Op de gedenksteen bij de kerk in Haren staan de namen van de in de oorlog omgekomen Hareners. Van de Joodse families zijn niet alle personen met naam en toenaam op de steen vermeld, maar is volstaan met de familienaam. In totaal zijn 32 Joodse inwoners van Haren in Duitse concentratiekampen vermoord. De meeste van deze 32 personen zijn niet in Haren geboren. Dat komt, omdat het 4-mei comité er niet aan ontkwam criteria aan te houden voor het al dan niet vermelden van personen op de gedenksteen. Zo is bepaald, dat men in de gemeente door oorlogsgeweld moet zijn overleden of dat men na een gedwongen verlaten van de gemeente elders door oorlogsgeweld is overleden. Voor de Joodse inwoners geldt het laatste criterium. Zij zijn alle gedwongen via Westerbork afgevoerd naar de concentratiekampen en daar vermoord.
De gedenksteen zou er heel anders hebben uitgezien, als de geboorte in de gemeente als criterium was aangehouden. Slechts vier Joodse inwoners, die op de gedenksteen staan, zijn in Haren geboren. Dat zijn Felicie van der Lijn, die slechts 15 maanden oud was, toen zij op 11 april 1944 stierf in de gaskamer van Auschwitz, en drie leden van het gezin Nathans: vader Salomon David, zoon Simon en zoon Ephraïm. Je zou kunnen zeggen, dat de familie Nathans de enige Harense Joodse familie was. Simon Nathans, de vader van Salomon David, vestigde zich na zijn huwelijk al in 1881 in Haren. Hij was hier caféhouder en koopman. Samen met zijn vrouw Betje de Jong kreeg hij acht kinderen, van wie er een op jeugdige leeftijd overleed. De overige zeven, die dus allemaal hun jeugd in Haren hebben door gebracht, zijn overleden in een concentratiekamp. Dat geldt ook voor de meeste van hun partners en kinderen. Slechts twee kinderen van dochter Sophia zouden in de regio Almelo de oorlog hebben overleefd. Zoon Simon van dochter Klara sneuvelde direct in het begin van de oorlog op 13 mei 1940 als soldaat bij de verdediging van de Grebbelinie.
Van alle kinderen van Simon en Betje bleef alleen zoon Salomon David in Haren wonen. Hij begon een zaak in manufacturen in het pand op de hoek van de Rijksstraatweg en de Kerkstraat. Hier werden ook zijn beide zonen geboren. Salomons broer David was manufacturier in de Oosterstraat in Groningen en zijn zwager Izaäk van Dam had een bloeiende manufacturenzaak aan de Stationsweg in Zuidlaren. In Haren stonden de leden van de familie Nathans bekend als goede zakenlieden. Zij belegden hun winst in onroerend goed als appeltje voor de dorst voor later. Zo bezat vader Simon in 1940 de panden Kromme Elleboog 35 en 62 in Haren. Broer David Simon was eigenaar van Meerweg 17 en Holsteinslaan 28 en 30. De lijst van Salomon David telde naast enige percelen wei- en bouwland maar liefst tien panden: Rijksstraatweg 190, Lutsborgsweg 12 en 61, Meerweg 9, Kerkstraat 22 en 24, Oude Middelhorst 69, Molenkampsteeg 16 en Rijksstraatweg 62 en 64 te Glimmen.
In de oorlog werd al het onroerend goed van Joodse eigenaren onder gezag geplaatst van de Niederländische Grundstückverwaltung. Na de oorlog werd deze instelling onder Nederlands beheer geplaatst en kon gewerkt worden aan het teruggeven van de eigendommen aan de rechtmatige eigenaren. Hierbij was de zogenaamde Raad voor het Rechtsherstel betrokken. Door het wegvallen van hele families was de teruggave van de eigendommen geen eenvoudige zaak. Zo werden de Harense eigendommen van Salomon David Nathans ten verzoeke van zijn erfgenamen pas geveild op 12 juli 1954. In de kadastrale registratie is een overzicht opgenomen van deze erfgenamen. Het gaat om twaalf personen, van wie er zes in Israël wonen. Uit een reconstructie van de familierelaties is me duidelijk geworden, dat het gaat om twee zusters van Rosa Rosenbaum, de vrouw van Salomon David Nathans, en de nabestaanden van twee andere zusters en een broer. Een van de zusters mevrouw Brunette van der Sluis-Rosenbaum uit Zwolle is bij de veiling aanwezig en koopt enige weilanden. Van de kant van Salomon David Nathans worden geen erfgenamen vermeld en dat is gelet op de bovengenoemde vermelding van twee overlevende kinderen van zijn zus Sophia wel wat vreemd.
