door zijn zoon Luichien, gedoopt op 23 januari 1648 te Noordlaren, en gehuwd met Fya Hidding uit Gasselte. Met deze Luichien sterft deze Abbring-tak in de mannelijke lijn uit. Dochter Aafje, gedoopt op 3 februari 1681 te Noordlaren huwt met Thale Hammink (ook wel Hamming) uit Dwingeloo. In mijn serie over de Talenkamp schreef ik al, dat de Talenkamp naar hem vernoemd is. De boerderij vererft nu verder in de familie Hammink. Roelf Hammink, de centrale figuur in mijn bijdrage ‘Roddelpraat uit Glimmen’, is de achterkleinzoon van Thale Hammink.
Hoe loopt het af met Roelf en Geesien
Zoals in mijn vorige bijdrage vermeldt, trouwt Roelf Hammink op 14 december 1809 met zijn overbuurmeisje Geesien Arends Bos. Maar wel in ongemeenschap van goederen. Als Roelf eerder dan Geesien overlijdt en er geen kinderen zijn, krijgt Geesien f.2.000,-, maar dat is het dan ook. Op 11 mei 1824 staat in de Groninger Courant het volgende bericht: “Heden, op den middag, overleed, tot mijne bittere droefheid, mijn waarde man Roelf Hammink, lid van den Raad der Gemeente Haren, mede Kerkvoogd en Ouderling te Noordlaren, na eene hevige ziekte van weinige dagen, in den ouderdom van 46 jaren en ruim 3 maanden, van welke ik veertien jaren door een genoeglijke echtverbintenis met hem vereenigd was. Hoe veel ik ook, benevens zijne eenige Zuster en behuwd Broeder, in hem verliezen, wenschen wij echter in den wil der Voorzienigheid te berusten. De Punt, den 8 Mei 1824. G.A. Bos, wedw. R. Hammink”. Het huwelijk van Roelf en Geesien is kinderloos gebleven. De boerderij vererft op Roelfs zuster Aafje en haar man Jacobus Veltman. Dit echtpaar woont in Oosterhoogebrug (huidig adres Pop Dijkemaweg 1, bij het ophaalbruggetje over het Damsterdiep). Jacobus Veltman is binnen de gemeente Noorddijk een belangrijk persoon. Van 1825 tot vlak voor zijn overlijden in 1856 is hij burgemeester van deze gemeente. Geesien Arends Bos blijft nog enige tijd op de boerderij wonen. In 1839 hertrouwt ze met Luitje Thijs, boerenzoon van de boerderij Glimmen C16 (nu Meentweg 14 te Glimmen) en verhuist ze naar Assen. Daar overlijdt ze in 1847.
De periode Veltman
Of de familie Veltman de boerderij in Glimmen verpacht heeft, weet ik niet. Het kan ook zijn, dat ze de exploitatie zelf heeft voortgezet met inzet van personeel. Als Jacobus Veltman in 1856 overlijdt, wordt zijn zoon Jan Jacob Veltman eigenaar. Jan Jacob volgt zijn vader ook op als burgemeester van Noorddijk, maar niet voor lang, want in 1859 wordt hij gedeputeerde van de provincie Groningen en dat zal hij tot zijn overlijden op 83-jarige leeftijd in 1892 blijven! In 1877 laat Jan Jacob de oude boerderij, die parallel langs de Rijksstraatweg stond afbreken en bouwt daar een nieuwe boerderij haaks op de weg voor in de plaats, de huidige boerderij Weerdenbras. Na het overlijden van Jan Jacob besluiten zijn erfgenamen de boerderij te verkopen. Bijzonder, want de boerderij is dan toch zeker ongeveer 300 jaar in de familie geweest.
De familie Hogenesch
De veiling van de boerderij vindt plaats in de naastgelegen herberg de Groninger Punt. Hoogste bieder voor een bedrag van ruim f.38.000,- is Willem Hogenesch, landbouwer te Eext. Zijn zoon Thie komt wat later op de boerderij te wonen en nog weer later diens zoon Willem. Deze Willem is op 3 maart 1905 op de boerderij geboren. Willen Hogenesch is binnen de gemeente Haren maatschappelijk actief. Zo zit hij in het besturen van landbouworganisaties, het waterschap en de Raiffeisenbank (nu onderdeel Rabobank). Van 1945 tot 1970 heeft hij voor de VVD zitting in de gemeenteraad. Willem Hogenesch is ook een groot paardenliefhebber. Nadat hij het boerenbedrijf heeft afgebouwd, biedt hij in zijn stallen ruimte aan de ponyclub Weerdenbras. De boerderij raakt eind vorige eeuw ernstig in verval, maar is sinds kort weer in oude luister hersteld.
Open Monumentendag 14 september 2019
Op zaterdag 14 september a.s. vindt weer de jaarlijkse Open Monumentendag in combinatie met de Dag van de Harener Geschiedenis plaats. Er worden dan diverse activiteiten georganiseerd. Ik kom op het programma nog wel terug, maar noteert u de datum alvast maar in uw agenda. Onderdeel van het programma is een fiets-/wandeltocht langs de monumenten in Glimmen, waartoe ook de boerderij Weerdenbras als gemeentelijk monument behoort.
De columns ‘Harener Historie’ worden geschreven door Eppo van Koldam. De eerste 78 columns zijn verschenen in het Harener Weekblad. De serie is per 1 april 2020 voortgezet op www.oldgo.nl. Deze column is eerder gepubliceerd in het Harener Weekblad op 31 juli 2019.