De dorpen Noordlaren, Onnen en Haren hebben alle drie via een kanaalverbinding (gehad) met ruimer vaarwater, het Zuidlaardermeer, het Drentse Diep en het Noord-Willemskanaal. Omdat Glimmen zo dicht bij de Drentse Aa lag was daar geen aparte vaarverbinding nodig. Over water vond verreweg het meeste vervoer plaats totdat er een goed en ruim opgezet wegennet was.
Te beginnen in Noordlaren waar een bestaande sloot naar het Zuidlaardermeer gekanaliseerd werd, er een haventje aangelegd werd en een veerhuis gebouwd aan de Meester Koolweg, dit alles in het begin van de 19de eeuw.
In Haren werd rond 1860 een haventje aangelegd op de plaats van de oude brandweerkazerne en een kanaal gegraven langs de Meerweg naar het pas geopende Noord-Willemskanaal. In de eerste helft van de vorige eeuw diende het haventje ook als ‘drekstoup’ een plek waar vuil en urine maar hoofdzakelijk ontlasting vanuit de ‘tonnetjes’ in een ‘strontpraam’ werd gestort.
In Onnen heeft het gegraven kanaal, de Onnervaart, alles te maken met de drooglegging van de Onnerpolders begin 1900 waarbij er twee voorstellen lagen om het overtollige water af te voeren: via een ringvaart of via een te graven vaarwater naar Onnen vanaf het Drentse Diep met een schutsluis aldaar vanwege de verschillende waterniveaus. Nu moeilijk meer voor te stellen maar de sluis was ruim bemeten en groot genoeg om schepen van rond de 60 ton te schutten, de gemiddelde grootte van binnenvaartschepen in die tijd.
In 1915 meert het eerste schip af in het haventje van Onnen hetgeen gepaard gaat met een groot feest waarbij de schooljeugd een welkomstlied zingt:
“Hoera de vreugde stijgt ten top-Hijs allen vlag en wimpel op en laat weerklinken ’t vrolijk lied uit aller mond-Daar komt een schip met mest belaan. Hij brengt ons d ’eerste lading aan. ’t Is feest bij de Onnervaart”.
Behalve mest waren turf, wierdegrond, riet, pulp en steen en later kolen de meest vervoerde artikelen op de kanalen.
Het kanaaltje in Noordlaren bestaat nog steeds en het veerhuis valt nu onder monumentenzorg.
Bij de aanleg van de A28 in de zestiger jaren van de vorige eeuw zijn het kanaal en het haventje van Haren gedempt, in de beschoeiing van het Noord-Willemskanaal valt bij goed kijken de uitmonding nog te zien op het einde van de Meerweg.
De sluis in de Onnervaart verkeerde in de begin vijftiger jaren van de vorige eeuw in een zodanig slechte toestand dat herstelwerkzaamheden noodzakelijk waren maar omdat amper meer gebruik gemaakt werd van de Onnervaart werd tot afbraak en dempen besloten.
Er is een werkgroep Onnervaart Open die de oude situatie in ere wil herstellen.
Gertjan Hakkaart voor de Harense Historische Vereniging Old Go
Dit artikel is geplaatst in Haren de Krant januari 2023
Een jaar of 12 geleden mocht ik voor de vergadering van de nog jonge historische kring Old Go een lezing houden. Mijn verhaal van mij ging over het volgende. Huize de Wolf, aan de Rijksstraatweg 76 is een bekende villa, maar wat hebben reigers daarmee te maken, anders dan dat die dieren in de gracht rondom het gebouw naar voedsel zoeken ?
Om daarop een antwoord te kunnen geven was onderzoek nodig. De herberg de Wolf werd rond 1815 verkocht en nadat de herberg was gesloopt, werd er een nieuw buitenhuis gebouwd. De familie die dat liet doen was de familie Reiger, ze woonden eerst in de stad Groningen. Voor mr. Albertus Reiger die auditeur-militair was geworden en vaak ook bij de krijgsraad in Assen moest zijn, leek het wel goed ergens tussen in naar een woning te zoeken. Nadat een nieuw buitenhuis in 1819 gereed was gekomen verhuisde het gezin Reiger naar Haren en noemde het huis Huize de Wolf naar de herberg die er daarvoor stond.
