In mijn vorige bijdrage heb ik het gehad over het grote gebied woeste grond tussen Haren en Onnen. We hebben toen gezien, dat enige honderden jaren geleden dit gebied tussen de markes van Haren en Onnen verdeeld is door het trekken van een rechte grenslijn vanaf de bocht in de Waterhuizerweg naar de molen in Harendermolen. Vervolgens is het gebied geleidelijk ontgonnen en hebben mensen zich er blijvend gevestigd. Op het kaartje bij mijn vorige bijdrage heb ik de buurtschap Felland op een detailkaart al uitgelicht. Niet voor niets, want hier is de bewoning begonnen.
Venlanden, Vellanden, Felland
Dr. F.C. Ketelaar geeft in zijn bekende uitgave ‘Driften, Stegen, Lanen; Straatnamen in Haren’ (Harener Historische Reeks nr. 7) als meest waarschijnlijke verklaring voor de naam Felland aan, dat dit een verwijzing is naar ‘veldland’, oftewel een voormalig heideveld. In het kadaster kom ik ook vaak de naam venlanden tegen. Wellicht een verwijzing naar veen. In ieder geval mogen we er van uit gaan, dat de naam verwijst naar niet erg aantrekkelijke landbouwgrond. Het waren dus echte pioniers, die zich hier te vestigden. Maar waarschijnlijk hadden ze geen keus en was deze plek aan de rand van de samenleving het enige plekje, dat nog voor ze over was. Het Felland ligt inderdaad aan de rand van de samenleving. De Onnense samenleving wel te verstaan. Daar weg gedrukt tegen de grens met de marke Haren ontstaat vanaf 1800 een kleine buurtschap.
De eerste bewoners
De eerste personen, die het aandurven in het Felland te gaan wonen zijn Abel Jans Brink en Geessien Lucas. Zij kopen op 25 augustus 1800 met geleend geld een perceel grond en bouwen hierop een kleine boerderij en een arbeiderswoning. Als in 1806 de huisnummering wordt ingevoerd, krijgen deze twee panden de nummers Onnen 1 en Onnen 2. De arbeiderswoning is in 1850 afgebrand. Uit de kleine boerderij Onnen 1 is het huidig pand Felland 20 ontstaan. Ter illustratie, het volgende pand Onnen 3 stond ca. 500 meter verderop aan het Boerlandspad op het perceel nu genummerd Dorpsweg 10. Als er een schaap over de dam is volgen er meer. Omstreeks 1815 bouwt Geert Luiken de woning Felland 14, Hinderikus Pauwels volgt in 1823 met Felland 24 en Laurens Eising in 1827 met Felland 32. Dan is de buurtschap, zoals die op de genoemde kaartuitsnede staat, compleet.
Armoede
Het is armoe troef daar op het Felland. De bewoners kunnen net rond komen. Voor bijzondere uitgaven is geen geld. Zo wordt Geert Luiken in 1822 vrijgesteld van het betalen van schoolgeld. En in 1828 overkomt hem een ramp. In de stukken in het archief van de gemeente Haren lezen we de volgende verklaring van de burgemeester. “Onderrigt zijnde door den persoon van Geert Luiken, arbeider te Onnen binnen deze gemeente, dat dezelve in den afgelopen nacht van zijn eenige melkkoe door den dood was beroofd en dus van een bijna onmisbaar geryf voor zijn talrijk behoeftig huisgezin, en dat dezelve niet in de mogelijkheid ware, gelijk ons ook bekend is, om eene koe weder te kunnen koopen en betalen, verleent uit dien hoofde aan genoemden Geert Luiken, op deszelfs verzoek, de vrijheid om binnen deze gemeente bij de ingezetenen rond te gaan tot inzameling van liefdegiften, teneinde daardoor in staat gesteld te worden eene koe weder te kunnen aanschaffen. Gemelde persoon Geert Luiken als een werkzaam en braaf daglooner bekend zijnde, doch tevens met een zwak ligchaamsgestel, en een talrijk behoeftig gezin hebbende, zoo is het, dat burgemeester voornoemd een iegelijk verzoekt om aan meergemelden persoon in liefde te gedenken en hem zijn geleden verlies door welwillende giften te herstellen”.
En ook Hinderikus Pauwels heeft het zwaar. Over hem lezen we op 30 juni 1829, dat hij in zeer ongelukkige omstandigheden verkeerd. Binnen een tijdstip van twee jaren heeft hij twee echtgenoten door de dood verloren en zijn ook nog eens vier melkkoeien en drie jonge koeien gestorven. Ook Hinderikus krijgt toestemming in de gemeente een collecte te houden.
Verdere uitbouw
Na 1830 wordt de buurtschap Felland nog verder uitgebreid. Aaltje Pathuis-Ebbing, zelf wonende op de boerderij ‘De Wolf’ ten noorden van Haren, laat in 1832 Felland 32 bouwen. Later zal haar kleinzoon Dekker Alef Dekker hier wonen. Harmannus Brink bouwt in 1842 Felland 40 en Luite Gerrits in 1847 pal daarvoor Felland 38. Iedere planologische aansturing ontbreekt en het gemeentebestuur heeft ook nauwelijks zicht op wat er allemaal gebeurt. Zo is in 1831 sprake van ene Hindrik Stoffers, die in deze contreien in een hut zonder huisnummer woont. In 1855 vinden we deze Hindrik Stoffers een eindje verderop terug als eigenaar/bewoner van Felland 50. Als de kinderen volwassen worden, is bijbouw van woningen op eigen terrein ook een oplossing. Zo bouwt de familie Pauwels achter Felland 24 in 1860 de woningen Felland 26 en 28. En Dekker Alef Dekker doet datzelfde in 1867 nog eens over met de bouw van Felland 34 en 26 achter zijn boerderij Felland 32. In 1878 bouwt dezelfde familie Dekker de woning Felland 30. Dit is het huisje op de foto. De brievenbusjes vormen een mooie illustratie bij het bovenstaande.
De columns ‘Harener Historie’ worden geschreven door Eppo van Koldam. Iedere twee weken verschijnt een nieuwe column. De eerste 78 columns zijn verschenen in het Harener Weekblad. De serie is per 1 april 2020 voortgezet op www.oldgo.nl. Dit is digitale column nr 11