De bovengenoemde veiling heeft geen betrekking op het pand Rijksstraatweg 190 te Haren. Dat wordt apart verkocht. Het pand Molenkampsteeg 16 met het bijbehorende weiland is reeds in juli 1942 verkocht aan de gemeente Haren. Na de oorlog worden op het weiland enige woningen gebouwd (nu het eerste deel van de Remmingaweg en de woningen Molenkampsteeg 24 en 26). In 1960 wordt het boerderijtje Molenkampsteeg 16, dat jarenlang bewoond werd door Wiert Vos en zijn gezin, afgebroken en vervangen door het woningblok Molenkampsteeg 16 tm. 22. Ik verwijs naar de afbeelding en ook naar het artikel ‘Burgemeestersbuurt’, dat Henk Bazuin schreef in het blad Harens Old Goud 2019 nr. 2. Het levensverhaal van Egbert Vos, zoon van Egbert Vos, is te lezen in het blad Op de Hoogte (de toenmalige titel van het blad van de Harense Historische kring Old Go) 2013 nr.1. Dit laatste artikel is ook te vinden op www.oldgo.nl.
In 1951 wordt door de Raad voor Rechtsherstel betwijfelt of de verkoop door Salomon David Nathans wel rechtmatig heeft plaats gevonden. Heeft de gemeente wellicht misbruik gemaakt van de moeilijke positie van de verkoper? Ook de officier van justitie te Groningen is bij de zaak betrokken blijkens een advertentie in het Nieuwsblad van het Noorden van 16 mei 1951: “Wie geeft inlichtingen? Op 30 September 1942 is in een kamp te Oswicksim (Polen) overleden de Nederlandse Israëliet Salomon David Nathans, geboren 24 Februari 1889 te Haren (Gr.) en gewoond hebbende Rijksstraatweg 190 aldaar. Zijn vrouw was Rosa Rosenbaum en is eveneens tijdens de oorlog omgekomen. De Officier van Justitie van de Rechtbank te Groningen zou gaarne worden ingelicht omtrent de vermogenspositie van deze beide mensen. leder, die hierover, al is het slechts zeer oppervlakkig, inlichtingen kan verschaffen, wordt dringend verzocht zich hieromtrent tot genoemde Officier per brief te willen wenden”.
Het verleden laat ons niet los. In een aantal gemeenten is een onderzoek ingesteld naar het afpakken van Joodse eigendommen in de oorlogsjaren. Recent heeft ook de gemeente Groningen besloten tot een dergelijk onderzoek. De aankoop van het perceel Molenkampsteeg 16 te Haren zal bij dat onderzoek worden betrokken. De informatie is echter schaars. Mocht u meer weten over de gang van zaken bij deze verkoop dan kunt u dat melden (eppo@vankoldam.com). Ik zal dan zorgen, dat de informatie bij de onderzoekscommissie terecht komt.
Bij de afbeelding: vogelvluchtopname van de Remmingaweg met in het gele kader schematisch aangegeven het door Salomon David Nathans in 1942 aan de gemeente verkochte perceel. Inzet: het boerderijtje Molenkampsteeg 16.
De columns ‘Harener Historie’ worden geschreven door Eppo van Koldam. Iedere twee weken verschijnt een nieuwe column. De eerste 78 columns zijn verschenen in het Harener Weekblad. De serie is per 1 april 2020 voortgezet op www.oldgo.nl. Dit is digitale column nr 28.