Hoe kom je aan de onderwerpen voor je columns, wordt mij wel eens gevraagd. Ach, vaak komen die vanzelf voorbij als je met onderzoek in de archieven bezig bent. Soms zie je direct, dat een archiefstuk basis kan zijn voor een interessant verhaal. Maar soms kan het ook anders gaan en kun je proberen een verhaal te maken van iets wat op het eerste gezicht onduidelijk en oninteressant is. Laat ik u een voorbeeld geven.
In de notulen van de vergadering van BenW van Haren van 7 juni 1905 wordt melding gemaakt van de beslissing op het verzoek van de heer S. Schuur te Stitswerd om sterke drank te mogen verkopen in het beneden lokaal van het perceel kadastraal bekend gemeente Haren sectie F nr. 1060, plaatselijk gemerkt L nr. 3, gelegen aan de grindweg aldaar. BenW overwegen dat deze vergunning verleend kan worden, omdat recentelijk twee andere personen, te weten Jan. S. Perdok en Teunis Willem Albronda een vergunning hebben ingeleverd, waardoor bij verlening van een vergunning aan Schuur het maximum aantal vergunningen niet overschreden zal worden.
Zo’n besluit roept een aantal vragen op. Wie was S. Schuur? Om welk café ging het hier? Wie waren Jan Perdok en Teunis Willem Albronda? Ik kan S. Schuur niet direct thuis brengen. Als ik op internet zoek in www.allegroningers.nl kom ik wel een Simon Schuur tegen, maar ik vind van hem geen enkele link met Haren. Dan eerst maar iets doen met het andere concrete gegeven: het kadastrale perceel. Met behulp van de kadasterviewer kan ik oude kadastrale kaarten inzien en bijbehorende eigenaren opsporen. Ik vind een kaartje. Het blijkt, dat het niet gaat om perceel F 1060, maar om F 1061. Bovendien is aan het kaartje niet goed te zien waar het perceel ligt. Er lijkt wel of er een woning midden op een weg is gebouwd (zie de inzet op de foto). Alles wordt wat duidelijker als ik uitzoek wie de eigenaren van het perceel waren. Tot 1850 was dat Johan Conrad van Hasselt. In dat jaar wordt de ‘Onderneming tot Aanleg Eener Straat van Zuidlaren naar De Punt’ eigenaar en volgens het kadaster bouwt deze onderneming in 1856 een woning. J.C. van Hasselt was eigenaar van het landgoed De Poll. Het in 1856 gebouwde huis blijkt een voorloper van het café Blankeweer! Tot voor enige jaren stond dit café in de knik van de Zuidlaarderweg bij de ingang van het landgoed De Poll. Onduidelijk is waarom de genoemde onderneming de woning bouwde. Een tolhuis was het niet, want dat stond een eindje verderop bij de Vogelzangsteeg (huidig adres Vogelzangsteeg 14).
De vakliteratuur er maar eens bij gepakt. Voor Glimmen is dat ‘Glimmen, dorp tussen Drentse A & Hondsrug’, geschreven door Willem Rutgers. Hij meldt over café Blankeweer het volgende: “Het bouwjaar is ons niet bekend, wel weten we, dat het in 1906 door R. Vos werd gekocht. Evert Vijfschaft, zijn schoonzoon, nam het in 1947 over. Later woonde er de familie De Boer. Nu beheert de familie Koops het café”. Die gegevens van Rutgers sluiten nog niet aan op de door mij vermelde gegevens. We moeten terug naar de kadastrale gegevens. Daar vinden we, dat de woning in 1882 wordt gekocht door Cornelis Albronda. Albronda is timmerman, maar wordt al spoedig in advertenties in lokale kranten (te raadplegen via www.delpher.nl) ook vermeld als herbergier. Dit is dus het begin van café Blankeweer. Niet uitgesloten is, dat Albronda hier al langer woonde. Onderzoek in www.allegroningers.nl leert ons, dat de boven genoemde Teunis Willem Albronda een zoon is van Cornelis. De puzzelstukjes beginnen op hun plek te vallen.
In 1905 verkoopt Teunis Willem Albronda het café aan S. Schuur. Inderdaad de Simon Schuur uit Stitswerd, die ik al eerder gevonden had. Albronda jr. verhuist naar Groningen. Niet onlogisch dus, dat hij afstand doet van zijn vergunning tot verkoop van sterke drank ter plaatse. Schuur kan nu het café voortzetten. Maar dat duurt niet lang, want in het dienstjaar 1909 meldt het kadaster de verkoop van het café aan Roelf Vos. Dat spoort met de informatie van Willem Rutgers.
Ik houd er altijd van om van gevonden personen de familierelaties in beeld te brengen. Je weet maar nooit. Ook in dit geval blijkt dat de moeite waard. Siebrig Vos, de zus van Roelf Vos, blijkt getrouwd met Simon Schuur.
Maar waarom bleef Simon Schuur nu zo kort in Glimmen? Via www.delpher.nl vond ik het antwoord. In het Nieuwsblad van het Noorden van 10 mei 1906 stond de volgende advertentie: “Donderdag 10 mei 1906, des avonds te 6 uur, zal in na te melden café publiek worden verkocht: het café ‘Blankeweer’, thans voorzien van het vergunningsrecht, met schuur en erf, staande en gelegen onder Noordlaren, te zamen groot 1 are, 53 centiaren. In eigendom bewoond door den heer S. Schuur. Aanvaarding dadelijk na den toeslag. Betaling 1 november 1906. W. van Bommel van Vloten, notaris”. Een maand eerder had de deurwaarder reeds de gehele inventaris bij executie publiek verkocht. Simon Schuur had het dus financieel niet gered en werd waarschijnlijk door zijn zwager Roelf Vos uit de puree geholpen.
Tot in ieder geval 1957 werd café Blankeweer (Zuidlaarderweg 45) gerekend tot Noordlaren. Daarna werd het adres Glimmen. Hendrik Koops was de laatste exploitant. Na zijn vertrek is het pand afgebroken en vervangen door een landhuis.
Missen we nog de gegevens van de genoemde Jan S. Perdok. Ook dat blijkt best een interessant persoon. Daarover een volgende keer.
De columns ‘Harener Historie’ worden geschreven door Eppo van Koldam. Iedere twee weken verschijnt een nieuwe column. De eerste 78 columns zijn verschenen in het Harener Weekblad. De serie is per 1 april 2020 voortgezet op www.oldgo.nl. Dit is digitale column nr. 36.