Op de gedenksteen van Haren staan tien kinderen

Op de gedenksteen van Haren staan tien kinderen

Het valt niet op, want ze staan als familie op de gedenksteen, maar de helft van de Harense oorlogsslachtoffers was Joods en onder hen zijn tien kinderen jonger dan vijftien jaar.|

Terwijl het leven voor de meeste Harenaars in de eerste oorlogsjaren min of meer gewoon zijn gang ging, sloot het net zich snel, doeltreffend en bijna geruisloos om onze Joodse medeburgers. Een reeks maatregelen verdreef de Joden uit het economisch en sociale leven en toen zij eenmaal uit de actieve samenleving waren verdwenen en zonder middelen van bestaan waren, was het vrij eenvoudig hen op te pakken en naar kamp Westerbork af te voeren.


Betty, Marcel, Benny en Freddy kenden elkaar: de familie Slomper woonde aan de Westerse Drift en de familie Blocq aan de Wilhelminalaan en de kinderen speelden met elkaar en met buurtkinderen. Benny voetbalde bij Be Quick, evenals zijn vader Eddy. Hij bezocht de openbare lagere school in de Kerkstraat. De jongens Wolff woonden aan de Waterhuizerweg, zij gingen naar de Tuindorpschool.


In september 1941 mochten de Joodse kinderen niet meer naar school. Verscheidene Harenaars herinneren zich hoe Louis en Ewald niet meer in de klas verschenen, maar in het speelkwartier achter het hekje naar het schoolplein stonden te kijken. Enkele maanden later vertelden de jongens dat ze op reis gingen, er klonk iets avontuurlijks in door, maar toch voelde iedereen dat het niet om een vakantiereisje ging. Benny Blocq en zijn vader Eddy moesten afscheid nemen van Be Quick: Joden mochten geen lid meer zijn van een algemene sportclub.

Westerbork
Half juli 1942 werden de Harense mannen en oudere jongens naar Westerbork gebracht. De meesten gingen vandaar met het eerste transport naar Auschwitz.
In de nacht van vrijdag 27 op 28 november werden Betty, Marcel, Benny en Freddy met hun moeders en Ruth met haar ouders opgehaald en naar kamp Westerbork gebracht. Louis en Ewald gingen met hun oudere broer Adolf en hun moeder te voet naar het station in Groningen.

Betty en Marcel Slomper werden op 9 februari 1943 met hun moeder doorgevoerd naar vernietigingskamp Auschwitz. Bij aankomst op 12 februari werden zij direct naar de gaskamer gebracht.

Benny en Freddy Blocq werden in maart 1943 naar kamp Vught gebracht, waar Benny in een aparte kinderbarak werd ondergebracht, apart van zijn moeder en broertje. In juni maakten de jongens deel uit van de beruchte kindertransporten van Vught via Westerbork naar Sobibor. Daar kwamen zij op 11 juni 1943 om het leven. Louis en Ewald Wolff werden op 18 januari 1944 overgebracht naar Theresienstadt en vandaar op 4 oktober 1944 naar Auschwitz gedeporteerd. Daar eindigde bij aankomst op 6 oktober hun leven.

Ruth Kottek werd met haar ouders in februari 1944 gedeporteerd naar Bergen-Belsen. Op 10 april 1945 werd dat kamp ontruimd omdat de geallieerden naderden. De familie Kottek kwam terecht in de zogenaamde ‘Lost train’, een trein met open wagons die door Duitsland zwierf, op de vlucht voor de bevrijders. Bij Tröbitz werden ze bevrijd. De ouders van Ruth bezweken echter korte tijd later aan uitputting en ziekte. Ruth, inmiddels 12 jaar, keerde als wees terug in Nederland.

Ruth Weile, Elise, Careltje en Felicie van der Lijn
De familie Van der Lijn en het bij hen inwonende Duitse meisje Ruth Weile, hoefden aanvankelijk niet op transport, omdat moeder Van der Lijn een functie had bij de Joodse Raad. In januari 1943 werd dochtertje Felicie geboren in Haren. Vijf weken later werd de familie naar Amsterdam gedirigeerd en vandaar naar Westerbork. Op 8 april volgde deportatie naar Auschwitz. Daar eindigde op 11 april 1944 het leven van Elise (8), Careltje (6) en de kleine Felicie (1).
Ruth Weile was in mei 1943 naar Westerbork gebracht. Op 7 september 1943 bracht de trein haar naar Auschwitz, waar zij op 10 september in de gaskamer werd omgebracht.

Gedenksteen
De gedenksteen van Haren toont ons de littekens van de Tweede Wereldoorlog. Achter elke naam gaat een wereld van verdriet schuil. Achter de namen van families schuilen hartverscheurende verhalen. Verhalen van gewone Harense kinderen, die de meest afschuwelijke verschrikkingen hebben moeten doorstaan. En wier jonge leven eindigde in een gaskamer. Het is goed om daar, al is het voor het eerst in 65 jaar, eens bij stil te staan. Kinderen horen in een bloementuin, niet in een concentratiekamp en zeker, zeer zeker niet op een gedenksteen.

Op de foto leerlingen van de Tuindorpschool in 1941. In het midden met bril Ewald Wolff en rechts naast hem Louis Wolff. 

Wil Legemaat voor de Harense Historische Vereniging Old Go
Dit artikel is gepubliceerd in Haren de Krant mei 2010.

 

Old Go

De Harense Historische Vereniging Old Go is opgericht in januari 2010 en houdt zich bezig met de geschiedenis van de voormalige gemeente Haren. De gemeente bestond uit de dorpen Haren, Glimmen, Onnen en Noordlaren en de buurtschappen Essen, Dilgt en Hemmen. Op 1 januari 2019 is de gemeente Haren in het kader van de gemeentelijke herindeling samengegaan met de gemeenten Groningen en Ten Boer. 

Gevarieerd aanbod

Lezingen en excursies

Organisatie Open Monumentendag 

Uitgave van Harens Old Goud, 2x per jaar, een tijdschrift met een breed aanbod van artikelen en oude foto's

Publicaties in Haren de Krant

Presentatie en promotie op evenementen.

Info-centrum

Kom eens langs in het Info-centrum van Old Go! Elke eerste donderdag van de maand kunt u van 14.00 tot 16.00 uur bij ons terecht voor inzage in ons archief. We hebben een luisterend oor voor uw (oude) verhalen met of zonder foto’s. Voor vragen en informatie kunt u mailen naar info@oldgo.nl. Het adres is: Oude Brinkweg 12A, Haren; de trap op naar boven.   

Contact

Wilt u lid worden?  Zie ons aanmeldingsformulier. 

Heeft u een algemene vraag of opmerking:  info@oldgo.nl

Wilt u een artikel of foto's aanbieden voor Harens Old Goud: redactie@oldgo.nl