Café Bellevue in Glimmen

Glimmen heeft heel wat cafés en herbergen gekend. Daarvan is café Bellevue aan de Zuidlaarderweg 8 en 10 (huidig adres) een van de minst bekende. Verwarring met het café Spoorzicht (later Even Rusten, Kastanjehoeve, Bourgondiër) aan de Zuidlaarderweg 4 of met het hotel Appelbergen op de hoek van de Oude Schoolweg en de Parallelweg (afgebroken in 1968) ligt voor de hand.

De start van het café kunnen we stellen op 1906/1907. De eerste mij bekende advertentie is van 19 mei 1907 (Nieuwsblad van het Noorden): “Bezoekers van de Appelbergen worden attent gemaakt op het Café ‘Bellevue’, te De Punt, (to. de villa v. d. heer Kranenburg). Degelijke Consumptie. Nette Bediening. Ruime Bergplaats voor rijwielen. Stalling. Aanbevelend J. Heise”. De in Assen geboren Jacob Heise is niet de eigenaar van het pand, dat is de aannemer Geert Oddens. Deze Geert Oddens bouwt ook de naastgelegen drie dubbele woningen Zuidlaarderweg 12/14, 16/18 en 20. De laatste woning is nog voor de invoering van de huisnummering ‘ontdubbeld’. Als Geert Oddens in 1910 overlijdt, blijft het pand eigendom van zijn erven.

Intussen probeert Heise de loop naar zijn café te krijgen door het organiseren van activiteiten. In 1912 wordt in zijn etablissement de rederijkerskamer ‘Oefening baart kunst’ opgericht. Op 23 december 1913 geeft deze rederijkerskamer een uitvoering met maar liefst drie toneelstukken: ‘Ik wil trouwen’, ‘Een kleine vergissing’ en ‘Veur 'n half stuver gestorven’. Volgens een artikel in het Nieuwsblad van het Noorden was de uitvoering een daverend succes. Uiteraard was er bal na afloop. Daarna wordt het echter wel erg stil rond Bellevue. Heise vindt dat blijkbaar ook, want hij verzet zijn bakens. In de krant van 7 juni 1919 lezen we: “Heden geopend het café Centraal te Glimmen, aanbevelend J. Heise, voorheen café Bellevue”. Dit café Centraal staat aan de Rijksstraatweg 27 te Glimmen op de hoek met de Nieuwe Kampsteeg. Jacob Heise en later zijn zoon Pieter zullen in dit pand nog jaren een café annex kapperszaak exploiteren.

Café Bellevue krijgt na het vertrek van Heise een geheel andere inkleuring. Dat lezen we bijvoorbeeld in de krant van 29 september 1922: “Het adres voor opzetten van vogels en zoogdieren is J. de Ruiter, café Bellevue, De Punt (voorheen Heerestraat te Groningen)”. Een uitvoerige beschrijving van het café vinden we in de aflevering van ‘De levende natuur’ in het Nieuwsblad van het Noorden van 19 oktober 1922. De auteur beschrijft, dat hij met de trein naar het station De Punt is gereisd om een wandeling te maken in de Appelbergen. Eerst bezoekt hij echter Bellevue “om poolshoogte te nemen van het wilde gedierte uit de buurt, dat men daar in een museum, keurig opgezet, bewonderen kan”. In de jaren die volgen timmert De Ruiter behoorlijk aan de weg met zijn museum, waaraan hij inmiddels ook een speeltuin heeft toegevoegd.

In 1927 vertrekt De Ruiter uit De Punt, zoals dit deel van het huidige Glimmen dan nog steeds heet, maar het museum blijft bestaan. Waarschijnlijk is een zekere R. de Lange de volgende exploitant, maar deze houdt op 27 april 1929 een boeldag “wegens vertrek naar elders”. Dat riekt sterk naar grote financiële problemen. De volgende exploitant start met een voortvarende advertentie in het Nieuwblad van het Noorden van 8 mei 1929: “Ontspanningsoord café Bellevue, De Punt, met zijn mooie speeltuin en museum van opgestopte vogels en allerlei dieren. Zeer aan te bevelen voor schoolreisjes! Heeren onderwijzers worden er beleefd op attent gemaakt. Mooie gelegenheid voor pension. Vlak in de buurt van de Appelbergen. Aanbevelend: S. Smit, vroeger eigenaar van het hotel café St. Vitus te Winschoten”. Sievert Smit is dan al niet de jongste meer. Hij is geboren in 1866 te Bellingwolde. Na het overlijden van zijn eerste vrouw heeft hij Winschoten verlaten en is hij in Groningen een sigarenzaak begonnen. In 1929 hertrouwt hij met de 30 jaar jongere Rikste Luth. Wellicht geeft die relatie hem de boost om in Glimmen een nieuwe start te maken. Lang duurt het verblijf van Sievert Smit in Glimmen echter niet. Al eind 1930 wordt ene J. Rondhuis als exploitant genoemd. Deze exploitant maakt begin 1932 vervolgens plaats voor L.J. Bosma.