Mr Albertus Reiger was geboren in 1780 in Leeuwarden, studeerde rechten en werd advocaat. Hij huwde in Groningen met Laurentie Sijpkens dochter van predikant en hoogleraar Henricus Sijpkens en Elisabeth Huber. Er werden een achttal kinderen geboren, zodat het een flink huis werd. Reiger kocht er nog een ‘kamp ‘ land bij, zodat er ook ruimte om het huis ontstond voor een tuin. Naast zijn werk voor de krijgsraad was Mr. Reiger lidmaat van de Hervormde Gemeente van Haren en kerkvoogd en soms bespeelde hij het orgel in de kerk.
Helaas overleed Mr. Reiger vrij jong in 1831. Hij werd begraven naast de Dorpskerk, de steen op zijn graf is nog steeds te zien. Ook twee van zijn kinderen overleden, en werden naast hun vader begraven, de dekstenen op hun graven zijn nog steeds aanwezig.
Nadat ook mevrouw Reiger-Sijpkens was overleden werd het huis in 1855 te koop aangeboden. Volgens de verkoopadvertentie ging het om: “Eene zeer aangename aan de straatweg op korte afstand van Groningen bij Haren gelegen buitenplaats, bestaande uit een logeabele heerenbehuizing met schuur en stalling, wel aangelegde tuinen met daarin een kamp bouwland, tezamen groot één bunder, acht en zeventig roeden en tachtig ellen”.
Er bestaat een schilderij van het huis tussen 1824 en 1891 en een foto ervan is opgenomen in de beeldbank van het archief in Groningen.
Roelof van Wijk voor de Harense Historische Vereniging Old Go
Foto afkomstig van de Beeldbank
Dit artikel is geplaatst in Haren de Krant november 2022.
In het bezoekerscentrum van klooster Yesse is een min of meer verdwaalde kanonskogel te zien, die kenners toeschrijven aan ‘Bommen Berend’. Regelmatig reageren mensen met herkenning: “oh ja, natuurlijk, 1672, Yesse tussen Haren en Stad, logisch.” Leuk, maar niet waar, al was het maar omdat er in 1672 al lang geen klooster meer was. En detail: de kogel is niet op het kloosterterrein gevonden.
Nu we dit jaar GO350 vieren, brengt dit me op een ander jaartal precies 100 jaar daarvoor: 1572, het jaar waarin de grondslagen voor de Staat der Nederlanden werden gelegd .Hiermee werd de seculiere macht vergroot ten koste van de religieuze macht. De strijd tussen katholiek en Hervormd (‘gereformeerd’) was al langer gaande en hield ook toen niet op.
In 1568 begon De Opstand, het begin van wat uiteindelijk de Tachtigjarige oorlog zou worden.
Graaf Lodewijk van Nassau, broer van Willem van Oranje-Nassau moest een einde maken aan het schrikbewind van de Spaanse Alva.
In dat jaar tekent Pierre Lepoivre een (omstreden) kaart, een militaire schetskaart die laat zien dat er rond Essen, weergegeven als klooster, een heus bastion zou zijn. Of dit ooit echt gebouwd is, is onzeker. Wie zich er wilde verschansen is evenmin bekend. Misschien wel Lodewijk, die de poort van Groningen uiteraard gesloten vond en die het ook nooit gelukt is de stad in te nemen?
Maar ook tegenstander Alva had voornemens, namelijk om de belangrijkste steden in de Nederlanden van citadellen te voorzien. Hij beschouwde Stad en Lande als een in de oorlog veroverd gewest en trad ook op die manier op. De magistraat van Groningen had de aanleg van de dwangburcht van Alva vlak buiten de Herepoort, maar te slikken.
Kort gezegd: vóor 1672 had Nederland al een 80-jarige oorlog achter de rug, amper 25 jaar later stond in Groningen Bisschop Bommen Berend voor de poort.
En liet een kogel achter voor Yesse…
Annemiek Bos voor de Harense Historische Vereniging Old Go
Dit artikel is geplaatst in Haren de Krant november 2022.
Wie waren ze, het interessante en creatieve maar tegenwoordig nog weinig bekende echtpaar: Sevensma en Sevensma-Themmen?Ze woonden in het rietgedekte huis aan de Meentweg 1, Glimmen, dat in hun opdracht in 1934 is gebouwd, tien jaar na hun huwelijk. Het kreeg de inspirerende, maar ook eigenlijk onbekende naam: 't Huys ten Brinck.
