Drama in het Quintusbos

Drama in het Quintusbos

Als de heer A. Pieters op zaterdagmiddag 28 december 1946 langs het Quintusbos in Glimmen fietst, doet hij een lugubere ontdekking. Op het fietspad ligt het lichaam van een jongetje en dat jongetje lijkt dood. Even verderop ziet hij een jongeman in het bos lopen. Hij roept deze jongeman en vraagt hem de arts en de politie te waarschuwen.

Dokter Willem Scherjon, de huisarts in Glimmen, is de eerste, die na de alarmering ter plaatse komt. Hij probeert het jongetje te reanimeren, maar dat mag niet baten. Korte tijd later arriveert de politie in de persoon van opperwachtmeester J. Akkerman en enige secondanten, waaronder rijksspeurhondengeleider J.H. Went met zijn speurhond Theo. Vervolgens komt ook de officier van justitie ter plaatse. Het is duidelijk, dat het jongetje is gewurgd en dat dat elders in het bos is gebeurd, want daar worden een klompje en een muts gevonden. Al snel wordt duidelijk, dat het slachtoffertje de 8-jarige Jan Hummel uit Glimmen is. Zijn ouders wonen recht tegenover het Quintusbos aan de Rijksstraatweg.

Door opperwachtmeester Akkerman en zijn mensen wordt dadelijk een onderzoek ingesteld naar de dader. In de krant wordt er bericht over “een scherp onderzoek naar alle kanten”. Al snel komt de jongeman in beeld, die door de heer Pieters is aangesproken met het verzoek een arts en de politie te waarschuwen. Het blijkt de 19-jarige J.M. uit Glimmen, die niet erg gunstig bekend staat. Hij ontkent eerst nog ook maar iets met de dood van het jongetje te maken te hebben, maar na een stevig verhoor komt het toch tot een bekentenis. Hij heeft Jan Hummel gewurgd, nadat deze hem had gevraagd of hij zijn hondje ook had gezien. Geen erg ‘normale’ reactie. Er zat een hoop woede in J.M., die niets met Jan Hummel te maken had. J.M. woont weliswaar in Glimmen, maar is tewerk gesteld in de Limburgse mijnen. Hij is een paar dagen bij zijn ouders op vakantie en hij is kwaad, dat hij weer terug moet naar Limburg. De kleine Jan Hummel was dus op het verkeerde moment op de verkeerde plaats.

De publicatie in het Nieuwsblad van het Noorden van 30 december 1946 wordt als volgt afgesloten: “Dankzij het snelle onderzoek en het doortastend optreden van de politie is deze moord in korten tijd volledig opgelost. De dader is ingesloten. Hij wordt in Glimmen niet toerekenbaar geacht. Van zedenmisdrijf is geen sprake. In Glimmen heerscht diepe verslagenheid over deze gruwelijke daad. Het medeleven met de zwaar getroffen ouders is groot”.

Op 3 juli 1947 is de rechtszitting over de zaak. Er is geen discussie over de vraag of J.M. de dader is. Wel is het een punt van discussie of hij toerekeningsvatbaar is. De deskundige, Dr. F.F. Hazelhoff, die daarover wordt gehoord en die een onderzoek naar verdachtes geestvermogens heeft ingesteld, heeft geen gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke afwijking daarvan kunnen ontdekken. Hij neemt aan, dat verdachte erg ontstemd is geweest door de omstandigheden, waarin hij verkeerde en daardoor heeft gezocht naar iets of iemand, waarop hij zijn woede kon koelen. Mr. Hartsuiker, de officier van justitie meent, dat de dader het misdrijf kan worden toegerekend. Hij omschrijft J.M. als een persoon, die gauw driftig is, iemand met een laag karakter. Zijn woede was volgens hem niet opgewekt door het jongetje of iemand anders, maar alleen omdat hij weer naar de mijnen terug moest, waar hij zich niet op zijn plaats gevoelde. Bovendien doet Mr. Hartsuiker nog een boekje open over andere gebeurtenissen, waarbij J.M. betrokken is geweest, zo heeft hij al eens een keer een kindje een tijd lang met het hoofd onder water gehouden en een andere keer heeft hij geprobeerd een jongetje van het viaduct af te gooien. Het is dus wel een zeer gevaarlijk mens, die een zware straf verdient. Toch eist Mr. Hartsuiker niet de hoogste straf. Wegens doodslag door wurging vraagt hij 10 jaren gevangenisstraf. Veertien dagen later komt de rechtbank met het vonnis: 8 jaar gevangenisstraf met vooraftrek.