Van L.J. Bosma heb ik nog geen verdere gegevens kunnen vinden. Hij is ook maar kort exploitant van Bellevue geweest, want op 28 oktober 1933 komt er een dramatisch einde aan het etablissement. Als mejuffrouw Werkman midden in de nacht van haar werk bij een automatiek in de stad Groningen naar haar ouderlijk huis aan de Hoge Hereweg 54 fietst, ontdekt ze bij het voorbijgaan brand in café Bellevue. Zij waarschuwt snel de bewoners. Deze kunnen gelukkig hun vege lijf redden. De schade is enorm. Ook het museum van opgezette vogels is een prooi der vlammen geworden. Na de brand hebben de erven Oddens weinig zin in de herbouw van het café. In plaats daarvan bouwen zij een dubbel landhuis (Zuidlaarderweg 8/10). Een foto van die bouw is te vinden op pagina 75 in het boek ‘Glimmen, dorp tussen Drentse A en Hondsrug’ van Willem Rutgers.

De columns ‘Harener Historie’ worden geschreven door Eppo van Koldam. Iedere twee weken verschijnt een nieuwe column. De eerste 78 columns zijn verschenen in het Harener Weekblad. De serie is per 1 april 2020 voortgezet op www.oldgo.nl. Dit is digitale column nr. 49.

De entree van Haren

Tot april 1940 vormde het bouwwerk op de bovenstaande foto de entree van het dorp Haren. Het stond aan de Rijksstraatweg recht tegenover de Botanicuslaan. Het gemeentebestuur was blij deze ‘steen des aanstoots’ uit het straatbeeld te kunnen verwijderen.

De historie van het bouwwerk gaat, al is het dan niet in de vorm zoals op de foto, ver terug. Rond 1800 stond hier al een kleine arbeiderswoning. De mij oudst bekende bewoner is Jan Jacobs Boddeveld. Hij is in 1756 geboren te Paterswolde en in 1789 te Haren getrouwd met Albertien Wolters. Albertien is in 1766 geboren te Peize. Zij is vroedvrouw. Dat laat zij aan haar mogelijke clientèle weten via een advertentie in de Ommelander Courant van 9 oktober 1804: “Albertyn Wolters, huisvrouw van J. Boddeveld, geauthoriseerde vroedvrouw te Haaren, brengt ter kennis van een ieder die haar dienst begeert, dat zij op zaturdag 6 october voor de Departementaale Commissie van Geneeskundig Onderzoek en Toevoorzicht te Groningen tot volle goedkeuring van dezelve haar examen als vroedvrouw heeft afgelegt; belovende een ieder volgens pligt en geweten getrouw te behandelen”.

Hun levensavond brengen Jan en Albertien door bij hun zoon Wolter Boddeveld, koopman te Zuidhorn. De woning in Haren wordt in 1827 voor f.300,- verkocht aan de timmerman Geert Homan. Homan heeft dit geld niet en moet het dus lenen. Banken zijn er niet en dus wordt in zo’n geval een particuliere geldschieter gezocht. De winkelier Harm van Streun leent Geert Homan het benodigde bedrag en verkrijgt het recht van hypotheek op de woning. Geert Homan vervangt de woning in 1846 door twee nieuwe woningen.