Ze waren zeer godsdienstig: gereformeerd, kregen drie kinderen en reden in een Saab. Het echtpaar verhuisde midden jaren 60 naar Apeldoorn. Beiden zijn begraven op de Eshof, Haren. Moeder en de vroeg overleden zoon in graf 03/01/G/03, vader in graf 03/03/Z/09. Gezina (Gé) Sevensma-Themmen (Groningen 14-8-1896 – Apeldoorn 18-12-1967), deed een opleiding aan de Kweekschool met den Bijbel en werd lerares aan de Industrieschool voor meisjes.
Ze begon haar schrijverscarrière bij het christelijke weekblad De Spiegel (uitgegeven tussen 19061969). Tegen de Emmer Courant zei ze in 1954 dat “een verhaal meestal onbewust klaar ligt in de schrijver.” Later ging ze boeken schrijven met een duidelijke christelijke inslag. Haar inspiratie voor de meisjesboeken zal ze gevonden hebben in haar dagelijkse omgang met meisjes, als lerares. Door haar bekendheid als schrijfster werd ze gevraagd in heel Nederland, kwam in de redactie van o.a. het christelijk maandtijdschrift Kentering (1924), het blad voor christelijke jongelui, en gaf, door heel Nederland, lezingen en voordrachten. Op de landelijke radio, NCRV, heeft ze in juni 1934 in een “literair halfuurtje” over de “vrouwenbeweging in den roman” verteld.
Volgens het Nieuwsblad van het Noorden had ze een “boeiende manier van vertellen” en volgens De Zondagsbode (1929) “steekt ze ver boven het middelmatige uit.” Volgens de Emmer Courant (1954) “bleven (tijdens lezingen) de meegebrachte breiwerken in de schoot rusten.” Haar boeken lagen vroeger in bibliotheken, boekwinkels en bij de Vereniging ter bevordering van Christelijke Lectuur (VCL).
Wybren Sipke Sevensma (Sneek 13-10-1896 – Apeldoorn 19-4-1974) was leraar aan het meisjesnijverheidsonderwijs te Groningen. Ook hij schreef, o.a. een boek over kostuums: “Beknopte geschiedenis van het kostuum, met de ontwikkeling van het kostuum van vroeger tot 1950”, met veel door hem zelf gemaakte illustraties: een belangrijk boek voor het nijverheidsonderwijs. Ook schreef hij o.a. het boek: “Ethisch-Aesthetisch” (1930), dat Klaas Heerema, pseudoniem van de dichter en taalkundige Muus Jacobse (19091972), recenseerde. Als filosofische verhandeling vond de recensent het interessant en prettig om te lezen, maar Sevensma slaagde echter niet in zijn poging om christelijke kunstcritici een leidraad te geven voor de toepassing van de begrippen ethisch en esthetisch in alle kunsten.
Hun zoon, IJsaäk Wybren (1-10-1925 – 23-8-1952) was marine-officier en verscheen vaak in vol ornaat in de kerkdienst. Hij stierf al op 26-jarige leeftijd aan jeugdkanker en is met militaire eer begraven. De stoet liep met de lijkkoets en begeleid door een marinierskapel vanuit het ouderlijk huis over de Rijksstraatweg naar de Eshof.
Henk Bakker voor de Harense Historische Vereniging Old Go
Bronnen: neocalvinisme.nl, familie Bakker, delpher.nl, dbnl.org
Foto: ZB Krantenbank Zeeland, Maas- en Scheldebode, 23 februari 1935, p. 6.
Dit artikel is geplaatst in Haren de Krant oktober 2022.
De Harense Historische Vereniging Old Go is opgericht in januari 2010 en houdt zich bezig met de geschiedenis van de voormalige gemeente Haren. De gemeente bestond uit de dorpen Haren, Glimmen, Onnen en Noordlaren en de buurtschappen Essen, Dilgt en Hemmen. Op 1 januari 2019 is de gemeente Haren in het kader van de gemeentelijke herindeling samengegaan met de gemeenten Groningen en Ten Boer.
Gevarieerd aanbod
Lezingen en excursies
Organisatie Open Monumentendag
Uitgave van Harens Old Goud, 2x per jaar, een tijdschrift met een breed aanbod van artikelen en oude foto's
Publicaties in Haren de Krant
Presentatie en promotie op evenementen.
Info-centrum
Kom eens langs in het Info-centrum van Old Go! Elke eerste donderdag van de maand kunt u van 14.00 tot 16.00 uur bij ons terecht voor inzage in ons archief. We hebben een luisterend oor voor uw (oude) verhalen met of zonder foto’s. Voor vragen en informatie kunt u mailen naar info@oldgo.nl. Het adres is: Oude Brinkweg 12A, Haren; de trap op naar boven.