Ook tijdens de rechtszitting is er weer veel waardering voor de speurderszin van de Harense politiemensen. Een eigen politiekorps heeft de gemeente Haren dan trouwens nog niet. Voor de oorlog was er een korps bestaande uit enige gemeenteveldwachters en rijksveldwachters. Dit korps werd in de oorlog aangevuld met enige leden van de marechaussee. J. Akkerman kwam in 1929 naar de gemeente en werd gestationeerd in Glimmen. Hij woonde in de dienstwoning van de politie aan de Oude Boerenweg 1 (hoek Hoge Hereweg) te Glimmen. Direct na de oorlog, in april 1945, wordt Akkerman, die dan wordt aangeduid als opperwachtmeester der Koninklijke Marechaussee, benoemd tot hoofd van de politie in Haren. In 1947 treedt Akkerman in dienst van de gemeente Harderwijk als plaatsvervangend korpschef. In hetzelfde jaar krijgt de gemeente Haren een eigen korps gemeentepolitie. Overigens kleeft aan het optreden van Akkerman tijdens de oorlog een grote smet. In 1953 wordt duidelijk, dat hij in 1944 voor f.20.000,- distributiebonnen heeft verkocht, die waren bestemd voor onderduikers en dat hij die inkomst heeft verzwegen voor de belastingdienst.

Na het schrijven van het bovenstaande ontdekte ik, dat Hein Bloemink in april 2013 in Haren de Krant op 2 april 2013 ook aandacht heeft geschonken aan de moord op Jan Hummel onder titel ‘Jan Hummel, vermoord in 1946 te Glimmen, nog niet vergeten’ (te raadplegen via internet). Bloemink heeft zijn verhaal vooral gebaseerd op getuigenverklaringen en het heeft daardoor een andere inkleuring dan mijn tekst, die vooral is gebaseerd op berichtgeving in de krant.

De columns ‘Harener Historie’ worden geschreven door Eppo van Koldam. Iedere twee weken verschijnt een nieuwe column. De eerste 78 columns zijn verschenen in het Harener Weekblad. De serie is per 1 april 2020 voortgezet op www.oldgo.nl. Dit is digitale column nr. 41.

Old Go

De Harense Historische Vereniging Old Go is opgericht in januari 2010 en houdt zich bezig met de geschiedenis van de voormalige gemeente Haren. De gemeente bestond uit de dorpen Haren, Glimmen, Onnen en Noordlaren en de buurtschappen Essen, Dilgt en Hemmen. Op 1 januari 2019 is de gemeente Haren in het kader van de gemeentelijke herindeling samengegaan met de gemeenten Groningen en Ten Boer. 

Gevarieerd aanbod

Lezingen en excursies

Organisatie Open Monumentendag 

Uitgave van Harens Old Goud, 2x per jaar, een tijdschrift met een breed aanbod van artikelen en oude foto's

Publicaties in Haren de Krant

Presentatie en promotie op evenementen.

Info-centrum

Kom eens langs in het Info-centrum van Old Go! Elke eerste donderdag van de maand kunt u van 14.00 tot 16.00 uur bij ons terecht voor inzage in ons archief. We hebben een luisterend oor voor uw (oude) verhalen met of zonder foto’s. Voor vragen en informatie kunt u mailen naar info@oldgo.nl. Het adres is: Oude Brinkweg 12A, Haren; de trap op naar boven.   

Contact

Wilt u lid worden?  Zie ons aanmeldingsformulier. 

Heeft u een algemene vraag of opmerking:  info@oldgo.nl

Wilt u een artikel of foto's aanbieden voor Harens Old Goud: redactie@oldgo.nl