Wellicht denkt u bij de bovenstaande titel direct aan Jan Geert Veldman, de bekende ‘mister marathon’ van de ijsvereniging de Hondsrug te Noordlaren. Maar het zal nog even duren voordat Jan Geert opduikt in een historische rubriek. Ik wil het hebben over zijn verre voorvader Jan Pauwels Veldman. Deze Veldman woonde ook niet in Noordlaren, maar in Onnen.
Laat ik eerst nog maar eens wat verder terug gaan in de tijd. Op 11 november 1674 trouwt Gerrit Hanouw te Groningen met Willemtjen Geuchjes. Gerrit is afkomstig uit Nijenhuis (Neuenhaus in Duitsland). Zijn bruid is afkomstig uit Helpman. Dat ze in Groningen trouwen is begrijpelijk, want kerkelijk viel Helpman onder Groningen. Aan de huwelijkspartners van hun (klein)kinderen kunnen we zien, dat Gerrit en Willemtjen behoorden tot de sociale bovenlaag in Helpman. Hun zoon Geuchien Gerrits Veldman (1685-1770) trouwt twee keer. Hij heeft daardoor kinderen waar in leeftijd een generatie verschil tussen zit. Van een zoon uit zijn eerste huwelijk stamt Jacobus Veldman af, de burgemeester van Noorddijk, die we eerder tegenkwamen in de column over de boerderij Weerdenbras te Glimmen. Uit het tweede huwelijk wordt zoon Jan Geuchijs Veldman geboren. Deze trouwt in 1786 met Jantien Pauwels uit Onnen. De familie Pauwels heeft veel eigendommen in Onnen en omdat zes (!) broers en zusters van Jantien ongetrouwd blijven, levert dit voor haar kinderen een stevige erfenis op. Een van deze kinderen is Jan Pauwels Veldman.
Jan Pauwels Veldman wordt in 1789 geboren te Onnen. Hij erft een boerderij aan het Boerlandspad te Onnen. Deze boerderij (op het eerste perceel rechts vanaf de Tijborgsteeg) is in 1908 afgebroken en op deze locatie niet herbouwd. Vandaar dat ik bij dit artikel maar heb gekozen voor een sfeertekening van Onnen van een onbekende schilder van omstreeks 1860. In 1848 wordt Jan Pauwels Veldman als opvolger van Cornelis Hornhuis lid van de gemeenteraad van Haren, maar in 1851 komt daar door de invoering van de Gemeentewet al weer een einde aan. In Onnen is Jan Pauwels Veldman betrokken bij de verdeling van de tot dan gemeenschappelijke markegronden in 1850.
Maar wat maakt Jan Pauwels Veldman nu tot een grapjas? Dat komt omdat van hem een groot aantal heel persoonlijke aantekeningen bewaard zijn gebleven. Ze zijn te vinden bij de Groninger Archieven. En een groot deel van die aantekeningen heeft te maken met grapjes. Zoals bijvoorbeeld wat een dansmeester zou hebben ingevuld op het beschrijvingsbiljet voor de belasting op het personeel: “77 eens is mijn huur, in één schoorsteen stook ik mijn vuur, door een venster krijg ik mijn light, en met een deur sluit ik mijn kamertje digt, mijn beroep is los en luchtig van aard, en mijn meubelen zijn de taxatie niet waard”. Ook is er een klein boekje bewaard gebleven met vele raadsels op rijm. Ze geven een leuk inzicht in wat men rond 1860 grappig vond en waar men mee bezig was. Ik vermeld hieronder een aantal. De nummering is overeenkomstig die in het boekje. De antwoorden vindt u helemaal onderaan.
2.
Als mijn rappe vingers drukken
Kan ik oud en jong verrukken
En ik geef ook wel de wet
Hoe dat men zijn teenen zet
9.
Mijn hoofd deed nimmer kwaad
Het is zo goed van aard
Mijn ligchaam is tot nut, maar
Wacht u voor mijn staart
19.
Voor mij betaald men nimmer geld
Maar die mij missen moet, wordt
Ook ter aard besteld.
20.
Ik ben dom
Ik ben stom
Buiten de ank
Geef ik stank
21.
Twee gaten maken zonder end
Het goed en ook het kwaad bekend
28.
Om goed met mijn gezin te leven
Moet ik mijn brood aan vreemden geven.
31.
Ik heb verlof om vrij te moorden
Geen menschen die daar niet van hoorden
En voor mijn moorden krijg ik geld
Het moorden wordt bij zelfs besteld
33.
Waarom is iedereen het meest wel verlegen
En dat hij anderen geeft als hij het heeft verkregen
35.
Mijn kop alleen begeert men niet
Wel als men daar een hals aan ziet.
39.
Waren uit mijn magazijn
Zijn veel slimmer nog dan pijn
‘k help u somtijds uit den nood
Maar bezorg u ook den dood
47.
Borgen maak ik dag aan dag
Waarop niemand wandelen mag
51.
Lieve kinderen, komt eens hier
Hier zijn 2 die trekken 4
Om hen van een sap te ontlasten
Waarop men gerust kan vasten
Pas hadt gij uw oog ontsloten
Of gij had van dat sap genoten.
Antwoorden: 2. Een viool; 9. Een speld; 19. Lucht; 20. Een visch; 21. De oren; 28. Een bakker; 31. De slager; 33. Geld; 35. Een pijp; 39. Apotheek; 47. Mol; 51. Koemelken.
Bij de afbeelding: tekening uit schetsboek ca 1850-1860 van onbekende auteur; Groninger Archieven, NL-GnGRA_1536_6811_18
De columns ‘Harener Historie’ worden geschreven door Eppo van Koldam. Iedere twee weken verschijnt een nieuwe column. De eerste 78 columns zijn verschenen in het Harener Weekblad. De serie is per 1 april 2020 voortgezet op www.oldgo.nl. Dit is digitale column nr 9.