Zoon Pieter Homan erft na het overlijden van vader Geert de zuidelijke woning. In 1877 vervangt hij de woning op dit perceel door een dubbele woning. Een stukje van deze woning (Rijksstraatweg 93 en 95) is links op de foto nog net te zien. Pieter woont hier trouwens niet. Hij is timmerman in Helpman. Zoon Albert erft de noordelijke helft van het perceel. In 1886 vervangt ook hij de enkele woning door een dubbele woning. Dit is het pand dat we op de foto zien. Vanaf 1890 wordt de noordelijke helft van het pand (rechts op de foto) gebruikt als bakkerij door achtereenvolgens Willem Nieuwoonder, Jan Tammens, Pieter Meima, Reinholt Meima en vanaf 1906 Henderikus Helder. In 1920 wordt Helder ook eigenaar van de andere helft. Dit gedeelte is vanaf dan geen woning meer, maar staat te boek als bergplaats. Het pand op de foto krijgt daarom bij de toekenning van huisnummers in 1930 slechts één nummer: Rijksstraatweg 91. In 1939 koopt de gemeente het pand van Helder en ook de dubbele woning er naast, die dan eigendom is van de achterkleinzoon van Geert Homan. Helder verhuist naar de overzijde van de Rijksstraatweg en wel naar nummer 134 (nu Roede vloeren). Daar zet hij met zijn schoonzoon Homme Willem Ritsema de bakkerij voort.

Keren we nog even terug naar Geert Homan. In 1834 raken zijn vrouw Roelfje Kampinga en dochter Hillechien bijna betrokken bij een misdrijf. Begin januari van dat jaar komt de meid van de weduwe van Roelf Hammink uit Glimmen bij hen aan de deur. Deze weduwe is Geesien Arends Bos. Ik schreef over haar in mijn column ‘Roddelpraat uit Glimmen’. Zij woont op de boerderij, die we nu kennen als Weerdenbras, Rijksstraatweg 136 te Glimmen. De meid vraagt Geert Homan of hij een zilveren knipbeursje had gevonden en dit in de leenbank had gebragt. Geert ontkent dat, maar de meid wijst hem er dan op, dat het nummercedel op de naam van zijn dochter Hillechien Homan afgegeven is. Rara, hoe kan dat? Het antwoord komt op 30 januari 1834. Dan komt Grietje Pauwels, huisvrouw van Derk Bakker, arbeider van beroep, wonende te Haren, bij mevrouw Homan langs. Zij vertelt, dat haar dochter Jacobje Bakker het zilveren beursje gevonden had, het hierin zijnde geld, zijnde een enkele daalder er uitgenomen had en het beursje vervolgens naar de leenbank te Groningen gebragt had, hierop drie gulden had ontvangen, en had laten aanschrijven op Hillechien Homan. Grietje Pauwels belooft aan mevrouw Homan drie guldens, als zij het genoemde voorval niet verder ruchtbaar wil maken. Maar daar werkt zij niet aan mee en als Geert het verhaal van zijn vrouw hoort, gaat hij er direct mee naar de burgemeester met het verzoek, dat het hem “goedgunstig moge behagen te willen bewerken, indien mogelijk, dat zijn kind, bovengemeld, van de blaam door voormelde valsche naamopgeving op hetzelve gelegd, worde ontheven en onschuldig wordt verklaard”.

In 1877 worden in de gemeente voor het eerst lantaarns langs de straat geplaatst. Het eerste initiatief daartoe wordt genomen in Helpman, dat tot 1915 tot de gemeente Haren behoort. Jan Evert Scholten, de bewoner van Huize Gelria is daar de voortrekker. In Haren nemen notaris Scato Lohman, dokter Constant Hubenet en belastingontvanger Herman Steijn Parvé, alle bewoners van huizen aan de Rijksstraatweg in het centrum van Haren het initiatief over. Er worden dan 10 lantaarns geplaatst. De eerste lantaarn komt bij het huis van de familie Homan en de laatste bij de boerderij van de familie Ter Borgh tegenover de huidige Julianalaan. Het huis van Homan wordt dan dus als de noordelijke entree van het dorp Haren gezien. De lantaarns moeten iedere avond worden aangestoken en ’s ochtends weer gedoofd. Voor Helpman hebben Jan Evert Scholten cs uitgezocht, dat dit per jaar aan arbeidsloon en petroleum f.17,- per lantaarn kost. De inwoners van Helpman zijn bereid die kosten te betalen en ook in Haren zal de financiering op die manier gaan. Zoals boven gemeld, is Geerts zoon Pieter Homan in die tijd timmerman te Helpman, hij zal daar zorg dragen voor de plaatsing van de in Leeuwarden gekochte lantaarns.

