Wagons vol voedsel op weg naar Duitsland
Op het rangeerterrein in Onnen waren op de 10e mei 1940 in opdracht van de van het Nederlandse leger door de eigen werknemers van de spoorwegen zoveel mogelijk vernielingen aangebracht. In de middag werden alle posten, het dienstgebouw en de werkplaats in brand gestoken. Daarbij brandde een wagon met 10.000 kilo kaas uit. Gerrit Jan Bakker, leiding-gevende bij de spoorwegen, constateerde later dat niemand vermoedde dat er in Nederland gebrek aan voedsel zou komen. En: ‘…geen mens kreeg het in zijn hoofd om ook maar één kaas mee te nemen.’
Dit zou spoedig veranderen.De spoorwegmannen werden door de Duitsers gedwongen de door henzelf aangebrachte vernielingen weer te herstellen; in de loop van de zomer kwam het transport weer op gang. Veel met voedsel geladen goederen-treinen reden via Haren richting Duitsland. Dat zette kwaad bloed bij de spoorwegmensen.
Bakker: “Voor ons werd alle voedsel gedistribueerd. Meermalen gingen wij met droog brood naar ons werk, terwijl de Duitse soldaten in Onnen zaten te eten met natuurboter en dikke plakken worst op hun brood.”Wat men voor de oorlog niet voor mogelijk zou hebben gehouden, gebeurde nu: het Nederlandse spoorwegpersoneel ging zoveel mogelijk ‘stelen’ van de bezetter.
In de nachtelijke uren werden de loden zegels op de wagons verbroken en een deel van de inhoud werd meegenomen: boter, olie, vlees, koffie, suiker en jenever in grote flessen. Bakker: “Van 1941 op 1942 hebben we vrolijk Nieuwjaar gevierd, we hadden met zijn vieren een met 25 liter jenever uit een van de wagens gehaald.” De jenever was bestemd voor de soldaten aan het oostfront, het was oude klare, met een alcoholpercentage van 45%. Een flink deel van de ontvreemde goederen werd in dat eerste halfjaar van 1942 doorgesluisd naar onderduikers en verzetsmensen. Het voedsel was daar bijzonder welkom, want het viel niet mee om onderduikers zonder voedselbonnen van voldoende voedsel te voorzien. De spoorwegmannen hadden geen last van hun geweten, zij zagen het ontvreemden van voedsel niet als diefstal, maar als een rechtvaardigde verzetsdaad. Radio Oranje in Londen riep immers ook op de Duitse bezetter zoveel mogelijk te benadelen. Bovendien: de eigenlijke dieven waren de Duitsers zelf.
Spoorwegtuinen
Veel spoorwegmensen hadden een tuintje op een lap grond tussen en langs de sporen. Daar werden aardappelen en groenten verbouwd. Gerrit Jan Bakker verborg veel voedsel in de grond van zijn tuin: in blikken, kistjes en flessen. Thuis hield hij konijnen en dagelijks ging hij met een mand naar de tuin om voedsel voor de konijnen te halen. Onderin de mand vervoerde Bakker het voedsel dat begraven moest worden of dat hij opgegraven had. De tuin was een schitterende plek, waar geen Duitser naar omkeek. Bakker: “Tussen de aardappelen, bonen, uien, wortelen en snijbonen groeiden daar vlees in bussen en olie in flessen. In de grond zat het veilig en je kon het ophalen als je het nodig had.”
Arrestatie
Het ging lange tijd goed, maar de spoorwegmannen werden brutaler, terwijl de controle door de Duitsers scherper werd. In de zomer van 1942 ging het mis. Een hulparbeider werd gesnapt en nadat bij huiszoeking boter was gevonden, werden meer spoorwegmensen gearresteerd. Onder hen Gerrit Jan Bakker. Na verhoor werd hij in een motor met zijspan afgevoerd naar de marechausseekazerne aan de Helperbrink in Helpman en vervolgens overgebracht naar het huis van bewaring in Groningen. Daarna volgden vier maanden Veenhuizen. In december kwam Bakker terug in Haren, verzwakt en werkloos, want hij was na zijn arrestatie op staande voet ontslagen. Gelukkig stelde burgemeester Nauta hem aan als bewaker van natuurgebied Appèlbergen.
Tijdens de gevangenschap van vader Bakker zat het gezin zonder inkomen. Af en toe kwam er iemand van de ondergrondse langs om wat geld en bonnen te brengen. Zoon Jaap (12 jaar) had de tuin bijgehouden, een hele klus voor een jongen van die leeftijd. Een zegen dat de tuin er nog was, want de familie Bakker moest het de verdere oorlog stellen zonder de extraatjes uit de spoorwagons.
Wil Legemaat voor de Harense Historische Vereniging Old Go
Dit artikel is gepubliceerd in Haren dé Krant in 2010