Tot ongeveer 1920 stonden tegenover de beschreven panden, dus waar nu de Botanicuslaan is, ook een aantal sloppenwoningen. Dit stukje van de Rijksstraatweg werd daarom ook wel Kattenhage genoemd. Ik heb ooit ergens gelezen, dat deze benaming (ook) kan verwijzen naar een sloppenbuurt, maar ik heb deze bron gerelateerd aan het Kattenhage in de stad Groningen nog niet terug kunnen vinden. Meestal verwijst een naam met ‘katten’ naar een verhoogde opstelplaats voor de artillerie, vanwaar de verdedigers van een vesting stenen konden werpen naar de vijand, maar die betekenis is in Haren niet aan de orde.

De columns ‘Harener Historie’ worden geschreven door Eppo van Koldam. Iedere twee weken verschijnt een nieuwe column. De eerste 78 columns zijn verschenen in het Harener Weekblad. De serie is per 1 april 2020 voortgezet op www.oldgo.nl. Dit is digitale column nr. 48.

De Vondelflat en Rijksstraatweg 110 tm 138

Op 7 februari 1958 heeft Harens burgemeester F.W. van Ketwich Verschuur een gesprek met de heer J.M. Postema en een vertegenwoordiger van Esso BV. De beide heren geven aan, dat Postema voornemens is het inmiddels behoorlijk in verval geraakte pand van de familie Van Iddekinge (ooit de glorieuze villa Rezzago) aan de Rijksstraatweg te kopen en zijn garagebedrijf naar deze locatie te verplaatsen. Van Ketwich Verschuur geeft aan, dat de gemeente hiermee waarschijnlijk wel zal instemmen, mits de nieuwe garage van voldoende architectonische kwaliteit zal zijn en zal passen in het straatbeeld, dat de gemeente op het oog heeft voor de Rijksstraatweg tussen de Meerweg en de Botanicuslaan. Voorts claimt Van Ketwich medezeggenschap van de gemeente bij de herbestemming van de bestaande garage, die dan nog gevestigd is in het pand, dat ik in mijn vorige column ‘Garage Postema en slager Kamps’ heb beschreven.

Een raadsvoorstel van 16 maart 1961 geeft duidelijkheid over de door de gemeente gewenste herbestemming. Het college van BenW schrijft tot het inzicht te zijn gekomen, dat het voor de structuur van het dorp Haren zeer gewenst is een overzichtelijke wegkruising naar de Rijksstraatweg te ontwikkelen tegenover de Molenweg. Dit kan alleen als de panden van Postema en Kamps worden afgebroken. De gemeente heeft deze panden op 11 november 1960 al van Postema en Kamps gekocht onder voorbehoud van goedkeuring van de gemeenteraad. Na het akkoord van de gemeenteraad kan de afbraak plaats vinden en een start worden gemaakt met de planning van de wijk, die dan nog Molenkwartier wordt genoemd, maar die we nu kennen als de Molenbuurt. Overigens vergt de verdere uitwerking van deze plannen nog zoveel tijd, dat pas op 31 maart 1964 aan aannemer Hoeksema uit Siddeburen de opdracht kan worden gegeven tot de sloop.

Met de aankoop van de panden van Postema en Kamps is de gemeente er inderdaad nog niet. Ook de grond voor de nieuwe wijk zelf moet nog verworven worden. Een belangrijke stap in dat traject is de koop van de boerderij met bijbehorende landerijen van de familie Ottens. Deze boerderij heeft als adres Rijksstraatweg 113, maar staat midden in de huidige Molenbuurt, waar nu de Verweylaan is. De boerderij is historisch onlosmakelijk verbonden met de Harense familie Van Hemmen. Ik verwijs naar mijn column ‘De voorouders van Antonie Jans (Van Hemmen) deel I’ van 27 december 2017. Na te lezen op www.oldgo.nl onder publicaties/column Harener Historie. Deze aankoop wordt in het voorjaar van 1964 afgerond. Twee jaar eerder heeft de gemeente dan al de boerderij van Wolter Gosens Groenendal aangekocht. Deze boerderij stond aan de Rijksstraatweg (nr. 97) op de plaats van de huidige Potgieterlaan.

De nieuw aangelegde ontsluitingsweg op de plaats van de panden van Postema en Kamps krijgt de naam Vondellaan. Het adresboek van 1966 vermeldt aan de laan slechts drie adressen: nr. 2 Wassalon ‘De Wit’; nr. 4 ‘Prinses’, speciaalzaak in baby- en kleuterartikelen, corsetteriën en lingerie; nr. 6 ‘Marlo’, exclusieve damesmodes. Alle drie in het bouwblok aan de noordzijde van de Vondellaan. Dit bouwblok is begin 60’er jaren al gerealiseerd op de locatie van het in februari 1940 afgebrande hotel-café De Jagtwagen. Naar de laatste exploitant van de Jagtwagen krijgt het nieuwe hotel-café- restaurant in dit pand de naam ‘Horst’. Eind 60’er jaren volgt dan de bebouwing aan de noordzijde van de laan in de vorm van de Vondelflat. De bovenstaande foto laat een mooie momentopname zien en toont ons, dat de veranderingen ook de laatste 50 jaar niet stil hebben gestaan.

Op de vanaf de molen gemaakte foto is te zien dat de Vondelflat net gereed is gekomen. Een aantal woningen op de bovenste etage moeten nog worden ingericht. De haaks op de Vondelflat staande Hondsrugflat is nog niet gerealiseerd. Voor de bouw van de Vondelflat is de dubbele woning Rijksstraatweg 123 en 125 (zie mijn vorige column) afgebroken. Drie woningen tussen de nieuwe garage Postema en de Vondellaan moeten nog worden afgebroken om plaats te maken voor de Hondsrugflat. Ook aan de overzijde van de Rijksstraatweg zijn er grote veranderingen. Geheel rechts zien we nog een hek staan om de onbewoonbaar verklaarde woningen Rijkstraatweg 136 en 138. Inmiddels staat hier nieuwbouw. Gaan we verder naar links dan zijn een aantal panden gehandhaafd (de nummers 122 tm 134). Het eerste pand met een voortuin is Rijksstraatweg 130. Dat is dan de woning annex huisartsenpraktijk van dokter Bruins. Drie woningen verder komen we bij een pand dat weer dichter aan de weg staat. Als u de foto goed bekijkt, ziet u een uithangbord in de vorm van een bril van de optiekzaak van M. Nieuwold. Later vestigt de heer Woldendorp in dit pand een elektronicazaak annex videotheek (begin 1986 verhuist naar Kromme Elleboog 5). Nu is het weer in gebruik als woning. Als we dan weer een pand overslaan komen we bij Rijksstraatweg 120. In dit pand opent Willem Hilberdink in 1972 een winkel in sportartikelen. In 1977 komt echter al een einde aan deze winkel. De panden Rijksstraatweg 112 tm 120 worden dan afgebroken ten behoeve van de bouw van een negental nieuwe woningen. De fa. Eitens heeft een paar jaar eerder op Rijksstraatweg 110 de oude woning op de foto al vervangen door nieuwbouw. Over de bebouwing verder noordelijk aan de Rijksstraatweg valt ook nog wel het een en ander te vermelden, maar dat bewaar ik voor een andere keer.

(Foto: Jan Buwalda voor het Harener Weekblad)

De columns ‘Harener Historie’ worden geschreven door Eppo van Koldam. Iedere twee weken verschijnt een nieuwe column. De eerste 78 columns zijn verschenen in het Harener Weekblad. De serie is per 1 april 2020 voortgezet op www.oldgo.nl. Dit is digitale column nr. 47.

Subcategorieën

Old Go

De Harense Historische Vereniging Old Go is opgericht in januari 2010 en houdt zich bezig met de geschiedenis van de voormalige gemeente Haren. De gemeente bestond uit de dorpen Haren, Glimmen, Onnen en Noordlaren en de buurtschappen Essen, Dilgt en Hemmen. Op 1 januari 2019 is de gemeente Haren in het kader van de gemeentelijke herindeling samengegaan met de gemeenten Groningen en Ten Boer. 

Gevarieerd aanbod

Lezingen en excursies

Organisatie Open Monumentendag 

Uitgave van Harens Old Goud, 2x per jaar, een tijdschrift met een breed aanbod van artikelen en oude foto's

Publicaties in Haren de Krant

Presentatie en promotie op evenementen.

Info-centrum

Kom eens langs in het Info-centrum van Old Go! Elke eerste donderdag van de maand kunt u van 14.00 tot 16.00 uur bij ons terecht voor inzage in ons archief. We hebben een luisterend oor voor uw (oude) verhalen met of zonder foto’s. Voor vragen en informatie kunt u mailen naar info@oldgo.nl. Het adres is: Oude Brinkweg 12A, Haren; de trap op naar boven.   

Contact

Wilt u lid worden?  Zie ons aanmeldingsformulier. 

Heeft u een algemene vraag of opmerking:  info@oldgo.nl

Wilt u een artikel of foto's aanbieden voor Harens Old Goud: redactie@oldgo.nl